langwerpige plooi mogelijk maken. De machinefabrikant draagt geen verantwoording voor schade aan textiel die
door een ongeschikte mangel-methode veroorzaakt is. De machine is niet bedoeld voor strijken van wasgoed dat
delen uit metaal, kunststof, glasvezels of schuimgummi inhoudt.
In de strijkmachine kan wasgoed ingelegd worden met optimale restvochtigheid van 40±10%. De strijkmachine
droogt het wasgoed. Wasgoed met hogere restvochtigheid moet gecentrifugeerd of voorgedroogd worden. Maak te
droog wasgoed voor strijken een beetje nat, anders kan bij machines met beiderzijdse uitgang met plooimachine
het overdroogde wasgoed op strijkbanden en strijkcilinders blijven plakken.
Als u deze conditie niet opvolgt, veroorzaakt u het vergelen van het wasgoed, event. vastzetten van resten van
wasmiddelen en onreinheiden. Het wasgoed moet naar type en gekozen strijktemperatuur verdeeld worden. U
maakt de zakken leeg, verwijdert vreemde objecten zoals spijkers, spelden, schroeven, etc. die de machine
zouden kunnen beschadigen.
Een keer per dag reinigt u het stoffilter.
– U opent het deksel(s) van stoffilter(s) en neemt het filter uit. U controleert de stoestand van het stoffilter en verwijdert het
vastgezeten stof. Dan geeft u het filter terug en sluit het deksel.
U plaatst het wasgoed gelijkmatig aan beide kanten op de transportband, zodat de cylinder gelijkmatig
belast is bij het afgeven van warmte.
Waarschuwing voor versie met beiderzijdse uitgang met plooimachine: er wordt alleen wasgoed
geplooid dat door het midden van de strijkcilinder gaat.
Wasgoed met knopen plaatst u met de knopen naar boven.
Bij het strijken van synthetische stoffen moet u oppassen dat ze niet aan de cylinder blijven kleven.
U laat het wasgoed nooit in de machine!
Minimale veranderingen van temperatuur kan goed geschoold personeel beïnvloeden dat de ingestelde
temperatuur en strijksnelheid op het bedieningspaneel verandert in afhankelijkheid van het wasgoedtype en
zijn restvochtigheid. Om het maximale vermogen van de strijkmachine te bereiken, wordt er geadviseerd:
– dalen van temperatuur door juist strijken te voorkomen
– continuïteit van strijken te verzekeren
– de tijden te verminderen, wanneer men niet bij de machine met arbeidstemperatuur strijkt
– wasgoed naar type of restvochtigheid te verdelen
– snelheid en temperatuur aan specifieke behoeften van elk strijken aan te passen
2.3. ONJUIST GEBRUIK VAN DE MACHINE
WAARSCHUWING !
!
DEZE MACHINE IS GECONSTRUEERD VOOR INDUSTRIEEL STRIJKEN EN DROGEN, EVENT. OOK
PLOOIEN VAN RECHT WASGOED, GEWASSEN IN WATER. ELK ANDER GEBRUIK DAT VAN HET
BOVENGENOEMDE VERSCHILT, IS ZONDER SCHRIFTELIJKE TOELATING VAN DE PRODUCENT ALS
ONJUIST GEBRUIK BESCHOUWD.
– Teruggang alleen gebruiken voor het uitnemen van een vastgehouden object.
– Zulk wasgoed niet strijken dat geen vochtigheid kan inhouden.
– Altijd zo strijken dat beide kanten van het strijkvlak afwisselend bedekt zijn.
– Toevoer van elektrische stroom niet uitschakelen als de temperatuur van de machine hoger is dan 80°C,
met uitzondering van noodgeval
– Bij kleine stukken geen grote vrije ruimte langs de hele breedte van de cylinder laten.
– De machine niet op maximale snelheid laten lopen tijdens opwarmen en afkoelen.
– De machine niet stoppen als de strijkbanden niet helemaal droog zijn. Bij lagere temperaturen dan 80°C
niet strijken, want het kan oxydatie op de cylinder veroorzaken.
– Zulk wasgoed niet strijken dat harde componenten inhoudt die de cylinder of de banden zouden kunnen
beschadigen.
– Synthetische stoffen niet bij hoge temperaturen strijken.
2.4. AANWIJZINGEN VOOR ONDERHOUD, INSTELLING EN VEILIGHEID VAN
PERSONEN
De volgende aanwijzingen zijn in deze " Gebruiksaanwijzing van de machine " niet aangevoerd. U zoekt
alstublieft deze aanwijzingen in het handboek "Handboek voor installatie en onderhoud", dat met de
machine geleverd wordt. Verwijzingen naar de " Aanwijzing voor installatie en onderhoud " volgens de norm
EN ISO 10472-1 (-5):
1. Informaties over de aanlevering van de gebruiksaanwijzing
2. Gebruiksomvang van de machine en beperkingen
3. Onderhoud en instelling
4. Luchten
5. Panelen
6. Gebrekken, zuiveren, onderhoud
7. Thermorisico´s
8. Afzuigen
9. Manipulatie, installatie
10. Uitwisseling van de bobijn
11. Plaatsen voor het binnentrekken, bevestigen
26
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
UITGAVE 10/03 508 816