•
Verwijder de inlegplaat door de twee verzonken kopschroeven
te verwijderen (zie 7.5).
Schroef de moer los met een 24 mm-moersleutel en een tweede
13 mm-steeksleutel op de motoras (a) om tegendruk toe te
passen.
•
Belangrijk! Draai de moer mee met de draairichting van het
zaagblad.
•
Verwijder de buitenflens en trek het oude zaagblad van de
binnenfiens door het blad onder een hoek te laten vallen.
•
Maak de bladflens grondig schoon voordat u het nieuwe blad
monteert.
Plaats en bevestig het nieuwe blad in omgekeerde volgorde.
•
B
elangrijk! Controleer de draairichting. De scherpe hoek
van de tanden dient in de richting van de draairichting te
wijzen, d.w.z. voorwaarts (zie de pijl op de beschermkap).
•
Plaats en stel het spouwmes (5) en de beschermkap (2) opnieuw
in (zie 7.3, 7.4).
Controleer of alle veiligheidsapparaten correct zijn gemonteerd
en in een goede werkconditie zijn alvorens u de zaag opnieuw
gebruikt.
8. HET GEBRUIK VAN DE ZAAG
8.1 AAN/UIT-schakelaar (Afb. 4)
•
Druk op de groene knop "I" om de zaag in te schakelen.
•
Wacht tot het zaagblad de maximale snelheid heeft bereikt
voordat u begint met zagen.
•
Druk op de rode knop "O" om de machine uit te schakelen.
8.2 Zaagdiepte (Afb. 4)
•
Draai aan het handwiel (8) om het zaagblad (4) op de gewenste
zaagdiepte in te stellen.
•
Linksom: grotere zaagdiepte. Rechtsom: kleinere zaagdiepte.
8.3 Parallelgeleider
8.3.1 Geleiderhoogte
•
De met de tafelcirkelzaag meegeleverde parallelgeleider (7)
heeft twee verschillende geleiderhoogtes.
•
Voor dikke materialen dient u de parallelgeleider (25) te
gebruiken zoals getoond in afbeelding 12, voor dunne
materialen dient u de parallelgeleider te gebruiken zoals getoond
in afbeelding 11.
•
Om de parallelgeleider (25) naar de lage stand te veranderen
moet u eerst de twee gekartelde schroeven (26) losmaken om de
parallelgeleider los te maken van de houder (24).
•
Verwijder de twee gekartelde schroeven (26) van de ene groef
(27) in de parallelgeleider (25) en plaats deze in de andere groef
(31).
•
Plaats de parallelgeleider (25) in de houder (24). De procedure
voor de hoge stand is precies eender.
8.3.2 Zaagbreedte:
De parallelgeleider (7) moet worden gebruikt voor het maken van
zaagsneden in de lengterichting in houten werkstukken.
•
De parallelgeleider (7) kan aan beide zijden van de zaagtafel (1)
worden gemonteerd.
•
De parallelgeleider (7) dient te worden bevestigd in de
geleiderail (22) van de zaagtafel (1).
•
De parallelgeleider (7) kan op de juiste afmeting worden
ingesteld met behulp van de meetschaal (23)
•
U kunt de parallelgeleider in de gewenste positie vastklemmen
door op de excentrische hendel (12) te drukken.
8.3.3 Het instellen van de geleiderlengte (Afb. 10)
•
De parallelgeleider (25) kan in de lengterichting worden
bewogen om te voorkomen dat het werkstuk zich vastklemt.
•
Vuistregel: Het achterste einde van de geleider wordt tegen een
imaginaire lijn geplaatst welke ruwweg begint in het midden
van het zaagblad en dan onder een hoek van 45° naar achteren
loopt.
•
Stel de gewenste breedte in.
•
Open de gekartelde schroeven (26) en duw de parallelgeleider
(25) voorwaarts tot dat deze de imaginaire 45°-lijn raakt.
•
Draai de gekartelde schroeven (26) weer vast.
8.4 Verstekgeleider (Afb. 9)
•
Schuif de verstekgeleider (14) in de groef (38) van de tafel.
•
Open de gekartelde schroef (32).
•
Draai de verstekgeleider (14) totdat de pijl de gewenste hoek
aangeeft.
•
Draai de gekartelde schroef (32) weer vast.
•
Wanneer u grote delen van werkstukken zaagt, kunt u
de parallelgeleider (25) gebruiken om de lengte van de
verstekgeleider (14) te vergroten (Afb. 15).
Belangrijk!
•
Druk de parallelgeleider (25) niet te ver in de richting van het
zaagblad.
•
De afstand tussen de parallelgeleider (25) en het blad (4) dient
ongeveer 2 cm te bedragen.
8.5 Het instellen van de hoek (Afb. 16)
•
Draai de instel- en blokkeerhendel (9) los.
•
Draai aan de hendel om de gewenste hoek op de schaal in te
stellen.
•
Vergrendel de instel- en blokkeerhendel in de gewenste hoek.
9. GEBRUIK
Belangrijk!!
•
Wij adviseren u om een proefzaagsnede uit te voeren na elke
nieuwe aanpassing, dit om de nieuwe instellingen te controleren.
•
Wacht, na het inschakelen van de machine, tot het zaagblad de
maximale snelheid heeft bereikt voordat u begint met zagen.
•
Wees extra voorzichtig wanneer u begint met zagen!
9.1 Het maken van zaagsneden in de lengterichting (Afb. 23)
Zagen in de lengterichting (ook wel scheuren genoemd) vindt plaats
wanneer u in de vezelrichting van het hout zaagt. Druk één zijde
van het werkstuk tegen de parallelgeleider (7) terwijl de vlakke
kant op de zaagtafel (1) ligt. De beschermkap (2) dient zich altijd
over het werkstuk te bevinden.
Wanneer u een zaagsnede in de lengterichting maakt, neem nooit
een werkpositie aan die evenwijdig is met de zaagrichting.
•
Stel de parallelgeleider in overeenstemming met de
werkstukhoogte en de gewenste breedte (Zie 8.3).
75