NEDERLANDS
8.0 Oorzaken van
gebruiksproblemen
Slechte luchttoevoer
•
Controleer de lengte van de schoorsteen en ga na of deze in
overeenstemming is met nationale wetten en voorschriften.
Controleer of de minimale doorsnede van de schoorsteen
groot genoeg is. Zie ook «2.0 Technische gegevens» en «4.5
Schoorsteen en kachelpijp» voor informatie.
•
Controleer of er geen objecten de afvoer van gassen
belemmeren: bijvoorbeeld takken of bomen, enzovoort.
Het vuur gaat na enige tijd uit
•
Controleer of het brandhout droog genoeg is.
•
Controleer of er negatieve druk in de woning is, sluit
mechanische ventilatiesystemen en open een raam dicht bij
de haard.
•
Controleer of de ventilatieopening is geopend.
•
Controleer of de kachelpijp niet verstopt is met roet.
Een ongebruikelijke hoeveelheid roet
ophoopt op het glas
Er zal zich altijd roet ophopen op het glas, maar de hoeveelheid
is afhankelijk van:
•
De vochtigheid van het brandmateriaal
•
De luchtstroom ter plaatse
•
De instelling van de ventilatieopening
De roetlaag wordt gewoonlijk grotendeels weggebrand wanneer
de ventilatieopening helemaal openstaat en de haard goed
brandt.«6.1 Het glas reinigen - goed advies»
52
9.0 Optionele accessoires
Speciale adapter voor de kachelpijp
– bestelnr. 340856 (afb. 6)
Plaatsing
•
Sluit de kachelpijp op de speciale adapter aan.
•
Snijd een houten pin ter grootte van 145 mm en bevestig deze
in de twee groeven in het onderste deel binnenin de adapter
(afb. 6A).
•
Bepaal waar in de haard de kachelpijp en de adapter moeten
worden geplaatst.
•
Maak de adapter ongeveer 5 tot 10 mm boven de haard vast.
Opmerking: Zorg dat het midden is uitgelijnd met het midden
van de kachelpijp.
•
Nadat u de cassette hebt geplaatst, moet u een hand door
de kachelpijp steken en de adapter met de houten pin door
de opening draaien en trekken.
•
Draai nogmaals om de aansluiting te vergrendelen.
Opmerking! Het is van belang dat de verbinding volledig
luchtdicht wordt afgesloten. Lekkage van lucht en dergelijke kan
de goede werking van de haard belemmeren.