NL
Kennismaking met het apparaat
4 "Freezer"-toets
Om de ingestelde temperatuur in de
diepvriesruimte op indicatie 9 (zie
beschrijving indicatie 9d) aan te geven.
5 "Cooler"-toets
Om de ingestelde temperatuur in de
koelruimte op indicatie 9 (zie beschrijving
indicatie 9c) aan te geven.
6 Insteltoets voor koelruimte- en
vriesruimtetemperatuur
a) (De temperatuur in de koelruimte is
instelbaar van 2ºC tot 8ºC). De "Cooler"-
toets en vervolgens de ºC-toets
indrukken. De insteltemperatuur wordt op
indicatie 9 aangegeven. De insteltoets
een aantal keren indrukken of ingedrukt
houden tot de gewenste temperatuur
wordt aangegeven. (De insteltemperatuur
wordt in doorlopende volgorde van 8ºC
tot 2ºC aangegeven. Na 2ºC verschijnt
weer 8ºC).
b) (De temperatuur in de diepvriesruimte is
instelbaar van -16ºC tot -26ºC). Om de
gewenste temperatuur in de
diepvriesruimte in te stellen de
"Freezer"-toets en vervolgens de
ºC-toets indrukken. De insteltemperatuur
wordt op indicatie 9 aangegeven. De
insteltoets een aantal keren indrukken of
ingedrukt houden tot de gewenste
temperatuur wordt aangegeven. (De
insteltemperatuur wordt in doorlopende
volgorde van -16ºC tot -26ºC
aangegeven. Na -26ºC verschijnt weer -
16ºC).
7 Indicatie "alarm"
Brandt alleen wanneer de alarmfunctie
is geactiveerd. Dit gebeurt wanneer het te
warm wordt in de vriesruimte en de
diepvriesproducten gevaar lopen. De
indicatie gaat uit zodra de vriesruimte
weer op bedrijfstemperatuur is.
8 Indicatie "super"
Brandt alleen wanneer de "super"-
toets is ingedrukt en daardoor de
supervriesstand is ingeschakeld.
De indicatie gaat uit wanneer de "super"-
70
toets opnieuw wordt ingedrukt om de
supervriesstand uit te schakelen.
De indicatie gaat op zijn vroegst 52 uur
na inschakeling van de supervriesstand
automatisch uit.
9 Multifunctionele indicatie
Geeft de verschillende temperaturen
weer
a) Te warme temperatuur in de
diepvriesruimte
Als indicatie 9 knippert, dan is of was het
door stroomuitval of een storing in de
diepvriesruimte te warm. Na het
indrukken van de toets Alarm
wordt op indicatie 9 (niet knipperend)
gedurende vijf seconden de warmste
temperatuur aangegeven die in de
diepvriesruimte heeft geheerst. Hierna
wordt deze waarde gewist. Indicatie 9
geeft nu zonder te knipperen de
geprogrammeerde temperatuur in de
diepvriesruimte aan.
b) Indicatie "Al" (Alarm)
Deze geeft aan wanneer het in de
diepvriesruimte te warm is.
c) Insteltemperatuur voor de koelruimte
Na het indrukken van de "Cooler"-toets
wordt de insteltemperatuur voor de
koelruimte aangegeven.
d) Insteltemperatuur voor de
diepvriesruimte
Na het indrukken van de "Freezer"-toets
wordt de insteltemperatuur voor de
diepvriesruimte aangegeven.
Inschakelen en temperatuurkeuze
2
Afb.
Stekker in het stopcontact steken.
l
Hoofdschakelaar 1 indrukken
l
Het alarmsignaal is te horen, indicatie 9
knippert en geeft "AL" aan.
l
"alarm"
-toets 2 indrukken
Het alarmsignaal gaat uit. De indicatie
geeft nu gedurende 5 seconden de
actuele temperatuur aan. Op indicatie 9
verschijnt "AL".
Temperatuur van de vriesruimte
l
instellen
Hiertoe de "freezer"-toets en daarna de
0
C-toets indrukken.
0
C-toets meermaals
indrukken of ingedrukt houden totdat de
gewenste temperatuur wordt
weergegeven (doorlopende weergave, na
–26
0
C wordt –16
0
C opnieuw
weergegeven).
Wij raden u aan de
vriesruimtetemperatuur in te stellen op
–20
0
C.
l
Temperatuur van de koelruimte
instellen
Hiertoe de "cooler"-toets en daarna de
0
C-toets indrukken.
0
C-toets meermaals
indrukken of ingedrukt houden totdat de
gewenste temperatuur wordt
weergegeven (doorlopende weergave, na
8
0
C wordt 2
0
C opnieuw weergegeven).
Wij raden u aan de
koelruimtetemperatuur in te stellen op
+4
0
C.
Ook na een correctie van de
temperatuurinstelling verandert de
temperatuur in de koelruimte pas na
geruime.
NL
Attentie:
De temperatuur in de koelruimte kan
l
schommelen
– doordat de deur van het apparaat vaak
geopend werd,
– door het inladen van grote hoeveelheden
verse levensmiddelen in de koelruimte
en de diepvriesruimte,
– door een verandering van de
omgevingstemperatuur,
– door een verandering van de instelling
van de temperatuurkiezer voor de
diepvriesruimte of door inschakelen van
het supervriessysteem.
l
De voorzijde van het apparaat wordt
gedeeltelijk licht verwarmd waardoor
de vorming van condensatiewater in
de buurt van de deurafdichting wordt
voorkomen.
71