Tabla de contenido
Publicidad
D
Batterie für die Fernsteuerungen
N
Zenderbatterij
D Antenne
N Antenne
D • Die Schraube in der Batteriefachabdeckung mit einem
Kreuzschlitzschraubenzieher lösen. (Die Schraube bleibt
mit der Abdeckung verbunden.)
• Die Batteriefachabdeckung öffnen.
• Eine 9-Volt Batterie (6LR61), wie auf der Abdeckung
dargestellt, einlegen.
• Die Batteriefachabdeckung schließen und die Schraube
mit einem Kreuzschlitzschraubenzieher festziehen. Nicht
zu fest anziehen.
BITTE BEACHTEN: Falls die Batteriefachabdeckung sich
nicht schließen läßt, überprüfen Sie, ob die Batterien in
der richtigen Richtung eingelegt wurden. Achten Sie
darauf, daß die Pole zur Antenne weisen.
• Diesen Vorgang wiederholen, um die Batterie in die
zweite Fernsteuerung einzulegen.
N • Draai de schroef in het batterijklepje los met een
kruiskopschroevedraaier. (De schroef blijft in het klepje
zitten.)
• Maak het batterijklepje open.
• Plaats een 9-volt (6LR61) alkalinebatterij met de
batterijpolen in de richting van de antenne, zoals staat
aangegeven op het batterijklepje.
• Zet het batterijklepje weer op z'n plaats en draai de
schroef vast met een kruiskopschroevedraaier. Draai
niet al te strak vast.
N.B.: Als het batterijklepje niet dichtgaat, controleer dan
de plaatsing van de batterij. Let erop dat de batterijpolen
in de richting van de antenne wijzen.
• Doe hetzelfde bij de andere zender.
D
Batterie Hinweise
N
Batterijtips
D • Niemals alte und neue Batterien zusammen einsetzen.
(Immer alle Batterien zur gleichen Zeit auswechseln.)
• Niemals Alkali-Batterien mit Standardbatterien
(Zink-Kohle) oder aufladbaren Nickel-Cadmium-Zellen
kombinieren.
• Immer die Batterien herausnehmen, bevor mit dem
Spielzeug für längere Zeit nicht gespielt wird. Niemals
verbrauchte Batterien in dem Spielzeug lassen. Ein
Auslaufen der Batterien oder Korrosion könnten das
Spielzeug beschädigen.
• Bitte nicht versuchen, nicht-wiederaufladbare Batterien
aufzuladen.
• Wiederaufladbare Batterien aus dem Spielzeug
herausnehmen, um sie aufzuladen.
• Das Wiederaufladen der Batterien sollte nur unter
Aufsicht einer erwachsenen Person durchgeführt werden.
• Die Batterien in der angegebenen Polrichtung (+/-)
einlegen. Immer die Anleitungen des Spielzeug- oder
Batterieherstellers beachten.
• Schwache oder verbrauchte Batterien umgehend aus
dem Spielzeug entfernen und entsorgen.
N • Nooit oude en nieuwe batterijen bij elkaar gebruiken.
• Gebruik nooit alkaline-, standaard (koolstof-zink) of
oplaadbare (nikkel-cadmium) batterijen door elkaar.
• Wanneer het speelgoed voor langere tijd niet wordt
gebruikt, de batterijen eruit halen. Laat nooit lege
batterijen in de auto of zender zitten. Door lekkende
D Batteriefachabdeckung
N Batterijklepje
D 9V (6LR61)
N 9-volts (6LR61) batterij
batterijen en roestvorming kan dit speelgoed beschadigd
worden.
• Probeer niet om niet-oplaadbare batterijen op te laden.
• Haal de oplaadbare batterijen uit de auto of zender
voordat je ze oplaadt.
• Het opladen van de oplaadbare batterijen mag alleen
onder toezicht van een volwassene gebeuren.
• Zorg ervoor dat er geen kortsluiting ontstaat bij de de
batterijpolen.
• Lege batterijen altijd uit de auto of zender halen.
D
Bedienung
N
Het gebruik
D Die ferngesteuerten Autos werden auf unterschiedlichen
Frequenzen betrieben. Die rote Fernsteuerung steuert das
rote Auto; die blaue Fernsteuerung steuert das blaue
Auto.
WICHTIGER HINWEIS: Achten Sie darauf, daß die Autos
nur auf der Rennstrecke benutzt werden. Sie sind nicht für
anderweitigen Gebrauch konstruiert.
N De auto's werken op verschillende radiofrequenties. De
rode zender bestuurt de rode auto; de blauwe zender
bestuurt de blauwe auto.
N.B.: Gebruik de auto's uitsluitend op de racebaan. Zij zijn
niet geschikt om op een andere manier gebruikt te wor-
den.
D Ansicht Unterseite
N Onderaanzicht
D Ein/Aus-Schalter
N Aan/Uit-schakelaar
D • Den Schalter unten am Auto in die "EIN"-
schieben.
N • Draai de auto ondersteboven.
• Schuif de schakelaar onder op de auto op "AAN"
D Ansicht
Oberseite
N Bovenaanzicht
D Startknopf
N Startknop
D • Das Auto auf die Räder stellen.
• Den Startknopf oben auf dem Auto drücken.
(Das LED-Lämpchen leuchtet auf, und die Reifen
springen ein wenig nach vorne.)
• Eine Geschwindigkeit wählen, indem der
Geschwindigkeitsregler in eine der beiden Positionen
geschoben wird:
Schnell
Langsam
BITTE BEACHTEN: Wenn sich der Geschwindigkeitsregler
nicht leicht verschieben läßt, drehen Sie die Hinterräder
leicht mit der Hand und bewegen Sie gleichzeitig den
Geschwindigkeitsregler.
N • Zet de auto weer gewoon neer.
• Druk op de startknop bovenop de auto. (De LED zal
oplichten en de banden zullen even naar voren draaien.)
• Kies een snelheid door de snelheidsschakelaar te zetten op:
Snel
Langzaam
N.B.: Als de snelheidsschakelaar wat stroef gaat, met je
handen de achterwielen iets ronddraaien en tegelijkertijd de
schakelaar schuiven.
13
Position
.
D LED-Lämpchen
N LED
D Geschwindigkeitsregler
N Snelheidsschakelaar
Publicidad
Tabla de contenido
