Mig Manual.
Om met Mig manual te kunnen lassen moet u altijd het
type en de diameter van de draad en het gas kiezen. Dit
kunt u doen in het hoofdmenu door de toetsen Process
en Material te selecteren. Om met dit proces te kunnen
lassen moet u de snelheid van de draad en de lasspan-
ning instellen. U kunt de waarde van de snelheid van de
draad op het startscherm instellen door aan de knop te
draaien en deze functie te selecteren. Hetzelfde geldt
voor de lasspanning.
8 MMA-LASSEN
Sluit de connector van de kabel van de elektrodeklem
aan op de connector 9 en sluit de connector van de mas-
sakabel aan op de connector 4 (neem de polariteit voor-
zien door de fabrikant van de elektroden in acht).
Neem de aanwijzingen die eerder in het menu beschrijven
zijn in acht om de machine voor het MMA-lassen voor te
bereiden.
9 TIG-LASSEN
Sluit de massakabel aan op de pluspool 9, sluit de lasto-
orts aan op de minconnector 4 en sluit de bedieningska-
bel aan op de connector 8. Sluit de gasleiding aan op het
contact 7.
Neem de aanwijzingen die eerder in het menu beschre-
ven zijn in acht om de machine voor het TIG-lassen voor
te bereiden.
10 ACCESSOIRES
• MIG-LASTOORTS ART. 1242
MIG-lastoorts CEBORA 280 A luchtgekoeld 3,5 m.
• MIG-LASTOORTS ART. 1241
MIG-lastoorts CEBORA 380 A watergekoeld 3,5 m.
• PUSH-PULL-LASTOORTS UP/DOWN Art. 2003.
luchtgekoeld.
• TIG-LASTOORTS Art. 1256 450 A watergekoeld. De
lastoorts moet verplicht samen met de verbinding art.
2068 worden besteld
• TIG-LASTOORTS Art. 1260 200 A luchtgekoeld. De
lastoorts moet verplicht samen met de verbinding art.
2068 worden besteld
• KOELGROEP ART. 1681.
11 ONDERHOUD
Leder
onderhoud
personeel worden verricht in overeenstemming met
de norm IEC 26-29 (IEC 60974-4).
11.1 ONDERHOUD GENERATOR
In het geval van onderhoud in het apparaat, controleer
of de schakelaar 12 op "O" is geplaatst en of de
voedingskabel niet langer is aangesloten op het lichtnet.
Verwijder regelmatig metaalstof uit de binnenkant van het
apparaat. Maak daarvoor gebruik van perslucht.
moet
door
gekwalificeerd
11.2 HANDELINGEN NA EEN REPARATIE.
Controleer na een reparatie of de bekabeling op
dergelijke wijze is aangebracht dat tussen de primaire en
de secundaire zijden isolatie is aangebracht. Vermijd dat
de draden in aanraking kunnen komen met onderdelen in
beweging of die tijdens de functionering warm worden.
Breng de kabelbinders op de oorspronkelijke wijze aan om te
vermijden dat het primaire en het secundaire circuit met elkaar
in aanraking kunnen komen als een draad breekt of losraakt.
Hermonteer de schroeven en de ringen in de originele stand.
135