6. Inbedrijfstelling
De hakselaar moet op
A
een vlakke en vaste onder-
grond stabiel worden opge-
bouwd en mag gedurende het
gebruik niet gekanteld of
schuin geplaatst worden.
Draag altijd handschoenen
A
en een veiligheidsbril wan-
neer u met de hakselaar werkt.
Werp geen stenen, aarde, glas,
textiel, kunststoffen of metalen
delen in het apparaat, want deze
materialen kunnen tot ernstige
beschadigingen van het snij-
werktuig leiden. Grijp bij een
aangesloten apparaat niet in
de uitwerpschacht.
Bij vastlopen van het snijwerk
geen takken meer toevoeren.
Het stopcontact moet met ten-
minste 16 ampère beveiligd zijn.
Bediening van het apparaat
Aanbrengen van de aansluit-
kabel: verbind de aansluitkabel
eerst met de stekker aan de
hakselaar. Sluit daarna de aan-
sluitkabel op het stopcontact
aan.
De kabel niet boven de
A
invoergleuf of onder de
uitwerpopening langs leiden.
Let er bij het uitleggen van
A
de aansluitkabel op dat
deze niet door deur- of venster-
kieren wordt platgedrukt. Trek
de aansluitkabel altijd alleen
aan de stekker uit stopcontact
en nooit aan de kabel zelf.
7. Aanwijzing voor een correcte manier van hakselen
Zorg ervoor dat het snoer
A
niet in de buurt komt van
de in- en uitvoeropening.
Werking
De hakselaar kan alleen
A
in gebruik worden geno-
men indien de vangbak volledig
op zijn plaats geschoven is.
De draairichtingsschakelaar van
de messenwals naar rechts
(afb. 6, pos. 1) draaien. Schakel
daarna de tuimelschakelaar bo-
ven het toestel in (afb. 6, pos. 2).
Nu kan het snijhout tot een dikte
van 30 mm (2000 ESK) of
40 mm (2300 ESK) worden
ingevoerd. Het snijhout wordt
automatisch naar binnen ge-
trokken.
De messenwals kan door
vreemde voorwerpen, te veel
snijhout of door te dikke takken
geblokkeerd worden. Om dit
op te heffen, wordt de draairich-
tingsschakelaar (afb. 7, pos. 1)
op terugloop van de messenwals
gesteld en de tuimelschakelaar
(afb. 7, Pos. 2) opnieuw inge-
schakeld. Nu wordt het snijhout
naar boven vrijgegeven. Als het
hakselgoed niet meer volledig
doorgesneden wordt, moet de
binnenliggende aluminium druk-
plaat van het messenwerk d.m.v.
de instelschroef (afb. 8, pos. 1)
losgemaakt worden.
Vervolgens wordt de kontramoer
(afb. 8, pos. 2) losgedraaid en
de instelschroef zo ver naar links
gedraaid tot de totale blokkade
op terugloop van de messenwals
opgeheven wordt. Na het ophef-
fen van de blokkade wordt de
hakselaar met behulp van de
draairichtingsschakelaar weer
normaal ingesteld (afb. 6,
Bij het starten van de
A
motor moet de hakselaar
volgens de voorschriften geslo-
ten zijn. De vultrechter moet
pos. 1). Wacht de stilstand van
de messenwals af en zet de hak-
selaar door middel van de tui-
melschakelaar (afb. 6, pos. 2)
opnieuw in werking. Indien een
volledige blokkade weer opge-
heven is, moet de aluminium
drukplaat, zoals in punt „8.
Onderhoud en messenwerk"
beschreven, weer gesteld
worden.
Bij abrupte blokkering van de
messenwals bestaat de mogelijk-
heid, dat de draairichting van
de messenwals zelfstandig veran-
dert en het hakselgoed opwaarts
gestuwd wordt. Zet de hakselaar
in dit geval met behulp van de
wipschakelaar (afb. 6, pos. 2)
uit, wacht het stilstaan van de
messenwals af schakel ham
daarna weer door middel van
de wipschakelaar in.
Overbelastingsbeveiliging
De hakselaar is voorzien van
een overbelastingsbeveiliging
die de motor bij sterke over-
belasting, (vooral bij blokkade
van de messenwals) na ca.
8 – 12 seconden uitschakelt.
Na het automatisch uitschakelen
van het apparaat door de over-
belastingsbeveiligingsschakelaar
moet een afkoelingsperiode
van tenminste 5 minuten in acht
genomen worden.
Uitzetten van de machine
Voor het uitzetten de tuimel-
schakelaar (afb. 6, pos. 2)
op 0 (STOP) zetten.
Attentie ! De messenwals
staat niet gelijk stil.
gemonteerd worden. De vang-
bak moet volledig op zijn
plaats geschoven worden.
Bij het verlaten van de hakselaar
NL
27