Oplossing van problemen
Als een probleem optreedt, moet u eerst het volgende controleren.
1. Zijn de aansluitingen juist?
2. Hebt u de ontvanger bediend volgens de bedieningsinstructies?
3. Werken de luidsprekers, platenspeler en andere componenten zoals het hoort?
Als dit toestel niet naar behoren werkt, controleer dan de in onderstaande tabel vermelde punten.
Als het probleem blijft bestaan, is er mogelijk een defect.
Schakel onmiddellijk de spanning uit en neem contact op met uw verkooppunt.
Symptoom
Oorzaak
• Het netsnoer is niet goed ingestoken. • Controleer of de stekker goed in
Display licht niet op en
er is geen geluid
wanneer de spanning
wordt ingeschakeld.
• Luidsprekersnoeren niet stevig
aangesloten.
• Onjuiste stand van de INPUT
SELECTOR-knop.
Display licht op, maar
• Volume staat op minimum.
er is geen geluid.
• MUTING (demping) staat aan.
• Er worden geen digitale signalen
ingevoerd, terwijl de digitale ingang
is ingesteld.
• Luidsprekerklemmen
kortgesloten.
• De ventilatie-openingen van het
toestel zijn afgedekt.
Display verschijnt niet
en spanningsindicator
knippert snel.
• Het toestel werkt met een continu
hoge
spanning
onvoldoende geventileerd.
• Onvolledige aansluiting van de
Geluid komt slechts uit
luidsprekersnoeren.
één kanaal.
• Onvolledige aansluiting van de
ingangs-/uitgangssnoeren.
Posities van
• Omgekeerde aansluiting van linkse
instrumenten
en rechtse luidsprekers of linkse
omgekeerd tijdens
en rechtse ingangs-/uitgangssnoeren.
stereoweergave.
Maatregelen
het stopcontact steekt.
• Schakel de spanning in met de
afstandsbediening na het aanzetten
van de POWER-schakelaar.
• Steek stevig in.
• Stel in op de juiste stand.
• Draai het volume omhoog tot een
geschikt niveau.
• Schakel MUTING (demping) uit.
• Voer digitale signalen in of selecteer
ingangsaansluitingen waarin digitale
signalen worden ingevoerd.
zijn
• Schakel de spanning uit, sluit de
luidsprekers juist aan en schakel
vervolgens de spanning opnieuw in.
• Schakel de spanning van het toestel
uit en ventileer het goed zodat het
kan afkoelen.
Schakel de spanning opnieuw in
zodra het toestel is afgekoeld.
• Schakel de spanning van het toestel
en/of
wordt
uit en ventileer het goed zodat het
kan afkoelen.
Schakel de spanning opnieuw in
zodra het toestel is afgekoeld.
• Sluit goed aan.
• Sluit goed aan.
• Controleer de linkse en rechtse
aansluitingen.
NEDERLANDS
Symptoom
• De luidsprekersystemen staan te
dicht bij elkaar.
• Vloer is onstabiel en onderhevig
Rondzingen is hoorbaar
aan trillingen.
wanneer het volume
luid staat.
• Naalddruk te zwak.
Het geluid is vervormd.
• Vuil of stof op de naald.
• Batterijen leeg.
Blz.
• Afstandsbediening te ver van het
6
Dit toestel werkt niet
toestel.
correct wanneer het
• Obstakel tussen dit toestel en
7
wordt bediend met de
afstandsbediening.
afstandsbediening.
• Verkeerde toets ingedrukt
<
•
en
liggen in de verkeerde richting.
5
17
17
17
19
5
2, 5
2, 5
5, 6
5, 6,
9, 10
5
36
NEDERLANDS
Oplossing van problemen
Oorzaak
Maatregelen
• Zet ze zover mogelijk uit elkaar.
• Gebruik kussens om de trillingen
van de luidsprekers overgedragen
door de vloer op te vangen. Als de
platenspeler niet is uitgerust met
isolatoren, gebruik dan audio-
isolatoren (in de handel verkrijgbaar).
• Stel de naalddruk goed af.
• Controleer de naald.
• Vervang door nieuwe batterijen.
• Breng dichter bij elkaar.
• Neem het obstakel weg.
• Druk de juiste toets in.
>
-polen van de batterijen
• Leg de batterijen juist in.
Blz.
—
—
—
—
3
3
3
—
3