Training in functie PROGRAM
(oefenen met voorprogrammatie)
Selecteer Progam.
Kies een programma P01 tot P12 via
•
up/down en bevestig met enter.
Druk opnieuw op enter en stel waarden in
•
voor time, distance, calories en pulse. Volg
daartoe de procedure zoals hierboven
beschreven.
Wenst u geen waarden in te stellen, druk
•
dan direct op st/stop om de oefening aan
te vatten.
Training in functie USER
(stel zelf uw trainingsprofiel samen)
Stel uw gepersonalizeerd profiel/programma
op . Wanneer u deze modus selecteert zal op
het scherm het eerste segment oplichten.
Stel de weerstand in voor elk segment (16
•
niveau's). Bevestig uw instelling in elk
segment via enter.
Na de 16 segementen te hebben
•
geprogrammeerd dient u de enter toets 2
seconden ingedrukt te houden
Stel waarden in voor time, distance,
•
calories en pulse. Volg daartoe de
procedure zoals hierboven beschreven.
Wenst u geen waarden in te stellen, druk
•
dan direct op st/stop om de oefening aan
te vatten.
Druk op st/stop om te beginnen met
•
oefenen.
U kunt steeds de weerstand manueel
•
aanpassen tijdens de oefening.
Training in functie HRC.
(oefenen via hartslag)
Hartslag preselectie.
Selecteer HRC, en programmeer uw
•
leeftijd via up/down.
Druk vervolgens op enter, en maak een
•
selectie uit 55%, 75%, 90% of TAG,
bevestig via enter.
Als u 55, 75 of 90% kunt u vervolgens de
•
procedure zoals hierboven beschreven
volgen om gepersonalizeerde waarden in
te geven.
Als u TAG selecteert gebruik dan up/down
•
om een hartslagniveau in te stellen.
Vervolgens kan u time, distance, calories
en pulse ingeven, als u dit wenst.
Bevestig uw selectie via enter.
•
Druk op st/stop om te beginnen met
•
oefenen.
Wanneer een hartslagritme is ingesteld
•
wordt de weerstand automatisch geregeld
met een interval van 30 seconden, in
functie van de hartslag.
Eens de ingestelde hartslag bereikt is blijft
•
de computer dit monitoren en eventueel
aanpassen indien nodig om dit niveau te
handhaven.
In geval van een te hoge waarde, zal de
•
weerstand verminderd worden in functie
van de ingestelde waarde, met een
interval van 15 seconden.
Indien bij L1 de geregistreerde hartslag
•
nog steeds te hoog is, zal de computer de
oefening stopzetten.
Training in de functie RACE
U kunt een wedstrijd roeien tegen de computer
(Pc versus User).
Gebruik up/down/enter om het regime in te
•
stellen.
L1 = 8:00 ; L2 = 7:30 ; L3 = 7:00
L4 = 6:30 ; L5 = 6:00 ; L6 = 5:30
L7 = 5:00 ; L8 = 4:30 ; L9 = 4:00
L10 = 3:30 ; L11 = 3:00 ; L12 = 2:30
L13 = 2:00 ; L14 = 1:30 ; L15 = 1:00
Stel de gewenste afstand in via up/down
•
en bevestig met enter.
Druk op st/stop om te beginnen met
•
oefenen.
De oefening stopt wanneer de ingestelde
•
afstand is afgelegd, en het scherm toont
aan wie gewonnen heeft (Pc of Gebruiker).