9.2.5 Testen van de vacuümpomp
Deze test is niet bedoeld als prestatietest van het meten van de onderdruk. De test
beoordeelt alleen of de vacuümpomp bedrijfsklaar is.
(1)
1.
Controleer of ten minste één aansluiting naar het reservoir geopend is.
2.
Druk op de toets Pause/Resume (pauze/hervatten).
3.
Plaats een vinger lichtjes over de afzuigopeningen (afb. Afzuigopeningen van
de vacuümpomp [} 391], (1)) en controleer of er een zuigende luchtstroom
merkbaar is.
Voer de resultaten in het testlogboek in, paragraaf Testprotocol [} 403]. De test is
geslaagd als er een luchtstroom wordt gevoeld.
9.3
Bepalen van de softwareversie
Voor verdere analyse kan de softwareversie van de pomp nodig zijn.
Ga als volgt te werk om de softwareversie te bepalen:
1.
Schakel het apparaat in en wacht de zelftest van het apparaat af.
2.
Druk ten minste 1 seconde lang op de toets Pause/Resume (pauze/hervatten).
3.
De softwareversie van de pomp wordt weergegeven in het display van de defi-
citgrens en bestaat uit een 5-cijferige numerieke reeks.
Noteer de softwareversie in het testlogboek, paragraaf Testprotocol [} 403].
Jaarlijkse inspectie
Afb. 9–3 Afzuigopeningen van de vacu-
ümpomp
(1)
Afzuigopeningen
nl
391 / 412