6.
Op iedere gemarkeerde plaats een 3 mm bit gebruiken
om een gat te boren van 10 mm diep. Om te voorkomen
dat u te diep boort afplakband aanbrengen rond het bit
op 10 mm van de punt.
7.
Breng waterafdichtmiddel aan op de schroefdraden van
de twee, #6 x 1/2", zelftappende schroeven om te voor-
komen dat er water binnendringt in de hekbalk. Als u
een gat door de hekbalk hebt geboord, waterafdichtmid-
del aanbrengen op de ruimte rond de kabel, waar deze
door de hekbalk gaat.
8.
Plaats de twee kabelklemmen en bevestig deze op hun
plaats. Indien gebruikt het kabeldeksel over de kabel
duwen en het op zijn plaats schroeven.
9.
Trek de kabel naar de aansluitplaats, wees voorzichtig
en trek de kabelbus niet los bij doorvoering door de
scheidingswand(en) en andere delen van de boot. Om
de elektrische interferentie te reduceren, de kabel van
de multisensor afschermen van de overige elektrische
bekabeling en de motor(en). Overtollige kabel oprollen
en op zijn plaats bevestigen met kabelbanden om scha-
de te voorkomen.
10.
Sluit de stiften van de kabel aan door ze door de afdich-
ting op de achetrkant van het koppelstuk te steken (zie
Afb. 9). Daarna de koppelstukwig door de voorkant ste-
ken om de stiften op hun plaats te houden.
11.
Sluit de multisensor aan op het instrument.
EVC
MC
—Sluit het 6-polig koppelstuk van de multisensor
aan op de kabelboom van de multisensor/brandstofzen-
der. De kabelboom wordt aangesloten op de C4-bus op
de HIU-module.
Overige—Zie het gebruikershandboek voor het instru-
ment.
Controleren op lekkages
WAARSCHUWING! Als de boot in het water is ge-
plaatst, onmiddellijk controleren op lekkages rond
de schroeven en gaten die in de romp werden ge-
boord.. Nooit een multisensor monteren en de boot
enkele dagen in het water laten liggen zonder te
controleren.
Bediening, Onderhoud, Reparatie
& Onderdelen
Losmaken van de sensor
Voor de installatie—Als de sensor op de console is gek-
likt, maar niet is vastgezet aan de romp, gebruik dan
deze methode. Maak de sensor in opwaartse richting los
door een 3 mm bladschroevendraaier in een van de
gleuven op de zijkant van de sensor te steken (zie Afb.
10). Zorg ervoor dat de schroevendraaier zeker 19 mm
in de gleuf wordt gestoken. Breng de hendel van de sch-
roevendraaier omhoog terwijl u steunt op de omvormer.
BELANGRIJK! Het blad van de schroevendraaier
mag niet groter zijn dan 3 mm . Een grotere
schroevendraaier kan er niet ver genoeg worden
ingestoken om schade aan de omvormerbehuizing
te voorkomen.
Na de installatie—de sensor komt makkelijk los als hij is
bevestigd aan de romp. Geef met de handpalm een ste-
vige tik op de onderkant van de omvormer.
BELANGRIJK! Nooit met iets anders op de
omvormer slaan dan met de palm van de hand.
Nooit op de snelheidssensor slaan.