Veiligheidsvoorschriften - GGP ITALY MCS 504 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 35
NL

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

VOOR GEBRUIK ZORGVULDIG DOORLEZEN
A) VOORBEREIDING
1) Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zorg dat u ver-
trouwd raakt met de bedieningsknoppen en u in staat bent de gras-
maaier op de juiste wijze te gebruiken. Leer hoe u de motor snel kunt
uitschakelen.
2) Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel waarvoor hij
is bestemd, dat wil zeggen voor het maaien van gras. Ieder doel
waarvoor de grasmaaier wordt gebruikt dat niet uitdrukkelijk in de
gebruiksaanwijzing wordt vermeld kan gevaarlijk zijn en zou de
machine kunnen beschadigen. De volgende situaties behoren tot het
oneigenlijk gebruik (bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend):
– vervoer van personen, kinderen of dieren op de machine;
– zich door de machine laten vervoeren;
– gebruik van de machine voor het aanslepen of aanduwen van een
last;
– gebruik van de machine voor het verzamelen van bladeren of afval;
– gebruik van de machine voor het knippen van heggen of voor het
maaien van andere vegetatie dan gras;
– gebruik van de machine door meer dan één persoon tegelijk;
– het mes aanschakelen op zones zonder gras.
3) Laat kinderen of personen die deze gebruiksaanwijzing niet gele-
zen hebben de grasmaaier niet gebruiken. De leeftijd van de gebrui-
ker kan landelijk gereglementeerd zijn.
4) Gebruik de grasmaaier in geen geval:
– als er personen, met name kinderen of dieren in de buurt zijn;
– als u onder invloed van medicijnen of alcohol e.d. bent omdat de-
ze uw reactievermogen kunnen verminderen.
5) Denk eraan dat de gebruiker van de grasmaaier aansprakelijk is
voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun
eigendommen kunnen overkomen.
B) VOOR HET GEBRUIK
1) Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en een lan-
ge broek te dragen. Gebruik de grasmaaier niet met blote voeten
of met open sandalen.
2) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig en verwij-
der alles wat door de machine kan worden uitgestoten of de snij-
groep en de motor zou kunnen beschadigen (zoals stenen, takken, ij-
zerdraad, botten e.d.).
3) LET OP: GEVAAR! De benzine is bijzonder brandbaar:
– bewaar de brandstof in speciale tanks;
– giet de brandstof, met behulp van een trechter en alleen in de
open lucht, in de tank. Tijdens deze handeling en bij het han-
teren van de brandstof is het verboden te roken.
– giet de brandstof in de tank vóórdat u de motor aanzet: als de
motor aanstaat of warm is mag u geen benzine toevoegen of de
dop van de benzinetank afdraaien;
– als u benzine gemorst hebt mag u de motor niet starten maar dient
u de grasmaaier uit de buurt van de plek waar u de benzine ge-
morst hebt te brengen en voorkomen dat er brand ontstaat. U dient
te wachten totdat de brandstof verdampt is en de benzinedampen
opgelost zijn;
– draai de dop altijd weer goed op de benzinetank op de grasmaai-
er en het benzineblik.
4) Vervang de geluiddempers als deze defect zijn.
5) Vóór het gebruik dient u een algemene controle te verrichten
en dient u met name de toestand van de messen te controleren
en dient u te kontroleren of de bouten en de messen niet versle-
ten of beschadigd zijn. Vervang het beschadigde of versleten mes
en/of bouten altijd samen, om ervoor te zorgen dat het maaidek in
balans blijft.
C) TIJDENS HET GEBRUIK
1) Start de motor niet in gesloten ruimten, waar zich gevaarlijke kool-
stofmonoxyde kan ontwikkelen.
2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
3) Indien mogelijk, maai niet als het gazon nat is.
4) Kontroleer op een glooiend terrein altijd of u voldoende steunpun-
ten heeft.
5) Ren in geen geval, maar loop gewoon; laat u niet voorttrekken door
de grasmaaier;
6) Maai een helling altijd in de dwarsrichting en nooit van boven naar
beneden.
7) Pas goed op als u op een helling van richting verandert;
8) Maai geen gazons die een helling van meer dan 20° hebben.
9) Pas goed op als u de grasmaaier naar u toe haalt;
10) Als de grasmaaier om vervoersredenen schuin gehouden moet
worden, of als u de grasmaaier over een terrein verplaatst waar geen
30
gras ligt, of als de grasmaaier van of naar het te maaien terrein ver-
