K-45 Afvoerontstopper
als het snoer beschadigd is, mag u de machine wegens
het gevaar voor elektrische schokken niet gebruiken tot
het snoer wordt vervangen door een gekwalificeerde
technicus.
3. Verwijder alle aanwezige resten van olie, vet of vuil
van alle handgrepen en bedieningsknoppen van de
machine. Dat maakt de inspectie gemakkelijker en helpt
voorkomen dat het toestel of een bedieningselement
uit uw handen zou schieten. Verwijder alle resten en
ongerechtigheden van de veer en de trommel.
4. Inspecteer de afvoerontstopper op de volgende
punten:
• Correcte samenbouw en volledigheid.
• Gebroken, versleten, ontbrekende, verkeerd uitgelijnde
of geblokkeerde onderdelen.
• Soepele en vrije beweging van de TOEVOER- en
TERUGTREK-hendels, de schuifklembus en de
trommel.
• Aanwezigheid en leesbaarheid van het
waarschuwingslabel (zie Figuur 2).
• Enige andere toestand die een veilige en normale
werking zou kunnen verhinderen.
Wanneer u problemen vaststelt, mag u de
afvoerontstopper niet gebruiken voordat deze
problemen zijn verholpen.
5. Controleer de veer op slijtage en schade. – Let vooral op:
• Overduidelijke vlakke slijtplekken aan de buitenkant
van de veer (de veer is gemaakt van ronde kabel en het
profiel moet rond zijn).
• Meerdere of extreem grote knikken (lichte knikken tot
15 graden kunnen worden rechtgebogen).
• Ruimte tussen de veerwikkelingen geeft aan dat de
veer vervormd is door uitrekken, knikken of andersom
(in REVERSE) draaien.
• Buitensporige corrosie door nat opbergen of
blootstelling aan chemicaliën uit de afvoerleidingen.
Al deze vormen van slijtage en schade verzwakken de
veer en vergroten de kans dat de veer wordt verwrongen,
knikt of breekt tijdens het gebruik. Vervang een versleten
en beschadigde veer voordat de afvoerontstopper wordt
gebruikt.
Zorg ervoor dat de veer volledig opgewikkeld is met
hooguit 2" (50 mm) veer buiten de afvoerontstopper. Dit
voorkomt een zweepslageffect bij het inschakelen.
6. Inspecteer de werktuigen op slijtage en schade. Vervang
ze indien nodig alvorens de afvoerontstoppingsmachine
te gebruiken. Botte of beschadigde snijwerktuigen
kunnen leiden tot vastlopen of veerbreuk en vertragen
het ontstoppingsproces.
78
7. Steek de stekker van het netsnoer met droge handen
in een stopcontact. Test de aardlekschakelaar (indien
de machine ermee is uitgerust) in het netsnoer om er
zeker van te zijn dat die correct functioneert. Wanneer
u de testknop indrukt, moet de resetknop uitspringen.
Schakel het systeem weer in door de resetknop in te
drukken. Wanneer de aardlekschakelaar niet goed
werkt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en
mag u de afvoerontstoppingsmachine niet gebruiken
voordat de aardlekschakelaar is gerepareerd.
8. Duw niet op de invoerhendels (alleen bij machines
met AUTOFEED). Druk op de ON/OFF-schakelaar
en observeer de draairichting van de trommel in
vergelijking met de FOR/REV-pijltjes op de plakplaatjes.
Wanneer de werking van de machine niet kan worden
geregeld met de ON/OFF-schakelaar, mag de machine
niet worden gebruikt tot de schakelaar gerepareerd
is. Laat de schakelaar los en laat de trommel volledig
tot stilstand komen. Zet de FOR/REV-schakelaar
in de tegenovergestelde stand en herhaal de
bovengenoemde test om u ervan te vergewissen dat de
machine ook in de andere richting correct werkt.
Figuur 5 – FOR/REV-labels
9. Na de inspectie moet u de FOR/REV-schakelaar in de
stand FOR zetten (de trommel draait vanaf de motorzijde
gezien met de klok mee) en de stekker uittrekken met
droge handen.
999-998-285.09_REV. G