ims PRO MIG CARPRO 230V Manual Del Usuario página 51

Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN ALUMINIUM (FIG II)
Deze apparaten zijn geschikt voor het lassen van aluminiumdraad van 0,8 mm. (fig II-B).
Voor het lassen van aluminium dient u een neutraal Argon puur (Ar) gas te gebruiken. Om het juiste gas te kiezen, kunt
u advies vragen aan uw gasleverancier. De gastoevoer ligt tussen 15 en 25 L/m, afhankelijk van werkomgeving en de
ervaring van de lasser. Hieronder vindt u de verschillen tussen het gebruik voor het lassen van staal en het lassen van
aluminium:
- Perswalsen: Gebruik speciale rollen voor aluminium om vervorming van de draaddoorsnede te voorkomen.
- De druk van de aanvoerrollen van de haspel op het draad: zet er minimale druk op zodat u de draad niet beschadigt.
- Toorts : gebruik een speciale toorts voor aluminium. Deze toorts heeft een teflon mantel om wrijving te verminderen.
- Wanneer er geen speciale Aluminium toorts wordt gebruikt, moet de metalen mantel van de toorts vervangen worden
door een Teflon mantel.
- Buis die het draad geleidt naar de aansluiting van de toorts van het draadaanvoersysteem : Verwijder de buis alvorens
de aluminium toorts met een Teflon mantel aan te sluiten.
- Snijd de mantel NIET bij de rand af !! deze mantel wordt gebruikt om de draad vanaf de aanvoerrollen te geleiden. (fig II-B)
- Contact buis van de toorts : gebruik een SPECIALE aluminium contact buis, die geschikt is voor de diameter van het draad.
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN VAN STAAL MET EEN HOGE ELASTISCHE REKGRENS
Deze apparaten worden aanbevolen door autofabrikanten voor het hardsolderen van hoge treksterkte platen met een
cuprosilicium CuSi3 of CuAl8 of cuproaluminium draad (Ø 0,8 mm en Ø 1 mm). De lasser dient een neutraal puur Argon
gas (Ar) te gebruiken. Om het juiste gas te kiezen, kunt u advies vragen aan uw gasleverancier. De gastoevoer ligt
tussen 15 en 25 L/m.
GAS AANSLUITING (FIG I)
Sluit de drukregelaar aan op de gasfles(drukregelaar niet meegeleverd).
In geval van gebruik met één of twee gasflessen.
Sluit iedere fles aan op de elektrokleppen, in deze volgorde :
- elektroklep MIG CARPRO 230 V linksboven (fig I-B:11)
PROCEDURE VAN HET MONTEREN VAN BOBIJNEN EN TOORTSEN (FIG III)
- Open het klepje van het apparaat.
- Plaats de spoel, en houd daarbij rekening met de aandrijfpen van de spoelhouder (fig III-2).
- Stel de rem van de spoel af (fig III-3) om te voorkomen dat tijdens de lasstop de draad in de war raakt). In het alge-
meen : niet te strak aandraaien !
- De aanvoerrollen (fig III-4) hebben een dubbele groef (0,6 / 0,8 mm). De indicatie die leesbaar is op de aanvoerrol
geeft de dikte aan van de te gebruiken draad. Voor een draaddiameter van 0,8 mm gebruikt u de groef 0,8.
- Voor de eerste ingebruikname :
- Schroef de draadaanvoerschroef los (fig III-6)
- Ga als volgt te werk voor het instellen van de draaiknop van de aandrijfrollen (fig III-5) :
- Schroef maximaal los, stel de motor in werking door op de trekker van de toorts te drukken, draai de knop aan en blijf
de trekker ingedrukt houden. Vouw de draad bij het uitgaan uit het mondstuk. Leg een vinger op de gebogen draad om
deze niet verder te laten gaan. De instelling van de aandrukrollen is correct wanneer de rollen op de draad glijden, zelfs
als de draad aan het eind van de toorts geblokkeerd is.
- Kies de diameter van de contact tip aan het uiteinde van de toorts. Gebruik een contact tip die geschikt is voor het
door u gebruikte draad.
De gebruikelijke afstelling : het kartelwieltje van de aandrijfrollen (fig III-5) op stand 3 voor staal en stand 2 voor alu-
minium. Nb : regel voor aluminiumdraad een minimale druk, om te voorkomen dat het draad geplet wordt.
KEUZE VAN DRAADSPOEL
Mogelijke configuraties:
Type draad Toorts 1
Ø 300
x
staal
Ø 200
x
Ø 200
RVS x
CuSi3 Ø 200 x
CuAl8 Ø 200 x
Ø 300 x*
Alu
AlMg5
Ø 200 x*
*zorg voor teflon mantel / speciale aluminium contact tip .
Verwijder het omhulsel
IMS MIG CARPRO 230V
Gas
argon
+
CO2
argon
pur
NL
51