• Schakel bij de bewerking van dunne materialen (bijv.
metaalplaat) de pendelbeweging uit.
• Werk in harde materialen (bijv. staal) met een kleine pen-
delbeweging.
• In zachte materialen en bij het zagen van hout in de rich-
ting van de nerf kunt u met maximale pendelbeweging
werken.
Ingebruikneming
Accu plaatsen
Duw de opgeladen accu 3 van onderen in de voet van het
elektrische gereedschap. Druk de accu volledig in de voet tot
de rode streep niet meer zichtbaar is en de accu veilig ver-
grendeld is.
In- en uitschakelen
Als u het elektrische gereedschap wilt inschakelen duwt u
de aan/uit-schakelaar 2 naar voren, zodat op de schakelaar
„1" verschijnt.
Als u het elektrische gereedschap wilt uitschakelen duwt u
de aan/uit-schakelaar 2 naar achteren, zodat op de schake-
laar „0" verschijnt.
Om energie te besparen, schakelt u het elektrische gereed-
schap alleen in wanneer u het gebruikt.
Aantal zaagbewegingen instellen
Het vereiste aantal zaagbewegingen is afhankelijk van het
materiaal en de werkomstandigheden en kan proefsgewijs
worden vastgesteld.
Geadviseerd wordt om het aantal zaagbewegingen te ver-
minderen als het zaagblad op het werkstuk wordt geplaatst
en bij het zagen van kunststof en aluminium.
Met het stelwiel vooraf instelbaar aantal zaagbewegingen 5
kunt u het aantal zaagbewegingen vooraf instellen en tijdens
het gebruik veranderen.
Bij langdurige werkzaamheden met een klein aantal zaagbe-
wegingen kan het elektrische gereedschap zeer heet worden.
Werp het zaagblad uit en laat het elektrische gereedschap
ca. 3 min met het maximale aantal zaagbewegingen lopen
om het te laten afkoelen.
Temperatuurafhankelijke beveiliging
tegen overbelasting
Bij reglementair gebruik kan het elektrische gereedschap niet
overbelast worden. Bij te sterke belasting of het verlaten van
het toegestane accutemperatuurbereik wordt het toerental
gereduceerd of het elektrische gereedschap schakelt uit. Bij
gereduceerd toerental loopt het elektrische gereedschap pas
na het bereiken van de toegestane accutemperatuur of bij ver-
minderde belasting opnieuw met maximaal toerental. Bij
automatische uitschakeling schakelt u het elektrische gereed-
schap uit, laat de accu afkoelen en schakel het elektrische
gereedschap opnieuw in.
Tips voor de werkzaamheden
Neem altijd de accu uit het elektrische gereed-
schap voor werkzaamheden aan het gereed-
schap (zoals het uitvoeren van onderhoud en
het wisselen van inzetgereedschap) en voor
het vervoeren en opbergen van het gereed-
schap. Bij per ongeluk bedienen van de aan/uit-schake-
laar bestaat verwondingsgevaar.
Gebruik bij het bewerken van kleine of dunne
werkstukken altijd een stabiele ondergrond.
Bescherming tegen aanraken
De op het machinehuis aangebrachte bescherming tegen
aanraken 13 voorkomt onbedoeld aanraken van het zaag-
blad tijdens de werkzaamheden en mag niet worden verwij-
derd.
Invallend zagen (zie afbeelding H)
Alleen zachte materialen als hout en gipskar-
ton mogen invallend worden gezaagd.
Gebruik voor invallend zagen alleen korte zaagbladen.
Zet het elektrische gereedschap met de voorste rand van de
voetplaat 7 op het werkstuk, zonder dat het zaagblad 10 het
werkstuk aanraakt, en schakel het in. Kies het maximale aan-
tal zaagbewegingen bij elektrisch gereedschap met een rege-
ling van het aantal zaagbewegingen. Duw het elektrische
gereedschap stevig tegen het werkstuk en laat het zaagblad
langzaam in het werkstuk invallen.
Zodra de voetplaat 7 met het hele oppervlak op het werkstuk
ligt, zaagt u langs de gewenste zaaglijn verder.
Koel- en smeermiddel
Bij het zagen van metaal dient u vanwege de verwarming van
het materiaal langs de zaaglijn koel- resp. smeermiddel aan
te brengen.
61