Deel IV – Vereist materiaal
1. Genius™-controle/kalibrator
2. Stroommodule met stroomadapter
3. Sondekabel
4. Gebruikshandleiding
5. Te testen Genius™ 3-thermometers
6. 8 Genius™ wegwerpbare sondeafdekkingen, onderdeel 303030.
Als u alleen een kalibratiecontrole uitvoert, zijn er 2 sondeafdekkingen vereist.
Als er een herkalibratie moet worden uitgevoerd, zijn er 6 extra sondeafdekkingen nodig.
7. Kleine kruiskopschroevendraaier
Deel V – Systeeminstallatie
De volgende handelingen moeten worden uitgevoerd voor gebruik van de Genius™-controle/kalibrator:
1. Sluit de juiste stroomadapter voor uw land aan op de stroommodule.
2. Sluit de kabel van de stroommodule aan op de stroomaansluiting op het voorpaneel.
3. Sluit de stroommodule aan op een stopcontact.
4. Schakel de eenheid in met de schakelaar op het voorpaneel.
5. Laat de Genius™-controle/kalibrator voor gebruik ten minste 15 minuten opwarmen.
6. Leg een cassette klaar met nieuwe Genius™-sondekapjes.
7. Laat de Genius™ 3-thermometers op kamertemperatuur komen.
8. Prepareer de Genius™ 3-thermometers door de lenzen voor gebruik grondig te reinigen. Raadpleeg de gebruikshandleiding van
de Genius™ 3-thermometer voor reinigingsinstructies.
9. Verwijder het deurtje van het batterijgedeelte met een kleine kruiskopschroevendraaier. Verwijder alle drie AAA-batterijen.
10. Sluit de ronde connector van de sondekabel aan op het voorpaneel van de Genius™-controle/kalibrator.
11. Sluit het andere uiteinde van de sondeconnector aan op het batterijgedeelte. De connector klikt op zijn plaats op de plek van de
batterijen. Niet vooruit verplaatsen totdat de connector stevig vast zit. Zie Afbeelding 2.
Afbeelding 2 – Plaatsing van de sondeconnector in het Genius™ 2 of Genius™ 3 batterijcompartiment
Genius
Thermometercontroleur/kalibrator
TM
2
1
Genius™ 2
2
Genius™ 3
4
1
Inhoudsopgave