Balansregeling; Snelheidsfactor; Impulsbreedtes - Megger TDR2000 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 51

Balansregeling

Zonder de Balansregeling (punt 3 in de Bedieningsorganen en
Display sectie) zal de uitgezonden impuls zichtbaar worden aan
het beginpunt van de trace, en alle terugkaatsingen binnen de
impulslengte (de dode zone) overstemmen. Het balanceercircuit
poogt om de karakteristieke impedantie van de te testen kabel te
benaderen om een gelijkwaardige impuls te produceren.
Aftrekken van deze gelijkwaardige impuls van de uitgezonden
impuls zal de dode zone op een effectieve wijze verwijderen en
zal opsporen van veel dichtere kabelkenmerken toelaten.
Als een alternatief kan met de [L1-L2]&[OFF] modus, wanneer
L2 aangesloten is aan een bekende goede lengte kabel onder
test, L2 worden gebruikt inplaats van het balanceercircuit om de
uitgezonden impuls automatisch te nullificeren.
OPMERKING:
In vele gevallen zal het onmogelijk zijn om de
uitgezonden impuls volledig te nullifuceren.

Snelheidsfactor

De snelheidsfactor is de schaal die wordt gebruikt om het
gemeten tijdinterval om te zetten in de actuele kabellengte. Dit
kan worden getoond op één of twee wijzen: een verhouding van
de uitgezonden impulssnelheid met de lichtsnelheid, of een
afstand gemeten in microseconden. Wanneer dit wordt getoond
als een afstand per µs (of m/µs of ft/µs) zal de snelheidsfactor
worden aangegeven als de helft van de impulssnelheid in de
kabel. De reden hiervoor is dat de impuls verder door de kabel
moet lopen naar het kabelkenmerk en weer terug, wat vergelijkt
met tweemaal de afstand naar het kabelkenmerk.
90
De snelheidsfactorentabel in de HELP pagina's is een algemene
richtlijn, en in praktijk zijn de instellingen onderhevig aan vele
variabele factoren. Indien de preciese lengte van een
kabellengte van hetzelfde type als de K.O.T gekend is, en de
terukaatsing van het kabeleinde zichtbaar is, kan een meer
nauwkeurige waarde worden bepaald:
1. Localiseer de terugkaatsing veroorzaakt door het einde van de
gekende kabellengte, met het instrument ingesteld op het kortst
mogelijke bereik om het einde van de kabel te zien.
2. Localiseer de start van deze terugkaatsing zoals beschreven
in de Bedieningssectie van dit handboek.
3. Stel de snelheidsfactor af tot de correcte kabellengte wordt
getoond.
De meting van de afstand naar de fout kan nu gebeuren met
meer vertrouwen dat de meting juist zal zijn. De bekwaamheid
van het instrument om de afstand naar een kabelkenmerk
nauwkeurig te meten is afhankelijk van de correcte
snelheidsfactor, eventuele fouten in de snelheidsfactor zijn direct
proportioneel met de afstandsmeetfouten. Hierom gebruikt de
TDR2000 de snelheidsfactor tot drie decimalen om eventuele
fouten te reduceren.

Impulsbreedtes

De TDR2000 impulsbreedtes hebben een bereik van 20ns tot
16µs om signaalverzwakking te overwinnen en om het voor het
instrument mogelijk te maken om verder langs een kabellengte
te kijken. In afstandstermen voor de grootte van de uitgezonden
impuls, vertegenwoordigt dit een impuls die zo klein kan zijn als
4.0m tot 3.199m! (Hierbij wordt een snelheidsfactor van 0.667
verondersteld.) Zonder balansregeling zou dit een enorme dode

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido