8 Veiligheidsvoorzieningen van de
deuraandrijving
De deuraandrijving beschikt over de volgende
veiligheidsvoorzieningen. Deze mogen niet verwijderd
worden en hun werking mag niet belemmerd worden.
• Automatische krachtuitschakeling in de functies "OPEN" en
"DICHT"
• Aansluiting voor fotocel / veiligheidsstrip / optosensor.
• Noodstopaansluiting: Aansluiting bijv. van een schakelaar
(optioneel) op een in de deur ingebouwde loopdeur.
• Noodontgrendeling (zie pagina 203 (K)). De
noodontgrendeling moet op een hoogte van maximaal
1,8 m worden aangebracht.
9 Veiligheidscontrole
Krachtuitschakeling controleren
De automatische krachtuitschakeling is een inklem- en
veiligheidsinrichting, die letsel door een bewegende deur
moet voorkomen.
De deur van buiten met beide handen op heuphoogte
stoppen.
Bij het sluiten:
De deur moet automatisch stoppen en even teruglopen als hij
op weerstand stoot. Wanneer een veiligheidsstrip is
gemonteerd, moet ervoor worden gezorgd dat de
deurterugloop wordt geactiveerd, wanneer zich direct onder
de deur een 50 mm hoog object bevindt.
Bij het openen:
De deur moet automatisch stoppen als hij op weerstand stoot
(als menu A7 = 1, volgt daarna een korte terugloop).
Na het uitschakelen van de kracht knippert het
deuraandrijvingslampje tot de volgende impuls of het
volgende radiografische commando.
Noodontgrendeling
Controleren volgens de gegevens op pagina 203 (K).
Extra veiligheidsvoorzieningen
Controleren op correct functioneren volgens de
fabrieksgegevens.
10 Display en bedieningselementen
5
Toets Deur sluiten / Minus
6
Toets Menu / bevestiging (programmering)
7
Toets Deur openen / Plus
8
Lampje
8
5
Magic 600-2
res.
6
7
IP2285 11/2017
Meldingen van het lampje (8)
Statusmeldingen
A
B
A Deur op eindstand OPEN
B Deur tussen de beide eindstanden
C Deur op eindstand DICHT
Toestandsmeldingen
Tijdens de deurbeweging in richting OPEN:
C => B => A...
Tijdens de deurbeweging in richting DICHT:
A => B => C...
L4 Instellen eindstand OPEN
L3 Referentierit DICHT en instellen eindstand DICHT
L2 Inleesrit OPEN (krachtwaarden)
L1 Inleesrit DICHT (krachtwaarden)
Err Fout en foutnummer (knipperend)
11 Aansluitingen
1
Noodstop (groen)
2
Fotocel (geel)
3
Impuls
1
2
12 Montagevoorbereiding
Belangrijk: Controleer of de deur goed werkt en of
hij soepel loopt en stel hem evt. in. De veerspanning
van de deur moet zo ingesteld zijn, dat hij uitgebalanceerd is
en met de hand makkelijk en gelijkmatig en zonder stoten kan
worden geopend en gesloten.
• Gestandaardiseerde en geschikte
wandcontactdoos ca. 10 – 50 cm naast de
bevestigingspositie van de kop van de aandrijving.
(beveiliging zie technische gegevens)
• Deuraandrijving alleen in droge garages inbouwen.
Montageset voor aansluiting van de deur op het te monteren
deurtype gereedhouden of overeenkomstig de
gebruiksaanwijzing monteren.
LET OP: De aandrijving is zwaar. Daarom moet zij
tijdens de montage worden ondersteund door een T-
bodembracket (zie pagina 201 (I)).
13 Montage
Zie opmerkingen over de montage vanaf pagina 196.
Indien nodig kan de aandrijfkop met 90° naar de looprails
worden gedraaid (zie pagina 197 (E)).
C
3
geaarde
57 / 206