3.
Om de motor te stoppen, trekt u de
gashendel (1) helemaal terug in de
STOP-stand.
De primerknop gebruiken (Figuur 9)
1.
Druk de primerknop (1) vijf keer in.
Wacht telkens ca. twee seconden voordat
u de knop opnieuw indrukt.
OPMERKING: Gebruik de primerknop (1)
niet om een warme motor na een korte
uitschakeling te starten.
De motor starten
1.
(Figuur 5) Verwijder vóór elk gebruik
vuil van het vuilscherm (3). Door vuil
kan de motor oververhit raken. Veeg
het vuilscherm (3) af met een doek of
papieren handdoek.
2.
(Figuur 10) Duw de gashendel (1) naar
voren in de START- of SNEL-stand.
3.
(Figuur 9) Om een koude motor te
starten, duwt u de primerknop (1) vijf
keer in. Wacht telkens twee seconden
voordat u de primerknop (1) opnieuw
indrukt.
OPMERKING: Gebruik de primer niet
om een warme motor te starten.
4.
(Figuur 10) Houd de
terugslagstarthendel (2) stevig met uw
rechterhand vast.
5.
Trek de terugslagstarthendel (2) in een
korte beweging naar achteren. Laat de
startkabel NIET terugslaan. Zorg dat de
startkabel zich weer langzaam opwind
terwijl u de terugslagstarthendel (2)
vasthoudt.
OPMERKING: Als de motor na drie pogingen
nog niet start, moet u de primerknop
twee keer indrukken en nogmaals aan de
terugslagstarthendel trekken.
WAARSCHUWING: Laat de trimmer
nooit onbeheerd achter terwijl de
motor loopt. Wacht totdat de
trimmerdraden niet meer ronddraaien.
WAARSCHUWING: Laat de motor
nooit binnen of in een slecht
geventileerde ruimte lopen.
Motoruitlaatgassen bevatten koolmonoxide,
een geurloos en dodelijk gas. Houd handen,
voeten, haren en losse kleding uit de buurt
van de trimmer en de bewegende delen van
de motor. Raak de geluiddemper en de
plaats daarom heen niet aan. De temperatuur
kan 66°C (150°F) overschrijden.
Trimmertips
WAARSCHUWING: Vuil zoals
stokken, grint of stenen kunnen met
een zodanige kracht worden
weggeslingerd dat persoonlijke letsel of
materiële schade ontstaat.
•
Zet de gashendel in de SNEL-stand. Als
het onkruid of gras hoog en dik is, moet
u de trimmer bij een lagere loopsnelheid
gebruiken.
•
Reinig de onderkant van de trimmer
regelmatig om eventueel opgehoopt gras
te verwijderen.
•
Als de trimmerdraden te kort worden, zal
de trimmer niet meer goed werken. Als de
1739580
trimmerdraden afgesleten zijn tot minder
dan de helft van hun oorspronkelijke
lengte, moet u de trimmerdraden
vervangen. Zie "De trimmerdraad
vervangen" in het hoofdstuk Onderhoud.
•
Trim niet op zeer steile hellingen. Als u
moeilijk op een helling kunt staan, mag
u deze niet trimmen. Trim hellingen niet
als de grond glad of nat is. Trim hellingen
alleen overdwars, nooit op en neer.
•
U kunt trimmen bij een lager
motortoerental, vooral rondom bloemen,
struiken en kleine bomen. Een lager
motortoerental zorgt ook voor minder
lawaai en trilling van de bovenste hendel.
ONDERHOUD
OPMERKING: Illustraties en stickers
beginnen op pagina 2.
Onderhoud van de motor
Gebruik da navolgende onderhoudsectie om
uw toestel in goede bedrijfstoestand te houden.
Alle onderhoudsinformatie voor de motor vindt
u terug in de richtlijnen van de motorfabrikant.
Lees deze handleiding vooraleer de motor te
starten.
WAARSCHUWING: Voordat u een
inspectie, afstelling (behalve
carburator), of reparatie uitvoert,
dient u de kabel van de bougie los te
maken.
De tussenas smeren (Figuur 11)
A smeernippel (1) is aanwezig om de
tussenas te smeren. Gebruik een smeerpistool
met autovet om de tussenas te smeren.
