Super Finish 7000
5. Zet de spuitkophouder met de geselecteerde spuitkop op
het spuitpistool, lijn deze uit en zet deze vast (zie tevens
de handleiding van spuitpistool/spuitkophouder).
Houd bij het losdraaien van de
hogedrukslang de slangaansluiting met
sleutel 22 mm tegen.
4.3
AANSLUITING OP HET LICHTNET
Sluit het apparaat altijd aan op een volgens
de voorschriften geaarde wandcontactdoos
met aardlekbeveiliging.
Controleer voor aansluiting op het lichtnet, dat de netspanning
overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje op het
apparaat.
4.4
BIJ EERSTE INBEDRIJFSTELLING
REINIGING VAN CONSERVERINGSMIDDELEN
1. Dompel het aanzuigsysteem in een met een geschikt
reinigingsmiddel gevuld reservoir (advies: water).
2. Schakel het apparaat in.
3. Draai de drukregelknop (1) helemaal naar rechts.
4. Open het ontlastingsventiel (2),
ventielstand
(circulatie).
5. Wacht tot het reinigingsmiddel bij de retourslang
vrijkomt.
6. Draai de drukregelknop (1) ca. één slag terug.
7. Sluit het ontlastingsventiel (2),
ventielstand
(spuiten), in de hogedrukslang wordt
druk opgebouwd (te zien op de drukmeter (3)).
8. Richt de spuitkop van het spuitpistool in een open
opvangreservoir en haal de trekker van het spuitpistool
over.
9. Door de drukregelknop (1) naar rechts te draaien, wordt
de druk verhoogd. Stel op de drukmeter ca. 10 MPa in.
10. Spuit het reinigingsmiddel uit het apparaat gedurende
ca. 1-2 min (~5 liter) in het open opvangreservoir.
4.5
APPARAAT (HYDRAULISCH SYSTEEM)
ONTLUCHTEN WANNEER HET GELUID VAN HET
INLAATVENTIEL NIET HOORBAAR IS
1. Schakel het apparaat in.
2. Draai de drukregelknop (1) drie slagen naar links.
3. Open het ontlastingsventiel (2),
ventielstand
(circulatie).
Het hydraulisch systeem wordt ontlucht. Laat het apparaat
een tot twee minuten ingeschakeld laten.
4. Draai de drukregelknop (1) helemaal naar rechts.
5. Druk kort op de ventielknop (4).
Het geluid van het inlaatventiel is hoorbaar.
6. Herhaal punt 2 tot 4 wanneer dit niet het geval is.
4.6
APPARAAT MET BEDEKKINGSMATERIAAL IN
GEBRUIK NEMEN
1. Dompel het aanzuigsysteem in een met
bedekkingsmateriaal gevuld reservoir.
2. Druk meerdere malen op de inlaatventielknop (4) om
het inlaatventiel, als het eventueel vastgeplakt zit, los te
maken.
3. Open het ontlastingsventiel (2),
ventielstand
(circulatie).
4. Schakel het apparaat in.
5. Draai de drukregelknop (1) helemaal naar rechts.
Wanneer het geluid van de ventielen verandert, is het
apparaat ontlucht en zuigt het bedekkingsmateriaal aan.
6. Draai de drukregelknop (1) ca. een slag terug er zodra
bedekkingsmateriaal uit de retourslang vrijkomt.
7. Sluit het ontlastingsventiel (2),
ventielstand
(spuiten), in de hogedrukslang wordt
druk opgebouwd (te zien op de drukmeter (3)).
8. Haal de trekker van het spuitpistool over en spuit in een
open opvangreservoir om resterend reinigingsmiddel uit
het apparaat te verwijderen. Sluit het spuitpistool zodra er
bedekkingsmateriaal uit de spuitkop vrijkomt.
9. Haal de trekker van het spuitpistool over en stel de
spuitdruk in door de drukregelknop (1) te verdraaien.
10. Het apparaat is gereed om te spuiten.
NL
INBEDRIJFSTELLING
3
1
4
2
43