Programmeermodus sluiten
De blauwe LED gaat uit, de instellingen zijn nu
opgeslagen. Het apparaat reageert nu automatisch
volgens de ingestelde waarden.
OPMERKING: Wordt de programmeermodus niet
met een druk op de toets afgesloten, dan sluit het
apparaat de programmeermodus automatisch af
als er 10 minuten lang geen toets is ingedrukt.
Te programmeren kanaal selecteren
LED-indicatie:
C1 = rode en blauwe LED knipperen
C2 = groene en blauwe LED knipperen
C3 = blauwe LED knippert
Na één keer drukken op de toets "DIM" doorloopt
de dimmer een cyclus, waarbij de sterkte van de
verlichting automatisch langzaam van max. naar min.
waarde afneemt. Als het gewenste lichtniveau in de
ruimte bereikt is, drukt u op de toets "Oog". De nieuwe
richtwaarde voor helderheid wordt opgeslagen.
Richtwaarde helderheid instellen (100 Lux – 750 Lux)
LED-indicatie: rode en blauwe LED knipperen 3x,
automatische lichtregeling op de ingestelde waarde.
Richtwaarde helderheid instellen op 100 % lichtsterkte
LED-indicatie: rode en blauwe LED knipperen 3x, geen
lichtregeling, 100 % licht bij aanwezigheid.
Nalooptijd C1 + C2
Als er geen beweging gedetecteerd wordt, gaat de
nalooptijd van start.
Nalooptijd C3
Als er geen beweging gedetecteerd wordt, gaat de
nalooptijd van start.
Oriëntatieverlichting 10 % – 40 % + "AAN"
Bij de eerste keer indrukken wordt de
oriëntatieverlichting op 10 % gezet. Daarna wordt
bij indrukken de waarde in stappen van 10 %
verhoogd tot maximaal 40 %. Daarna begint de
waarde weer bij 10 %.Als er geen toets meer wordt
ingedrukt, is de nachtlichtfunctie actief.
Oriëntatieverlichting nabrandtijd
Na het instellen van de waarde voor
oriëntatieverlichting wordt de tijd voor de
nabrandfunctie ingesteld.
Oriëntatieverlichting "UIT"
NL
37