▸
Indien nodig, batterijspanning door middel van
knop stop/start handmatig corrigeren (bijvoor-
beeld bij diep ontladen 24 V batterij)
Als na 5 seconden de knop stop/start niet meer
3
ingedrukt wordt, start het laadproces automatisch.
Opladen
Gevaar voor beschadiging van het apparaat en
toebehoren.
De weergegeven laadspanning moet met de
¾
batterijspanning overeenstemmen.
Indien nodig de laadspanning met knop stop/
¾
start corrigeren.
▸
Oplichtende leds symboliseren de laadtoestand
van de batterij.
Druppellading:
▸
Bij een volle batterij schakelt het laadapparaat
automatisch naar druppellading, om de zelfontla-
ding van de batterij compenseren. De batterij kan
voor een willekeurige periode op het laadappa-
raat aangesloten blijven.
VOORZICHTIG !
Gevaar voor vonkvorming bij het
vervroegd verwijderen van de
laadklemmen.
Laadproces door indrukken van de
¾
knop stop/start beëindigen.
▸
Knop stop/start indrukken, om laadproces te
beëindigen.
▸
Laadkabel (zwart) van minpool (-) van de batterij
afkoppelen.
▸
Laadkabel (rood) van pluspool (+) van de batterij
afkoppelen.
Laadproces stoppen
▸
Om laadproces te stoppen, knop stop/start
indrukken.
Laadproces stopt.
3
Bedrijfsdisplay voor geselecteerde laadspanning
3
knippert.
Laadproces opnieuw starten
▸
Om laadproces voort te zetten, knop stop/start
indrukken.
Bedrijfsdisplay voor geselecteerde laadspanning
3
brandt.
Let op !
Setup-menu
Informatie
Volgende hoofdstuk geldt alleen voor
het standaard bedieningspaneel in
led-uitvoering.
▸
In setup-menu het kenmerkende type selecteren
van de te laden batterij of de vereiste, volgens
hoofdstuk "karakteristiek".
Informatie
De laadkabel niet met de batterij ver-
binden. Bij aangesloten laadklemmen is
geen selectie van een kenmerkend type
mogelijk.
▸
Netsnoer met laadapparaat verbinden en op het
net aansluiten
▸
Laadapparaat staat in de onbelaste werking -
beide displays Gebruiksklaar branden
▸
Knop stop/start ca. 10 seconden indrukken, om
het setup-menu op te roepen
Beide displays Gebruiksklaar gaan uit.
3
Het laadapparaat bevindt zich in de setup-modus.
3
Daarnaast wordt de indicator van het kenmerken-
3
de type op het display weergegeven.
Kenmerkend type selecteren
▸
Knop stop/start indrukken, om het kenmerkende
type volgens hoofdstuk "karakteristiek" te selec-
teren.
Vindt in de eerstvolgende 10 seconden geen
3
verdere selectie plaats, wordt het geselecteerde
kenmerkende type opgeslagen.
Informatie
Gedurende deze 10 seconden geen
batterij aansluiten. Als binnen deze
10 seconden een batterij aangesloten
wordt, wordt het kenmerkende type niet
opgeslagen.
Beide displays Gebruiksklaar branden.
3
Het laadapparaat is met het nieuw geselecteerde
3
kenmerkende type automatisch gereed voor het
eerstvolgende laadproces.
51