Goed onderhoud van de trimmerdraad
(Figuur 12, 13, 14)
Voor de beste prestaties moet u een zware
trimmerdraad (1) met een diameter van
3,3 mm (0,130 inch) gebruiken. Snij de
trimmerdraad (1) af tot 52 cm (20,5 inch). De
lengte van de trimmerdraden mag niet meer
dan 2,5 cm (1 inch) afwijken. Dit is belangrijk
om te garanderen dat de trimmerkop goed is
uitgebalanceerd en niet trilt.
BELANGRIJK: Om de levensduur van de
trimmerdraad (1) te verlengen, moet de
trimmerdraad vochtig worden gehouden.
Gebeurt dit niet, dan kan de nylon
trimmerdraad (1) uitdrogen en broos
worden. Bewaar extra trimmerdraad (1) in
een bak met water. De draad zal dan flexibel
blijven en gemakkelijk kunnen worden
vervangen. Een flexibele draad gaat ook
langer mee.
De trimmerdraad vervangen
Als de trimmerdraad is afgesleten tot de
helft van de oorspronkelijke lengte, moet de
trimmerdraad als volgt worden vervangen:
1.
Stop de motor. Wacht tot alle bewegende
delen tot stilstand zijn gekomen.
2.
(Figuur 12) Verwijder de versleten
trimmerdraad (1) van de draadhouder
(3).
11
3.
Steek eerst de uiteinden van de nieuwe
trimmerdraad (1) door de buitenste
lussen.
4.
(Figuur 13) Pak dan de uiteinden
van de draad vast, trek deze over de
draadhouder (3) en steek de uiteinden
door het middengat.
5.
(Figuur 14) Controleer dan of de
uiteinden van de draad gelijk liggen.
De hoogte van de hendel aanpassen
(Figuur 15)
Gebruik de knoppen (1), aan beide kanten van
de hendel (2) om de hoogte van de hendel
aan te passen.
1.
Houd de hendel (2) met één hand vast
en draai beide knoppen (1) los totdat
de gekartelde tanden (3) loskomen.
Verwijder de knoppen (1) niet.
2.
Beweeg de hendel (2) omhoog of omlaag
in de gewenste stand en lijn dan de
gekartelde tanden (3) uit. Zorg dat beide
kanten van de hendel (2) op één lijn
liggen.
3.
Draai de knoppen (1) vast.
De aandrijfriem vervangen
Raadpleeg een erkend onderhoudscentrum om
de aandrijfriem te vervangen.
Opbergen
WAARSCHUWING: U mag de
benzine niet aftappen in een
gebouw, dichtbij een vuur of terwijl u
rookt. Benzinedampen kunnen een explosie
of een brand veroorzaken.
Als de trimmer dertig dagen of langer wordt
opgeborgen, moet u de onderstaande stappen
volgen om te garanderen dat de trimmer het
volgende seizoen in goede staat is.
Bereid de trimmer voor op opslag
WAARSCHUWING: U mag de
benzine niet aftappen in een
gebouw, dichtbij een vuur of terwijl u
rookt. Benzinedampen kunnen een explosie
of een brand veroorzaken.
1.
Laat de brandstoftank leeg lopen.
2.
Laat de motor lopen totdat de benzine op is.
3.
Tap de olie af terwijl de motor warm is. Vul
het motorcarter met verse olie.
4.
Verwijder de bougie uit de cilinder. Giet 30
milliliter olie in de cilinder. Trek langzaam
aan de terugslagstartgreep zodat de
olie de cilinder beschermt. Installeer een
nieuwe bougie in de cilinder.
5.
Verwijder het stof en vuil uit de koelribben
van de cilinder en het motorhuis.
6.
Reinig de onderkant van de trimmer.
7.
Reinig de trimmer helemaal om de lak te
beschermen.
8.
Plaats het toestel in een gebouw met
goede ventilatie.
Bestellen van onderdelen
Garantieservice is enkel beschikbaar via
erkende servicedealers. Lokaliseer uw
dichtstbijzijnde dealer op onze lokalisatiekaart
op www.murray.com.
nl