Publicidad
017813 MONTAGEHANDLEIDING
1. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen. Eventueel
aanwezige kit ter plaatse van de bevestigingspunten verwijderen.
2. Verwijder de binnenbekleding van de kofferruimte en de afdekplaat van het reservewiel.
Demonteer de achterste uitlaat demper en de bijbehorende schermplaat en de bumper.
3. Boor gaten "A" welke d.m.v. centerpunten zijn aangegeven door op ø 15 mm. Of: plaats de
trekhaak met de gaten "A" tegen de onderzijde van de kofferbodem en tegen de felsrand van
het achterbord en controleer vervolgens of de koppelingskogel in het midden van de auto komt
en boor de gaten "A" door op ø 12 mm. Trekhaak verwijderen en gaten "A" vergroten tot ø 15
mm.
4. Boor nu de gaten "E" en "D" door op ø 12 mm. Centers zichtbaar aan de onderzijde. (zie detail
tekening).
5. Plaats steun "7" via de kofferruimte in de rechter chassisbalk en zet deze vast t.p.v. gat "E"
met een bout M10x30, carrosseriering en veerring.
6. Plaats steun "1" in de rechter chassisbalk met plaatje "2" t.p.v. de gaten "A". Monteer nu steun
"1" en steun "7" aan elkaar d.m.v. contraplaatje "6" t.p.v. de bestaande gaten "F" (welke via de
reservewielbak zichtbaar zijn) met bouten M10x30, moeren en sluitringen.
7. Plaats steun "1" via de kofferruimte in de linker chassisbalk m.b.v. plaatje "2" t.p.v. de gaten
"A". Demonteer het beluchtingsrooster aan de linker buitenzijde.
Center nu het midden van sleufgaten "B", verwijder steun "1" en boor de gaten "B" door op
ø 12 mm.
8. Monteer de trekhaak samen met de steunen "1" en "2" d.m.v. de moeren en veerringen M12.
9. Plaats de boormal "5" op gat "D" en boor gat "C" op ø 12 mm. (Boormal "5" wordt niet
gemonteerd).
10. Monteer nu steun "3" t.p.v. gat "D" en "C" met bouten M10x30, veer- en carrosserieringen en
monteer contraplaatje "4" bij de gaten "B" met moeren en sluitringen.
11. Zet de trekhaak vast. Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M10 - 46 Nm
M12 - 79 Nm
Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken (volgens
gegeven aanhaalmomenten).
12. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals veroorzaakt
door de schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of een persoon
voor wie hij aansprakelijk is (art. 185, lid 2 N.B.W.).
Motortype 119:
Voor een auto met motor type 119 is het noodzakelijk een oliekoeler met aanvullende luchtvanger te
monteren op de automatische versnellingsbak. (Informeer hiervoor bij uw Mercedes dealer).
017813 ANBAU ANWEISUNG
1. Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen. Im Bereich
der Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2. Die Verkleidung des Kofferraums und die Abdeckplatte des Reserverads herausnehmen.
Den hinteren Schalldämpfer mit der zugehörigen Schirmplatte und den Stoßfänger demontieren.
3. Die angekörnten Löcher "A" auf ø 15 mm bohren. Oder: Die Anhängevorrichtung mit den Löchern "A"
gegen die Kofferraumunterseite und das Abschlußblech halten und überprüfen, ob sich die
Kupplungskugel in der Mitte des Fahrzeugs befindet. Die Löcher "A" auf ø 12 mm bohren.
Die Anhängevorrichtung entfernen und die Löcher "A" bis ø 15 mm vergrössern.
4. Die Löcher "E" und "D" auf ø 12 mm bohren. Die angekörnten Punkte sind an der Fahrzeugunterseite
sichtbar (siehe Detailzeichnung).
5. Stütze "7" durch den Kofferraum in den rechten Chassisrahmen legen und mit Schraube M10x30,
Karosseriescheibe und Federring an Loch "E" befestigen.
6. Stütze "1" mit Platte "2" in den rechten Chassisrahmen an die Löchern "A" legen. Stütze "1" und Stütze "7"
mit Gegenplatte "6" aneinander montieren und danach mit Schrauben M10x30, Muttern und
Unterlegscheiben an den vorhandenen Löchern "F" (sichtbar durch den Reserveradbehälter) montieren.
7. Stütze "1" mit Platte "2" durch den Kofferraum in den linken Chassisrahmen an die Löchern "A" legen. Die
Innenraumentlüftung an der linken Aussenseite demontieren.
Die Mitte der Langlöcher "B" ankörnen, Stütze "1" entfernen und die Löcher "B" auf ø 12 mm bohren.
8. Die Anhängevorrichtung und Stützen "1" und "2" mit Muttern und Federringen M12 montieren.
9. Bohrschablone "5" auf Loch "D" legen und Loch "C" auf ø 12 mm bohren. (Bohrschablone "5" wird nicht
montiert).
10. Stütze "3" mit Schrauben M10x30, Federringen und Karosseriescheiben an Loch "D" und "C" montieren
und Gegenplatte "4" mit Muttern und Unterlegscheiben an den Löchern "B" montieren.
11. Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M10 - 46 Nm
M12 - 79 Nm
Nach ca. 1000 km die Bolzenverbindungen wie angegeben nachziehen.
12. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund
unsachgemäßer Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung. (art. 185 lid 2 N.B.W.)
Motortyp 119:
Für ein Auto mit Motortyp 119 ist es notwendig eine Ölkuhlung mit extra Windführung auf dem automatische
Schaltungsgetriebe zu montieren.
(Information: bei ihre Mercedes Dealer).
Publicidad
