B
Gebruik van het toestel
OPMERKING:
Bewaar de wasmiddelen op een veilige, droge plek buiten het bereik van
kinderen.
• Vloeibare wasmiddelen kunnen gebruikt worden voor wascycli met voorwas. In dat geval
dient voor de hoofdwas echter een poederwasmiddel gebruikt te worden.
• Gebruik geen vloeibare wasmiddelen wanneer u de functie "Uitgesteld starten" gebruikt
(wanneer deze beschikbaar is op uw wasmachine).
• Om verdeelproblemen te vermijden wanneer u sterk geconcentreerde vloeibare wasmiddelen
of waspoeders gebruikt, gebruik het netje of de waszak die met het toestel is meegeleverd
en plaats dit rechtstreeks in de trommel.
• Wanneer u ontkalker, verf of bleekmiddelen gebruikt, controleert u of ze geschikt zijn voor
huishoudtoestellen. Ontkalkers bevatten bestanddelen die de onderdelen van uw wasmachine
mogelijk kunnen beschadigen.
• Doe geen oplosmiddelen in uw wasmachine (vb: benzeen, terpentijn).
• Wanneer u stijfsel in poedervorm gebruikt, gaat u als volgt te werk:
1. Was uw wasgoed op het gewenste programma.
2. Bereid de oplossing op basis van stijfsel door de meegeleverde instructies van de
stijfselfabrikant te volgen.
3. Selecteer het programma "Spoelen + Centrifugeren", verlaag de snelheid tot 1000 toeren/ min
en start het programma.
4. Trek de wasmiddellade zodanig naar u toe dat ongeveer 3 cm van het hoofdwasbakje
zichtbaar is
.
5. Giet de oplossing op basis van stijfsel in het hoofdwasbakje
wasmiddellade stroomt.
6. Eenmaal het programma beëindigd is en u vaststelt dat er stijfselresten zijn achtergebleven
in de wasmiddellade, reinig dan het hoofdwasbakje.
68
wanneer het water in de
NL
B
Gebruik van het toestel
Aflaten van het afvoerwater (naargelang het model)
• Alvorens het afvoerwater af te laten, schakel de machine uit en trek de stekker uit het
stopcontact. Verwijder de plint en zet er een kom onder.
1. Verwijder de noodaflaatslang van de machine.
2. Plaats het uiteinde van de noodaflaatslang in een kom.
3. Schroef de dop van de noodaflaatslang en verwijder deze zodra deze losgeschroefd is.
4. Wacht tot wanneer het water uit zichzelf stroomt.
5. Zet de dop opnieuw op de noodaflaatslang.
6. Vul het wasmiddelbakje met 1 liter water om de noodaflaatslang te controleren. Controleer
de aanwezigheid van lekken ter hoogte van de aansluiting van de slangdop.
7. Vervang de noodaflaatslang.
69
NL