INDICATIES VOOR GEBRUIK
Het RIGIDLOOP meetinstrument voor variabele
diepte is bedoeld als hulpmiddel bij het meten van de
totale lengte van de femorale tunnel, de aanbevolen
grootte van de lus van het implantaat, de lengte
van het transplantaat in de tunnel en de diepte van
het boorgat voor de femorale kom bij chirurgie voor
reconstructie van de banden uit zacht weefsel.
CONTRA-INDICATIES
Er zijn geen contra-indicaties bekend.
WAARSCHUWINGEN
• Start het klinisch gebruik van het RIGIDLOOP
meetinstrument voor variabele diepte niet voordat u
de gebruiksaanwijzing hebt geraadpleegd.
• De chirurg die dit instrument gebruikt, moet
vóór gebruik vertrouwd zijn met de toepasselijke
chirurgische technieken.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Controleer het instrument vóór elk gebruik
zorgvuldig op schade. Verwijder de sonde van de
behuizing van het meetinstrument vóór chirurgie om
te garanderen dat alle onderdelen op elkaar passen
en niet zijn beschadigd. Bij vaststelling van schade
of overmatige slijtage moet het betrokken onderdeel
meteen worden vervangen.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
De femorale tunnel boren/meten
1. Boor de RIGIDLOOP voerpen door de laterale
femorale condylus op de juiste locatie totdat
de lasermarkering het oppervlak van de fossa
intercondylaris bereikt.
2. Maak een kleine insnijding rond de voerpen aan
het uitgangspunt.
3. Voer het meetinstrument voor variabele diepte over
het distale uiteinde van de voerpen tot de punt
van het meetinstrument de laterale cortex van het
femur bereikt.
4. Draai het meetinstrument om elke meting weer
te geven. Zoek eerst de waarde voor de totale
femorale tunnel. Draai het meetinstrument om de
gewenste waarde voor het transplantaat in tunnel
te zoeken. De overeenkomende grootte van de lus
van het implantaat vindt u rechts van de waarde
voor het transplantaat in tunnel op het scherm
van de behuizing van het meetinstrument. Draai het
meetinstrument opnieuw om de overeenkomstige
waarde voor de diepte van het boorgat voor de
femorale kom af te lezen.
5. Boor op de juiste diameter van de femorale kom tot
de diepte die het meetinstrument aangeeft.
6. Maak met een gecanuleerde ruimnaald van
4,5 mm een tunnel over de voerpen zodat deze
door de laterale femorale cortex gaat.
7. Breng het implantaat in zoals beschreven in
gebruiksaanwijzing 110962, RIGIDLOOP corticale
fixatie van implantaat.
34