De Geschikte Vliegomgeving - Revell Control SKY SPIDER Manual Del Usuario

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 20
7 BeSTUrINg
Opmerking: Voor een rustig vlieggedrag van de quadrocopter hoeven er maar
minimale aanpassingen aan de regelingen te worden gedaan! De richtingsindicaties
hebben betrekking op de vliegrichting, wanneer de quadrocopter van achteren
wordt gezien. Als de quadrocopter naar de piloot toe vliegt, moet in de betreffende
tegenovergestelde richting worden gestuurd.
Hogere vliegsnelheid
Zet de schakelaar rechtsboven op de zender op 60% (middelste stand) om sneller
te kunnen vliegen en abrupter te kunnen sturen (7I). Nu kan de quadrocopter
sterker kantelen, zodat hogere snelheden kunnen worden bereikt. Gebruik deze functie
pas, wanneer u voldoende ervaring hebt met vliegen met de standaard instelling.
De quadrocopter reageert gevoeliger en moet dan ook met meer gevoel worden bestuurd.
Loopings maken – alleen voor experts! Als u het vliegen met uw quadrocopter
voldoende beheerst, kunt u zich wagen aan de kunstvliegfunctie. Zet hiertoe
de niveauschakelaar helemaal naar rechts, op 100%
voldoende ruimte hebt (ten minste 10 meter in iedere richting). Neem ook een veilige
hoogte in acht: vlieg op een hoogte van ten minste 5 meter. De quadrocopter verliest
hoogte tijdens het maken van de looping en moet aansluitend onder controle worden
gebracht en worden bijgestuurd!
Let op: Loopings lukken het best wanneer de accu volledig is opgeladen.
Stijg op naar een veilige hoogte. Druk de richtingsregelaar snel helemaal naar voren
en weer helemaal terug. De quadrocopter maakt nu een looping naar voren. Loopings
in andere richtingen worden uitgevoerd door de regelaar op dezelfde wijze snel in de
betreffende richtingen en terug te bewegen. Wees erop voorbereid de quadrocopter
direct na de manoeuvre te corrigeren. De vlieghoogte, richting en snelheid na de
looping zijn sterk afhankelijk van de wind en van eerdere vliegbewegingen.
7A Beweeg de liftkracht-/draaiingsregelaar voorzichtig naar voren om op te stijgen
of hoger te gaan vliegen.
7B Beweeg de liftkracht-/draaiingsregelaar naar achteren om te landen of lager te
vliegen.
7C Beweeg de richtingsregelaar voorzichtig naar voren om vooruit te vliegen.
7D Trek de richtingsregelaar voorzichtig naar achteren om achteruit te vliegen.
7E Beweeg de richtingsregelaar voorzichtig naar links om naar links te vliegen.
7F Beweeg de richtingsregelaar voorzichtig naar rechts om naar rechts te vliegen.
7G Beweeg de liftkracht-/draaiingsregelaar naar links om de quadrocopter linksom te
laten draaien.
7H Beweeg de liftkracht-/draaiingsregelaar naar rechts om de quadrocopter rechtsom
te laten draaien.
34
(7I).
Zorg ervoor, dat u rondom
aaNWIJzINgeN Voor VeIlIg VlIegeN
ALGEMENE VLIEGTIPS:
• Zet de quadrocopter altijd op een vlakke
ondergrond. Een schuin vlak kan het
startgedrag van de quadrocopter onder
bepaalde omstandigheden negatief
beïnvloeden.
• Beweeg de regelaars altijd langzaam en
met gevoel.
• Houd de quadrocopter steeds in het oog,
kijk niet naar de zender!
• Beweeg de liftkrachtregelaar weer een
beetje naar beneden zodra de
quadrocopter loskomt van de grond.
Pas de liftkrachtregelaar aan om de
vlieghoogte te handhaven.
• Beweeg de liftkrachtregelaar weer iets
naar boven als de quadrocopter daalt.
• Beweeg de liftkrachtregelaar iets naar
beneden als de quadrocopter teveel stijgt.
• Het is vaak al genoeg om de richtingsrege-
laar een heel klein beetje in de gewenste

DE GESCHIkTE VLIEGOMGEVING:

De plaats waar u met de quadrocopter vliegt, moet voldoen aan de volgende criteria:
• Het moet een gesloten ruimte zijn, waar het windstil is.
Ventilatorkachels, airconditioning en dergelijke kunnen hinderlijke luchtstromen
veroorzaken.
• De ruimte moet ten minste 10 meter lang, 6 meter breed en 3 meter hoog zijn.
Voor kunstvliegen adviseren wij buiten of in een grote hal te vliegen, waarbij in elke
richting ten minste 10 meter ruimte is.
• Er mogen zich geen voorwerpen in de ruimte bevinden, die beschadigd kunnen
raken.
• Verzeker u er vóór het starten in ieder geval van, dat alle levende wezens, inclusief
de piloot, zich op meer dan 1 à 2 meter van de vliegmachine bevinden wanneer
deze opstijgt.
ACCUTOESTAND:
• Wanneer de aandrijving van de quadrocopter minder krachtig begint te worden,
is de accu bijna leeg. Land op tijd om te voorkomen dat de quadrocopter neerstort.
LET OP!
Het is sinds 2005 verplicht verzekerd te zijn voor modelvliegtuigen en -helikopters waarmee
buiten gevlogen wordt. Neem contact op met uw aansprakelijkheidsverzekeraar en
verzeker u ervan, dat uw nieuwe en vorige modellen door deze verzekering worden
gedekt. Laat een schriftelijke bevestiging opmaken en bewaar deze goed. Als alternatief
biedt de Deutsche Modellflieger Verband (DMFV, Duitse modelvliegersvereniging) op
internet onder www.dmfv.aero een gratis proeflidmaatschap inclusief verzekering aan.
richting te tikken om een bocht te
maken. De eerste keren dat met de
quadrocopter wordt gevlogen, heeft men
vaak de neiging de regelaars te heftig te
bedienen. Beweeg de regelaars altijd
langzaam en voorzichtig, in geen geval
snel en schokkerig.
• Beginners kunnen na het afstellen van
de trim het best eerst de beheersing
van de liftkrachtregelaar oefenen. De
quadrocopter hoeft aanvankelijk niet per
se rechtuit te vliegen. Het is beter om
eerst te proberen een constante hoogte
van ongeveer een meter boven de
grond te handhaven door de liftkrachtre-
gelaar steeds kortstondig aan te raken.
Oefen daarna pas met het naar links en
rechts sturen van de quadrocopter.
35

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

23978

Tabla de contenido