Om vloeistof in de ventrikels te injecteren, moet de
reservoirkoepel het dichtst bij de distale katheter met
transcutane vingerdruk worden afgesloten. Houd de
distale koepel ingedrukt en injecteer de gewenste
vloeistof in de dichtst bij de ventrikelkatheter gelegen
koepel, verwijder de naald en druk de ventrikelkoepel
in om de vloeistoffen in de ventrikelkatheter te spoelen.
Laat de distale reservoirkoepel los en laat vervolgens
de ventrikelreservoirkoepel los. Druk afwisselend de
ventrikelkoepel en distale koepel enkele malen snel
in om de gewenste vloeistof volledig in te spuiten. Om
distaal te injecteren, sluit u de koepel die zich het dichtst
bij de ventrikelkatheter bevindt af, injecteert u vloeistof
in de distale koepel, verwijdert u de naald en drukt u de
distale koepel in. Haal de druk van de ventrikelkoepel en
vervolgens van de distale koepel.
OPMERKING: Gebruik alleen een naald met een
HUBER-punt van 25 gauge of kleiner om het ACCU-FLO
reservoir door de reservoirkoepel te perforeren.
Referencer
Zie de Engelse versie ("References") voor de bibliografie.
33