3. Als het manchet correct is geplaatst verschijnt het Manchetcon-
trole indicator AQ symbool in het scherm. Wanneer het symbool
Manchetpositie controle AQ-A in beeld verschijnt, is de manchet
matig geplaatst maar kan er nog steeds een correcte bloed-
drukmeting verricht worden.
4. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de
druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het
apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen.
5. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool AP op het
scherm.
6. Het resultaat, inclusief de systolische AT en de diastolische AK
bloeddruk en de hartslagfrequentie AL wordt weergegeven.
Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige
weergaven.
7. Indien de meting klaar is, verwijder de manchet.
8. Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na
ongeveer. 1 min.).
U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door
op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een onge-
makkelijke of een onplezierige druk voelt).
Handmatig de inflatie instellen
In het geval van een hoge systolische bloeddruk (bijv. boven
135 mmHg) kan het een voordeel zijn om de druk handmatig in te
stellen. Druk op de AAN/UIT knop wanneer de bloeddrukmeter is
opgepompt tot ongeveer 30mmHg. Houd de knop ingedrukt totdat
de druk ongeveer 40 mmHg hoger is dan de verwachte systolische
waard en laat dan de knop los.
Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan
Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergege-
venin het display houdt u de AAN/UIT knop 1 ingedrukt totdat de
«M» AO in het display verschijnt. Druk dan vervolgens op de time-
knop 4 en de meting wordt verwijderd en niet opgeslagen.
Wanneer de meting succesvol is verwijdert, verschijnt
«CL» in het display.
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
Het driehoekige symbool, links in het display AN geldt voor de clas-
sificatie van thuis gemeten bloeddrukwaarden bij volwassenen in
overeenstemming met de internationale richtlijnen (ESH, ESC,
BP B1 Classic
JSH). De bloeddrukwaarde: Optimaal (wit), verhoogd (gearceerde
grijs) of te hoog (zwart). Waarden in mmHg.
Systo-
Bereik
lisch
1. bloeddruk te hoog ≥135
2. bloeddruk verhoogd 130 - 134 80 - 84
3. bloeddruk normaal <130
De evaluatie van de waarden zijn conform de tabel. Bijvoorbeeld:
een waarde van de bloeddruk van 140/80 mmHg of een waarde
van 130/90 mmHg toont «bloeddruk te hoog».
Uiterlijk van het symbool voor onregelmatige hartslag (IHB)
Dit symboo AS geeft aan dat er een onregelmatige hartslag is
gedetecteerd. In dit geval kan de gemeten bloeddruk afwijken van
uw werkelijke bloeddrukwaarden. Het wordt aanbevolen om de
meting te herhalen.
Informatie voor de arts in geval van het herhaaldelijk
verschijnen van het IHB-symbool
Dit apparaat is een oscillometrische bloeddrukmeter die ook de
pols meet tijdens bloeddrukmeting en aangeeft wanneer de hart-
slag onregelmatig is.
4. Geheugenopslag
Dit apparaat slaat de laatste 30 meetwaarden op.
Bekijken van de opgeslagen waarden
Druk op de M-knop 3, wanneer het apparaat is uitgeschakeld. De
weergave toont eerst «M» AO en «A», wat staat voor het gemid-
delde van alle opgeslagen waarden.
Wederom op de M-knop drukken toont de vorige waarde. Door
nogmaals op de M-knop te drukken, kunt u door de meetresultaten
heen bladeren.
Bloeddrukmetingen met een matige manchetpostitie AQ-A
worden niet meegenomen in de gemiddelde waarde.
Let op dat de maximale geheugencapaciteit bedraagt 30
metingen. Wanneer het geheugen vol is zal de oudste
meting automatisch overschreven worden. Om gege-
vensverlies te voorkomen, moeten waarden worden geëva-
lueerd door een arts voordat de maximale geheugencapa-
citeit is bereikt.
Diasto-
lisch
Advies
≥85
Win medisch advies
in
Zelfcontrole
<80
Zelfcontrole
45
NL