6
Voorbereiden van gerechten
WAARSCHUWING!
Brandgevaar!
– Gebruik alleen houders die geschikt zijn voor
de gekozen werkmodus, ► 'Selecteren van
geschikt keukengerei', pagina 63.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brandwonden!
– Wees voorzichtig bij het uitnemen van heet
NL
voedsel of dranken uit de ovenruimte omdat de
houders zelf verhit kunnen zijn door hun hete
inhoud.
– Om ontploffi ngsgevaar te voorkomen,
vloeistoffen of voedsel verwarmen in afgesloten
houders.
– Wees zeer voorzichtig bij het uitnemen van
vloeistoffen uit de oven na het verhitten in de
magnetron: deze kunnen tot aan hun kookpunt
gebracht zijn zonder het zichtbaar bewijs van
kookbellen.
TIP:
Het kook, verhitting of ontdooi proces kan altijd
onderbroken worden door te drukken op de
toets. Druk nog een keer op de
proces helemaal te annuleren.
64
6.1 Koken met de magnetron
1. Plaats het eten wat verwarmd moet worden in een houder die geschikt
is voor een magnetron (►'Selecteren van geschikt keukengerei', pagina
63) en plaats deze op het draaiplateau.
2. Sluit de deur.
3. Druk op
Ü Het display toont
4. Druk herhaaldelijk op de
onderlinge vermogensinstellingen.
toets om het
5. Draai aan de draaiknop
6. Draai aan de draaiknop
TIP:
Wanneer voedsel in de magnetron wordt bereid,
moet het op een geschikte manier afgedekt zijn om
te voorkomen dat het uitdroogt.
om de magnetron functie te laten werken.
% en
.
100
toets om te schakelen tussen de
TIP:
De vermogensinstellingen worden als percentages
gegeven, in overeenstemming met de volgende
waarden:
%: circa. 700 W
100
%: circa. 560 W
80
%: circa. 420 W
60
%: circa. 280 W
40
%: circa. 140 W
20
%: Deze instelling zorgt ervoor dat de onderdelen
00
na een langere werking af kunnen koelen en
dat alle waterdamp of stoom uit de ovenruimte
verwijderd wordt.
om de gewenste procestijd in te stellen.
om het kookproces te starten.