plaatst dient u het mes vast te zetten.
11) Gebruik de grasmaaier nooit om gras te maaien als de beveiligin-
gen beschadigd zijn.
12) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het toerental van de
motor niet buitengewoon hoog oplopen.
13) Bij de modellen met voorttrekking, dient u vóórdat u de motor
start de wielaandrijving uit te schakelen.
14) Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen en houd uw
voeten uit de buurt van het mes.
15) Houd de grasmaaier niet schuin bij het inschakelen. Schakel de
grasmaaier op een vlakke ondergrond in waar geen obstakels zijn of
hoog gras.
16) Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of onder
de roterende gedeelten.
17) Til de grasmaaier niet op of vervoer de grasmaaier niet terwijl de
motor draait.
18) Schakel de motor uit en koppel de bougiekabel los:
– vóórdat u enige werkzaamheden onder het maaidek uitvoert of
vóórdat u het uitwerpkanaal leegt;
– vóórdat u de grasmaaier kontroleert, schoonmaakt of ermee werkt;
– nadat u op een vreemd voorwerp gestoten bent, controleer of de
grasmaaier beschadigd is en voer de nodige reparaties uit vóórdat
u de maaier opnieuw gebruikt;
– als de grasmaaier abnormaal begint te trillen (Meteen de oorzaak
van de trillingen opsporen en hem laten nakijken door een
Gespecialiseerd Servicecentrum).
19) Schakel de motor uit:
– iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat. Haal bij de
modellen die elektrisch bestuurd worden ook de sleutel eruit;
– vóórdat u benzine bijtankt;
– vóórdat u de maaihoogte afstelt.
20) Neem gas terug vóórdat u de motor uitschakelt. Draai na het
maaien de benzinetoevoer dicht, waarbij u de aanwijzingen in het
motorinstructieboekje nauwkeurig dient op te volgen.
21) Tijdens het maaien dient u altijd een veiligheidsafstand van het
roterende mes in acht te nemen, afhankelijk van de lengte van de
handgreep.
D) ONDERHOUD EN OPSLAG
1) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten om er zeker
van te zijn dat de machine altijd op een veilige manier gebruiksklaar
is. Als u regelmatig onderhoud aan de grasmaaier pleegt zal de wer-
king van de maaier veilig blijven en zal het prestatieniveau gelijk blij-
ven.
2) Zet de grasmaaier niet met benzine in de tank in een ruimte waar
de benzinedampen met vlammen, vonken of een warmtebron in aan-
raking zouden kunnen komen.
3) Laat de motor afkoelen vóórdat u de grasmaaier opbergt.
4) Om het brandgevaar zoveel mogelijk te beperken dient u de
motor, de geluiddemper van het uitwerpmechanisme, de accu-
bak en de benzinetank vrij te houden van gras, bladeren of teveel
vet. Laat geen zakken of bakken met gemaaid gras in de opslag-
ruimte achter.
5) Als u de tank moet legen, dient u dit in de open lucht te doen en
terwijl de motor koud is.
6) Trek werkhandschoenen aan als u het mes demonteert en opnieuw
monteert.
7) Zorg dat het maaidek opnieuw in balans wordt gebracht nadat
het mes geslepen is. Alle handelingen aan het maaidek (demonta-
ge, slijpen, in balans brengen, hermontage en/of vervanging) vergen
een welbepaalde vaardigheid en het gebruik van speciaal gereed-
schap; uit veiligheidsoverwegingen, dienen deze handelingen bijge-
volg uitgevoerd te worden in een gespecialiseerd servicecentrum.
8) Gebruik de machine om veiligheidsredenen nooit met versle-
ten of beschadigde onderdelen. De onderdelen moeten ver-
nieuwd en niet gerepareerd worden. Gebruik uitsluitend origine-
le reserveonderdelen. Onderdelen van een andere kwaliteit kun-
nen de machine beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn voor de
gebruiker.
E) TRANSPORT EN VERPLAATSING
1) Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, vervoerd of
overgeheld moet worden, is het noodzakelijk:
– stevige werkhandschoenen te dragen;
– neem de machine vast op punten waar u een stevige grip hebt,
rekening houdend met het gewicht en de spreiding van het
gewicht;
– doe een beroep op een toereikend aantal personen die het gewicht
van de machine kunnen heffen, volgens de kenmerken van het
transportmiddel of de plaats waar de machine opgenomen of
opgesteld moet worden.
2) Bevestig de machine tijdens het vervoer goed met touwen of ket-
tingen.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Mcs 504 trMcs 504 tr/e

Tabla de contenido