Typeaanduiding; Mechanische Installatie; Installatie Van De Pomp; Aansluiten Van Opnemer - Grundfos CRN MAGdrive Manual Del Usuario

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 15

5. Typeaanduiding

Voorbeeld
Type reeks
3
Nominale capaciteit in m
/u
Aantal waaiers
Code voor pompuitvoering
M: CRN pomp met magnetische aandrijving
Code voor leidingaansluiting
CA: FlexiClamp
CX: Tri Clamp
F:
DIN flens
G:
ANSI flens
J:
JIS flens
P:
PJE koppeling
Materiaalcode
G: Natte delen EN 1.4401/AISI 316
Code voor rubberen onderdelen van de pomp
E: EPDM
®
F: FXM (Fluoraz
)
®
K: FFKM (Kalrez
)
®
V: FKM (Viton
)
Zie ook de installatie- en bedieningsinstructies van de CR, CRI,
CRN.

6. Mechanische installatie

Waarschuwing
De installatie en bediening dienen volgens de
lokaal geldende voorschriften en regels van goed
vakmanschap plaats te vinden.
Voorafgaand aan de installatie, controleer dat
de pomp en diens onderdelen overeenkomen met de bestel-
ling.
geen zichtbare onderdelen beschadigd zijn.

6.1 Installatie van de pomp

De pomp moet worden geïnstalleerd en in bedrijf worden geno-
men zoals is beschreven in de installatie- en bedieningsinstruc-
ties van de CR, CRI, CRN.
Het is aan te raden om de CRN MAGdrive pompen tegen droog-
lopen te beschermen door een vlotterschakelaar, drukschakelaar
of een LiqTec opnemer dichtbij de pomp te installeren. De vertra-
ging van de droogloopbeveiliging max. 15 seconden zijn.

6.2 Aansluiten van opnemer

Een drukopnemer of een Grundfos LiqTec droogloopbeveiliging
kunnen worden aangebracht in het draadgat in de pompkop.
Beschrijving
Draadaansluiting:
Max. installatie lengte, opnemer:
CRN
5
-13
-M
-F -G -E
Afmeting
RG ½"
20 mm

7. Elektrische aansluiting

De pomp moet worden geïnstalleerd zoals is beschreven in de
installatie- en bedieningsinstructies van de CR, CRI, CRN.
Pompen met 2-polige 18,5 en 22 kW motoren en 4-polige moto-
ren vanaf 1,1 kW moeten via een soft-starter worden gestart.

7.1 Motorbeveiliging

De motor moet minimaal worden aangesloten op een efficiënte
elektronische motorbeveiliging met directe uitschakeling wanneer
de maximale stroomlimiet is bereikt. Wanneer een soft-starter of
frequentie-omvormer wordt gebruikt, moet deze eveneens zijn
voorzien zijn van directe uitschakeling.
Om ervoor te zorgen dat de motor optimaal beveiligd is, dient de
motorbeveiliging overeenkomstig de volgende richtlijnen te wor-
den ingesteld:
1. Stel de motorbeveiliging in op de nominale maximale
belastingsstroom (I
) van de motor.
1/1
2. Start de pomp en laat deze een half uur draaien op het
gewenste werkpunt.
3. Meet de motorstroom. Indien niet mogelijk, verlaag dan de
schaalaanwijzing geleidelijk, totdat het motorschakelpunt
wordt bereikt.
4. De instelling van de motorbeveiliging moet 5 % hoger zijn dan
deze waarde.
De hoogste toegestane instelling van de motorbeveiliging is
de nominale maximale belasting stroom(I

8. In bedrijf stellen

Schakel de pomp niet in voordat deze is gevuld
N.B.
met vloeistof en is ontlucht.
1. Open de afsluiter aan de zuigzijde van de pomp.
2. Sluit de afsluiter aan de perszijde van de pomp.
3. Draai het ontluchtingsventiel in de pompkop los.
4. Vul de pomp langzaam met vloeistof.
5. Draai het ontluchtingsventiel dicht als de pomp compleet
gevuld is met vloeistof.
6. Open de afsluiter aan de perszijde van de pomp langzaam.
7. Schakel de pomp in.
8. Controleer de draairichting door middel van de motorventilator
en het label op de bovenkant van het omhulsel van de ventila-
tor.
9. Na het in bedrijf stellen, dient de pomp opnieuw ontlucht te
worden.
Draai het ontluchtingsventiel in de pompkop langzaam los.
Waarschuwing
Let op de richting van de ontluchtingsnippel
zodat uitstromende vloeistof geen lichamelijk let-
sel kan veroorzaken, of de motor of andere com-
ponenten kan beschadigen.
10.Als er vloeistof uit begint te lopen, draai dan het onluchtings-
ventiel veilig dicht.

9. Onderhoud

De pomp heeft geen onderhoud nodig als deze is geïnstalleerd
volgens de instructies.

10. Storingstabel

Zie de installatie- en bedieningsinstructies van de CR, CRI, CRN.
) van de motor.
1/1
25

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido