R - Led
Golfbalans bij AC-lassen (balans = 0; reinigen = van
1 tot 8, knipperend; penetratie = van 1 tot 8, niet
knipperend).
O - Led
Geeft de elektrodediameter weer. De keuze van de elek-
trodediameter varieert van 1 mm tot 4 mm. Gebruik de
knop AA om de diameter te wijzigen. Deze functie is alleen
actief voor AC TIG-lassen.
S - Led
Slope up. Dit is de tijd waarin de stroom de
ingestelde stroomwaarde bereikt vanaf het
minimum (0-10 sec.).
T - Led
Hoofdlasstroom. (10-130A in MMA en van 5-
150A in TIG)
V - Led
Tweede niveau van de lasstroom of basis-
stroom. Deze stroom is altijd een percentage
van de hoofdstroom.
U - Led
Impulsfrequentie (0,16-250 Hz)
De piek- en basistijden zijn gelijk
W - Led
Slope down. Dit is de tijd waarin de stroom
het minimum bereikt en de boog wordt uitge-
schakeld (0-10 sec.).
X - Led
Post gas. Dit stelt de nastroomtijd van het gas na het
einde van het lassen in. (0-30 sec.)
Tussen het oplichten van de twee LED's R en S geeft het
display Z de aanbevolen elektrodediameter weer. De keuze
van de elektrodediameter varieert van 0,5 mm tot 4 mm.
Gebruik de knop AA om de diameter te wijzigen. Deze func-
tie is alleen actief voor AC TIG-lassen.
AE - 10-PINS CONNECTOR
Op deze connector kunnen de volgende afstand-
bedieningen worden aangesloten:
a) las voetpedaal
b) las toorts met startknop
c) las toorts met up/down regeling etc...
AD - GASAANSLUITING 1/4 GAS)
Hierop wordt de gasslang van de TIG-
lastoorts aangesloten.
AB - klem met negatieve uitgang (-)
AC - klem met positieve uitgang (+)
AF
F - schakelaar
Schakelt het apparaat in en uit
AG - gasslangaansluiting
3.3. ALGEMENE OPMERKINGEN
Lees de normen CEI 26-23 / IEC-TS 62081, aandachtig door
voordat u dit apparaat gaat gebruiken, en controleer boven-
dien of de kabels, de elektrodeklemmen, de stopcontacten
en de stekkers onbeschadigd zijn, en of de doorsnede en de
lengte van de laskabels overeenkomen met het gebruikte
vermogen.
3.4. LASSEN VAN BEKLEDE ELEKTRODEN (MMA)
- Overtuig uzelf u ervan dat de schakelaar AF in de stand 0
staat, en sluit vervolgens de laskabels aan volgens de pola-
riteit die wordt vereist door de fabrikant van de elektroden
die u gaat gebruiken. Sluit de klem van de massakabel aan
op het werkstuk, zo dicht mogelijk bij de las, en overtuig
uzelf ervan dat er een goed elektrisch contact is.
- Raak niet tegelijkertijd de las-toorts of de elektrodehouder
en de massaklem aan.
- Zet het apparaat aan via de schakelaar AF.
Selecteer het MMA-proces door op de knop A te drukken,
led B brandt.
- Regel de stroom op grond van de elektrodediameter, de
laspositie en het type verbinding die moet worden gemaakt.
- Zet het apparaat na het lassen altijd uit en haal de elektro-
de uit de elektrodehouder.
AG
45