• Systeembedieningen zoals timergestuu de opname/weergave en automatisch inschakelen werken alleen als
stereo audiosnoeren en systeemsnoeren tussen alle systeemcomponenten zijn gebruikt. Sluit alle snoeren tussen
alle toestellen goed aan.
• Als u een systeemsnoer losmaakt terwijl het systeem wordt gebruikt, kan dit tot slechte werking leiden. Trek de
stroomsnoeren altijd uit voordat u de aansluitingen wijzigt.
2
Aanbevolen systeeminstallatie
• Voor de beste prestaties en stabiliteit installeert u het systeem (201SA-reeks) bij voorkeur zoals hieronder
afgebeeld.
OW R O D N
ME H N M
N / T N BY
5
(DMD-201SA)
C
N /
N BY
5
(DCD-201SA)
✽
Plaats geen andere componenten rechtstreeks op de PMA-201SA. Om afkoeling mogelijk te maken moet u ten
minste 10 cm boven de PMA-201SA vrij laten om de ventilatieopeningen niet te blokkeren.
✽
Om de stabiliteit niet in gevaar te brengen mag u niet meer dan drie componenten op elkaar plaatsen.
46
NEDERLANDS
Systeembedieningen
O / T N BY
¡
O F
M DE
O RC D R C
P O ES
F N T
N
1 3
2
M M
/
NP T
H R C ER E T
CD RS
U T
EC
ON
T N BY
I ER
R C L V L E T R
I I I C R
R ER D D 2 1SA
1 3
2
ON
T N BY
OM ACT
SC P A ER D D 2 1SA
Aansluitingen van het luidsprekersysteem
2
Luidsprekerimpedantie
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 4 tot 16
Ω/ohm.
• Als u luidsprekers met een andere impedantie
gebruikt, zal het beveiligingscircuit worden
ingeschakeld en kunnen zij schade oplopen.
Beschermingscircuit
VO UME
Dit toestel is uitgerust met een snel
(PMA-201SA)
werkend beschermingscircuit. Dit circuit
beschermt het interne schakelplan tegen
N EG A ED A PL I R PMA 0 SA
beschadigingen tengevolge van grote
spanningsstromen
D
N
B ND R S
M MO Y S T
luidsprekerklemmen niet volledig zijn
(TU-201SA)
aangesloten of indien een uitvoer wordt
AM M ST RE
TU ER TU 0 SA
opgewekt door kortsluiting. De werking
van dit beschermingscircuit schakelt de
1
2
uitvoer naar de luidsprekers uit. Indien
D L
E E SE
RS
R C U E
(DRR-201SA)
dit gebeurt dient u de spanning naar het
R C E E /
toestel uit te schakelen en de
aansluitingen op de luidsprekers te
kontroleren.
Daarna schakelt u de spanning weer in.
Nadat het geluid een paar sekonden is
gedempt, zal het toestel normaal gaan
werken.
2
Aansluiten van de luidsprekersnoeren.
q Verwijder de isolatie van het uiteinde van het snoer.
w Strengel de kerndraden in elkaar.
e Draai de luidsprekerklem in tegenwijzerzin om los te
draaien.
r Steek de kerndraden volledig in de klem en draai
dan de klem in wijzerzin om vast te zetten.
q
w
indien
de
B Sluit de snoeren die de luidsprekerklemmen verbinden
met de luidsprekersystemen aan met de juiste
polariteiten (< op <, > op >). Indien u dit niet doet, zal
de centrale klank zwak klinken en is de positie van de
verschillende instrumenten onduid elijk, met nefaste
gevolgen voor het stereo-effect.
B Zorg er bij het aansluiten van de luidsprekers voor dat
de kerndraden van de luidsprekersnoeren niet uit de
klemmen steken en met andere klemmen, met elkaar
of met het achterpaneel in contact komen.
OPMERKING:
• Raak NOOIT de luidsprekerklemmen aan wanneer de
spanning is ingeschakeld.
Dit zou kunnen resulteren in een elektrische schok.
e
r