Geheugenkenmerken - Megger TDR2000 Manual De Instrucciones

zone zijn, maar met het instrument op de correcte wijze
gebalanceerd kunnen fouten goed binnen de impulsbreedte
worden opgespoord.
Omdat de gemeten afstand wordt verkregen bij het beginpunt
van de teruggekaatste impuls, heeft de impulsbreedte geen
invloed op de nauwkeurigheid van de meting. Indien het eerste
kenmerk echter geen volledige terugkaatsing geeft waardoor het
instrument verder kan kijken naar een tweede kenmerk, zal de
bewaamheid om een onderscheid te maken tussen verschillende
kenmerken worden beïnvloed door de impulsbreedtes. In geval
van meervoudige kenmerken kan het instrument alleen
onderscheidelijke kenmerken volledig waarnemen indien deze
meer dan de impulsbreedte van elkaar verwijderd zijn. Daarom
moet het instrument voor het waarnemen van meervoudige
kenmerken worden gebruikt met de kleinste impulsbreedte die
beide kenmerken kan zien.
Bij gebruik van de BEREIK toets voor het veranderen van het
bereik van het instrument, worden de impulsbreedtes ingsteld op
de standaardinstelling voor dat bereik. Indien de verzwakking
van de K.O.T. te hoog is, of als er meervoudige kabelkenmerken
zijn die de standaardimpuls niet kan waarnemen, kan de
gebruiker de standaardimpuls tijdelijk opheffen in het CONFIG
opties menu.

Geheugenkenmerken

De TDR2000 beschikt over 15 geheugenlokaties die kunnen
worden gebruikt voor het opslaan van traces van eerder geteste
kabels. Deze kunnen worden opgeslagen voor verdere analyse
of gedownloaded worden op het TRACEMASTER software voor
analyse op een PC. Elke geheugenlokatie slaat de grafische
trace op, samen met de versterking, het bereik en de
modusinstellingen. Met het TRACEMASTER software, kan de
opgeslagen trace worden geannoteerd en voor verder gebruik
worden bewaard. Met gebruik van het TRACEMASTER software
kan ook een trace naar het instrument worden opgeladen,
inclusief de eerste 64 letters van elke annotatie die op deze trace
worden toegepast.
Met de uitgebreide tweevoudige trace en de verschillende voor
de TDR2000 beschikbare modi, kunnen geheugenlokaties
worden gebruikt als een vergelijking voor 'live' traces. Dit is
bijzonder nuttig wanneer de gekende goede kernen die normaal
zouden worden gebruikt in de [L1]-[L2] modus te ver weg zijn van
de K.O.T. Inplaats hiervan kan een geheugen trace van een
gekende goede kabel met de K.O.T. worden vergeleken.
91