Descargar Imprimir esta página

Nice TTDMS Instrucciones Y Advertencias De Instalación Y Uso página 70

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 34
TABEL A
Type lampen
Gloei- en halogeenlampen met hoog
vermogen, hoger dan 150 Watt
Gloei- en halogeenlampen met laag
vermogen, lager dan 150 Watt (fa-
brieksinstelling)
Ledlampen
Fluorescentielampen
de drie instructies van de dimmer aan de eerste drie toetsen van de zender (even-
tuele andere toetsen worden niet geprogrammeerd), volgens een fabrieksingesteld
criterium (niet wijzigbaar door de installateur). Na het voltooien van een procedure in
"Werkwijze I" hebben de toetsen van de zender de volgende configuratie:
– toets s (of toets 1): hoort bij de functie "Dimmer Up".
– toets n (of toets 2): hoort bij de functie "Toggle".
– toets t (of toets 3): indien aanwezig, hoort deze bij de functie "Dimmer Down".
– toets 4 (en volgende): indien aanwezig, hebben deze geen gekoppelde functies.
Let op – Als de toetsen van uw zender geen symbolen of nummers hebben, raad-
pleeg dan afb. 3 om ze te identificeren.
Tijdens het gebruik van de zender werken de gekoppelde toetsen met de volgende functies:
• Dimmer Up:
– als de toets kort wordt ingedrukt (korter dan een seconde) wordt de lichtsterkte
van de lamp met een klein percentage verhoogd, als deze zich nog niet op de
maximale ingestelde waarde bevindt;
– als de toets langer wordt ingedrukt (langer dan een seconde) blijft de lichtsterkte
van de lamp toenemen tot de maximale ingestelde waarde wordt bereikt en/of de
toets wordt losgelaten.
• Toggle:
– telkens als de toets wordt ingedrukt, schakelt de dimmer de aangesloten lichtbron
in (On) of uit (Off). De lichtsterktewaarde die bij de functie "On" hoort, zal gelijk zijn
aan de laatste lichtsterktedrempel die in de dimmer is opgeslagen. De waarde wordt
automatisch door de dimmer opgeslagen telkens als de lamp van aan naar uit gaat
(in dit geval zal de opgeslagen waarde gelijk zijn aan de lichtsterkte van de lamp voor
deze werd uitgeschakeld) of, in elk geval, ongeveer 60 seconden na de laatste ver-
andering in lichtsterkte (in dit geval wordt de laatste lichtsterktewaarde opgeslagen).
4 – Nederlands
Minimaal
Maximaal
Minimale
vermo-
vermogen
lichtsterkte
gen
in %
150
250
15 %
Watt
Watt
1
150
20 %
Watt
Watt
0 Watt
100 Watt
15 %
0 Watt
100 Watt
30 %
• Dimmer Down:
– als de toets kort wordt ingedrukt (korter dan een seconde) wordt de lichtsterkte
van de lamp met een klein percentage verlaagd, als deze zich nog niet op de mini-
male ingestelde waarde bevindt;
– als de toets langer wordt ingedrukt (langer dan een seconde) blijft de lichtsterkte
van de lamp afnemen tot de minimale ingestelde waarde wordt bereikt en/of de
toets wordt losgelaten.
6.1.2 - De procedures in "WERKWIJZE II"
Met de uitvoering van een procedure die bij deze werkwijze hoort, kan de instal-
lateur vrij een gewenste instructie uit de beschikbare instructies op de dimmer aan
een gewenste toets van de zender koppelen. Nadat een procedure in "Werkwijze II"
is uitgevoerd, moet om een andere instructie aan een andere toets te koppelen de
procedure herhaald worden. De instructies die met een procedure in "Werkwijze II"
kunnen worden opgeslagen, zijn de volgende:
• Dimmer Up > Dimmer Down > Dimmer Up > etc..... / Toggle:
– als de toets langer wordt ingedrukt (langer dan een seconde) verhoogt de dim-
mer de lichtsterkte van de lamp (functie "Dimmer Up"). Als de toets wordt losgela-
ten en vervolgens weer langer wordt ingedrukt, verlaagt de dimmer de lichtsterkte
van de lamp (functie "Dimmer Down");
– als de toets kort wordt ingedrukt (korter dan een seconde) schakelt de dimmer
de aangesloten lichtbron in (On) of uit (Off) (functie "Toggle").
• Dimmer Up:
deze instructie werkt zoals beschreven in de paragraaf "Werkwijze I".
• Dimmer Down:
deze instructie werkt zoals beschreven in de paragraaf "Werkwijze I".
• Toggle:
deze instructie werkt zoals beschreven in de paragraaf "Werkwijze I".
• Lichtsterkteniveau (1 / 2 / 3 / 4):
elk van deze instructies hoort bij een specifieke lichtsterktedrempel. De fabrieksin-
stelling van de bij elk niveau behorende waarde staat in de volgende tabel:
Lichtsterkteniveau 1 = drempel bij 25 %
Lichtsterkteniveau 2 = drempel bij 50 %
Lichtsterkteniveau 3 = drempel bij 75 %
Lichtsterkteniveau 4 = drempel bij 100 %
De waarde van de lichtsterktedrempel behorend bij elk niveau kan worden gewij-
zigd met de procedures die beschreven staan in hoofdstuk 11. Let op! – Als de
ingestelde waarde lager is dan de waarde van de "minimale lichtsterkte" (die welke
is ingesteld met de procedures in hoofdstuk 4), dan zal de lamp zich onsamenhan-
gend gedragen; bijvoorbeeld, als een instructie voor inschakeling wordt gestuurd

Publicidad

loading