Algemene Opmerkingen - Cebora 3.300.286/D Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 23
de aardingskabel, moet de aansluiting zo rechtstreeks
mogelijk zijn en moet de diameter van de kabel minimaal
gelijk zijn aan die van de massakabel. Hij moet tevens
worden aangesloten op het werkstuk, op hetzelfde punt
als de massakabel, met behulp van de massaklem of een
tweede massaklem juist ernaast.
Alle voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om
lekkage van de lasstroom te vermijden.
Schakel het apparaat in met de schakelaar 47.
Verwijder het conische gasmondstuk 44 door het recht-
som te draaien.
Schroef de contacttip 43 los.
Druk niet op de toortsschakelaar voordat u de
instructies aandachtig gelezen hebt.
Het is belangrijk te controleren of het apparaat is uitge-
schakeld voordat u de draadspoel en de draadrol ver-
vangt, om te voorkomen dat de draadaanvoermotor per
ongeluk start.
Druk op de toortsschakelaar 39 en laat hem pas los wan-
neer de draad naar buiten komt.
De lasdraad kan prikwonden veroorzaken.
Richt de toorts nooit op lichaamsdelen, andere personen
of metaal tijdens het aanvoeren van de lasdraad.
Schroef de contacttip 43 weer vast en controleer of de
diameter van het gat overeenkomt met de gebruikte
draad.
Bevestig het conische gasmondstuk 44 opnieuw door het
rechtsom te draaien.
5.1 AANSLUITEN VAN DE GASSLANG
• De gascilinder moet voorzien zijn van een reduceerven-
tiel en een flowmeter.
• Als de cilinder op de cilinderhouder van het apparaat
wordt geplaatst, moet hij op zijn plaats worden gehouden
door de voorziene ketting en van een geschikt formaat
zijn, om de stabiliteit van het apparaat niet in het gedrang
te brengen.
• Sluit na het plaatsen van de cilinder de gasslang die ach-
teraan uit het apparaat komt aan op het reduceerventiel.
• Draai de gascilinder open en stel de flowmeter in op
ongeveer 8-10 l/min.
OPGELET: Let erop dat het gebruikte gas geschikt is voor
het te lassen materiaal.

5.2 ALGEMENE OPMERKINGEN

Lees vóór gebruik van dit lasapparaat aandachtig de
voorschriften CEI 26-23 - CEI CLC 62081. Zorg er ook
voor dat de isolatie van de kabels, de toorts en de mas-
sakabel intact is.
6 LASSEN
6.1 LASSEN VAN STAAL
6.1.1
Met gasbescherming.
Voor het lassen van staal kan 75% ARGON + 25% CO2
of 100% CO2 worden gebruikt.
Sluit de kabels aan zoals getoond in figuur 3.
Kies de gewenste lasstroom met de draaischakelaar 47.
Beweeg de toorts naar het laspunt en druk de schakelaar
39 in.
46
Fig. 3
Regel de potentiometerknop 2 tot het apparaat met een
constant en continu geluid last.
Als de snelheid te hoog is, heeft de draad de neiging aan
het stuk te gaan kleven, waardoor de toorts overspringt.
Als de snelheid te laag is, smelt de draad in losse drup-
pels of blijft de boog niet branden.
Wanneer u klaar bent met lassen, zet u het apparaat uit
en draait u de gascilinder dicht.
Zie figuur 5 voor de juiste lashoek.
6.1.2
Zonder gasbescherming.
Sluit de kabels aan zoals getoond in figuur 4.
Fig. 4
Gebruik uitsluitend gevulde lasdraad met een diam. van
0,9 die overeenstemt met de norm AWS AS.20 E71 TII of
E71 TGS en die geschikt is voor gebruik zonder gasbe-
scherming.
Verbind de massakabelklem met het werkstuk.
Volg na het aansluiten van de kabels de instructies in
paragraaf 5.1.1.
OPMERKING: Voor compacte, goed beschermde lasna-
den moet u van links naar rechts en van boven naar onder
werken.
Verwijder al het afval na elke lasbewerking.
Zie figuur 5 voor de juiste lashoek.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido