toont het display vóór het lassen de voordien opgesla-
gen lasstroom of lasspanning of de aanbevolen dikte.
Tijdens het lassen toont het de lasstroom of lasspanning
die is gemeten tijdens het lassen.
• Wanneer LED C wordt gekozen, toont het display de
handmatige 2-takt (2T) of automatische 4-takt (4T)
modus. Wanneer LED D wordt gekozen, wordt het aan-
tal meter per minuut getoond.
• Vóór het lassen toont het apparaat het volgende in het
submenu: de proplastijd, de pauzetijd, de terugbrandtijd,
de Soft Start-snelheid, de gasnastroomtijd, de Soft
Start-tijd, de handmatige 2-takt (2T) of automatische 4-
takt (4T) lasmodus, en de draadsnelheid in meter per
minuut.
I - Groene LED.
Geeft aan dat het display een spanning-
A
V
waarde toont.
L - Groene LED.
Geeft aan dat de waarde die wordt getoond
A
V
op het display de aanbevolen dikte is.
M - Groene LED.
Geeft aan dat het display een stroom-
A
V
waarde toont.
N en O - toetsen.
Wanneer LED A brandt, toont display H
de lasstroom- of lasspanningswaarden
die zijn gekozen met de toetsen.
Wanneer LED B brandt, toont display H het nummer van
het programma dat is gekozen met de toetsen. Wanneer
de keuze is voltooid, blijven de LED en het display 5
seconden lang branden
Wanneer LED C brandt, geeft display H aan of het
apparaat in de handmatige 2-takt modus (2T) of de
automatische 4-takt modus (4T) staat. De modus kan
worden gekozen met de toetsen. Wanneer de keuze is
voltooid, blijven de LED en het display 5 seconden lang
branden.
Met de 2 keuzeschakelaars R en S kunt u in elk syner-
gisch programma wisselen tussen de LED's I, L, M; dis-
play H toont dan afwisselend de lasstroom, de aanbevo-
len dikte en de lasspanning. Deze functie is nuttig om
vooraf te weten met welke lasstroom, lasspanning of
dikte u wilt lassen.
Wanneer de 2 toetsen tegelijk worden ingedrukt gedu-
rende ten minste 5 seconden, verschijnt het submenu,
waarin de volgende functies kunnen worden gekozen
met de toets E:
1 - Proplastijd.
Wanneer deze functie wordt gekozen, toont display H
de letter (E). Met een van de 2 toetsen kunt u de pro-
plastijd instellen. Deze kan variëren van 0,3 tot 5 secon-
den. Wanneer u de tijd instelt op 0, wordt de functie uit-
geschakeld. De functie is alleen actief tijdens het lassen.
2 - Pauzetijd van de proplasfunctie.
Wanneer deze functie wordt gekozen, toont display H
de letter (F). Met een van de 2 toetsen kunt u de pauze-
tijd tussen de proplassen instellen. Deze kan variëren
36
van 0,3 tot 5 seconden. Wanneer u de tijd instelt op 0,
wordt de functie uitgeschakeld. De functie is alleen
actief tijdens het lassen en als een proplastijd actief is.
3 - Terugbrandtijd.
Wanneer deze functie wordt gekozen, toont display H
de letter (b). Met een van de 2 toetsen kunt u instellen
gedurende welke tijd de lasdraad verder wordt doorge-
voerd uit de lastoorts nadat de gebruiker de schakelaar
heeft losgelaten. Deze tijd varieert van 10 tot 400 millise-
conden.
4 - Soft Start (snelheid).
Wanneer deze functie wordt gekozen, toont display H
de letter (A).
Hiermee wijzigt u de ingestelde draadsnelheid; deze
snelheid blijft actief gedurende de tijd die is ingesteld
door de Soft Start-functie (tijd).
De snelheid kan met de 2 toetsen N en O worden inge-
steld op 10% tot maximaal 150% van de ingestelde
draadsnelheid. Deze functie dient, samen met de Soft
Start-functie (tijd), om het opstarten van de lasboog te
verbeteren.
5 - Gasnastroomtijd.
Wanneer deze functie wordt gekozen, toont display H
de letter (P).
Met de twee toetsen N en O kan de gasstroom na het
lassen worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 10
seconden.
Deze functie is vooral nuttig voor het lassen van roestvrij
staal en aluminium.
6 - Soft Start (tijd).
Wanneer deze functie wordt gekozen, toont display H
de letter (d).
Hiermee stelt u de tijd in dat de Soft Start-snelheid
actief blijft. Deze functie dient, samen met de Soft Start-
functie (snelheid), om het opstarten van de lasboog te
verbeteren.
Met de 2 toetsen N en O kan de Soft Start-tijd worden
ingesteld op een waarde tussen 0 en 1 seconde.
P- Instelknop.
Wanneer u een van de synergische
SYNERGIC
programma's gebruikt, moet de indi-
5
6
4
7
cator van de knop op de aanduiding
SYNERGIC worden gezet. Wanneer
3
8
een synergisch programma is geko-
2
9
zen, toont display H de ingestelde
1
10
lasstroom.
Deze lasstroom komt overeen met een
bepaalde snelheid. Om de snelheid te
corrigeren, draait u de knop gewoon rechtsom om de
snelheid te verhogen of linksom om ze te verlagen.
Wijzigingen van de draadsnelheid worden altijd aange-
geven op display H door een stroomwaarde.
Wanneer het (handmatige) programma 00 wordt
gebruikt, kunt u hiermee de draadsnelheid instellen van
0 tot 20 meter per minuut.
Display H toont het aantal meter per minuut.