90 NL – R6...R9 Beknopte installatiegids
Sluit de vermogenskabels aan
Zie figuur
C
op pagina 157. Gebruik symmetrisch afgeschermde kabel voor de
motorbekabeling. Als de kabelafscherming de enige PE-geleider voor de omvormer
of motor is, zorg er dan voor dat deze voldoende geleidbaar is voor de PE.
R0-
1. Bevestig de waarschuwingssticker tegen restspanning in de plaatselijke taal vlak
R4
bij de stuurkaart.
R6-
R9
2. Verwijder de zijplaten van het kabelingangsblok. Maak de bevestigingsschroeven
los en schuif de platen eruit.
R6-
R9
3. Verwijder de afdekking op de vermogenskabelklemmen door de clips los te
maken met een schroevendraaier en de afdekking er uit te trekken.
4. Druk de gaten uit voor de te installeren kabels
NL
5. Snijd een geschikt gat in de rubberen doorvoertule. Schuif de doorvoertule op de
kabel.
DA
6. Maak de uiteinden van de voedings- en motorkabels gereed zoals in de figuur
geïllustreerd. Opmerking: De blote afscherming moet over 360 graden geaard
DE
worden. Markeer de pigtail die van de afscherming gemaakt is, als PE-geleider
met een gele-en-groene kleur.
ES
7. Schuif de kabels door de gaten in de bodemplaat en bevestig de doorvoertules in
FI
de gaten (de motorkabel rechts en de voedingskabel links).
8. Sluit de motorkabel aan:
FR
•
Aard de kabelafschermingen over 360 graden onder de aardklem (8a).
IT
•
Sluit de getwiste afscherming van de kabel aan op de aardklem (8b).
•
Sluit de fasegeleiders van de kabel aan op de T1/U, T2/V en T3/W klemmen.
NL
Draai de schroeven vast tot het aanhaalmoment gegeven in de figuur (8c).
Opmerking: Fasegeleiders (R8, R9) zijn uitneembaar.
PL
9. Sluit de voedingskabel aan zoals in stap 8. Gebruik aansluitklemmen L1, L2 en
L3.
PT
10. R8...R9: Als u parallel installeert, installeer dan de tweede aardingsplaat voor de
RU
parallelle vermogenskabels. Herhaal de stappen 5...9.
11. Installeer de aardingsplaat voor de besturingskabels.
SV
12. Zet de afdekking op de vermogensklemmen terug.
TR
13. Zet de kabels buiten de unit mechanisch vast.
ZH
14. Aard de motorkabelafscherming aan de motorzijde. Voor minimale radiofrequen-
tie-interferentie, dient de motorkabelafscherming over 360 graden geaard te wor-
den bij de doorvoer van de motorklemmenkast.