Geeft de indicatie (24) de overgang van rood naar
groen aan (zie afbeelding, pagina 2), dan is er een
geringe hechtkracht beschikbaar, die gebruikt kan
worden bij het aanbrengen en afstellen van de
magneetboorstandaard.
Trek na het volledig activeren van de magneet de
draaggreep (2) van de magneetboorstandaard
krachtig heen en weer om u ervan te verzekeren dat
de standaard goed op het materiaal hecht. Indien
dit niet het geval is, het materiaaloppervlak en de
onderzijde van de magneetvoet controleren, zo
nodig schoonmaken en de magneet opnieuw
volledig activeren.
Gebruik op dun staal
De optimale hechtkracht wordt bereikt op
koolstofarm staal van minstens 15 mm dikte.
Voor het boren in staal van mindere dikte kan onder
het materiaal (op de plaats waar de magneetvoet
staat) een stalen plaat (minimale afmeting 100 x
200 x 15 mm) worden aangebracht.
Gebruik op non-ferrometalen
Voor het boren in non-ferrometalen wordt een
stalen plaat op het materaal bevestigd en de
magneetboorstandaard vervolgens op de stalen
plaat geplaatst.
7.7
Het boren
Haal het accupack uit de machine, voordat
instel-, ombouw-, onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitgevoerd worden.
Gebruik geen vervormd of beschadigd
inzetgereedschap. Controleer
inzetgereedschap zoals kernboren voor gebruik
altijd op vervorming of beschadiging.
Gebruik geen toebehoren die door Metabo
niet speciaal voor deze machine bestemd en
aanbevolen worden. Wanneer u de accessoires
aan uw machine kunt bevestigen, garandeert dit
nog geen veilig gebruik.
Wanneer inzetgereedschap verkeerd
bevestigd en gepositioneerd wordt, kan er
door brekende en wegvliegende onderdelen een
gevaarlijke situatie ontstaan.
Bij geblokkeerd inzetgereedschap de
aandrijfmachine direct uitschakelen: de
schakelaar (8) op stand „O" zetten. Het
inzetgereedschap uit de boorplaats verwijderen.
Algemene aanwijzingen:
- De plaats waar het gat geboord moet worden,
markeren.
- Geeft de indicatie (24) de overgang van rood naar
groen aan (zie afbeelding, pagina 2), dan is er een
geringe hechtkracht beschikbaar, die gebruikt kan
worden bij het aanbrengen en afstellen van de
magneetboorstandaard.
- De magneetboorstandaard zo plaatsen dat de
boorpunt zich boven de middenmarkering
bevindt.
- De magneet van de magneetboorstandaard
volledig activeren.
- Blokkering (6) naar buiten trekken.
- Daarna de aandrijfmachine inschakelen
(schakelaar (8) op stand „I" zetten).
- Zo nodig de koelsmeerinrichting inschakelen (zie
hoofdstuk 7.2.
- Het boren met geringe aanzetkracht beginnen.
Wanneer de boor pakt, kan met een enigszins
hogere aanzetkracht verder gewerkt worden. Een
te hoge aanzetkracht heeft een versnelde slijtage
van de boor tot gevolg. Zorg voor een regelmatige
spaanafvoer.
- Voor het verwijderen van de spanen een
spanenhaak gebruiken.
- Wordt het uitgeboorde metalen stuk niet
automatisch uit de kernboor geworpen: verwijder
het met een gereedschap.
Speciale aanwijzing voor inzetgereedschap
met morseconusschacht MC2:
Inzetten van het gereedschap:
Om te voorkomen dat de aandrijfmachine
onbedoeld op-/neerbeweegt: blokkering (6)
inschuiven.
Een correcte bevestiging van het
inzetgereedschap in de boorspindel (13) kan
alleen gegarandeerd worden wanneer de
binnenconus van de boorspindel en de
conusschacht van het inzetgereedschap vrij van
vuil en vet zijn.
Let op! Inzetgereedschap nooit met geweld in
de binnenconus van de boorspindel drukken!
Gebruik alleen goed en scherp
inzetgereedschap.
Machine uitschakelen. Accupack uit de
machine nemen
Inzetgereedschap met conusschacht MC2 kan
direct in de binnenconus van de boorspindel (13)
geplaatst worden.
Uitdrijven van het inzetgereedschap:
De uitdrijver (12) - met de schuine kant tegen het
inzetgereedschap - in de sleuf (11) van de
machinehals leiden. Wanneer de uitdrijver niet door
de boorspindel kan worden gestoken, dient u de
boorspindel (13) licht met de hand te draaien. Het
inzetgereedschap uitdrijven door met een hamer
een lichte klap op de uitdrijver (12) te geven.
Speciale aanwijzingen voor inzetgereedschap
met Weldonschacht 19 mm:
Om te voorkomen dat de aandrijfmachine
onbedoeld op-/neerbeweegt: blokkering (6)
inschuiven.
Eerst de industrieopname 6.26602 (zie hoofdstuk
10. Toebehoren) inzetten.
Let er bij het inzetten op dat de stift aan de
zijkant van de industrieopname in de
draaibeveiliging (14) grijpt.
Vervolgens de snelkoppeling (17) van de
koelsmeerinrichting op het aansluitstuk van de
industrieopname 6.26602 steken.
Inzetten van het inzetgereedschap:
- De centreerstift die bij de kernboor past (zie
hoofdstuk 10. Toebehoren) in het
inzetgereedschap plaatsen.
- Het inzetgereedschap zo in de
gereedschaphouder (16) inbrengen, dat de beide
vlakken (van het cilindrische deel van het
NEDERLANDS nl
25