F
GB
D
MONTAGE
KOLOMBOORMACHINE
(afb. 12)
Als u de kolomboormachine altijd op dezelfde plaats wilt
gebruiken, bevestigt u de boormachine permanent op
een werkbank of een andere stabiele ondergrond.
Als u de kolomboormachine op verschillende plaatsen
wilt kunnen gebruiken, bevestigt u de boormachine op
een houten plaat die gemakkelijk even op een werkbank
of andere stabiele ondergrond kan worden vastgeklemd.
De gebruikte grondplaat moet groot genoeg zijn om te
voorkomen dat de boormachine kantelt tijdens het
gebruik. Wij raden u aan een stuk meubelplaat of
spaanplaat van goede kwaliteit te gebruiken met een
dikte van 19 mm.
Markeer de gaten van de voetplaat van de
■
boormachine (6) op de ondergrond waarop u de
boormachine wilt bevestigen.
Boor op deze plaatsen gaten in de ondergrond voor
■
de bevestiging.
Plaats de kolomboormachine op deze ondergrond en
■
lijn de gaten in de voetplaat uit met de gaten die u in
de ondergrond hebt geboord.
Steek twee bouten (niet bijgeleverd) in de gaten en
■
zet ze stevig vast met plaatjes en moeren (niet
bijgeleverd).
Als u slotbouten gebruikt, zorg dan dat ze lang genoeg
zijn om zowel door de voetplaat als door het materiaal
van de ondergrond te gaan. Als u schroefbouten gebruikt,
zorg dan dat ze lang genoeg zijn om zowel door de
voetplaat van de boormachine, de grondplaat, de
borgschijfjes en de moeren te gaan.
Opmerking: alle bouten moeten via de bovenkant van
de voetplaat worden ingestoken. De plaatjes en moeren
moeten aan de onderzijde van de werkbank komen.
Zodra de kolomboormachine stevig op een stabiele
ondergrond is bevestigd, doet u het volgende:
Controleer op trillingen als de motor aan staat.
■
Verbeter de plaatsing van de diverse bevestigingen
■
en draai deze eventueel opnieuw vast.
Controleer of u de tafel gemakkelijk langs de zuil op
■
en neer kunt bewegen.
Controleer of de booras vrij kan draaien.
■
NL
E
I
P
INSTALLEREN
S
DK
N
FIN
Nederlands
BLOKKEERHENDEL VAN DE VOEDINGSAS
MONTEREN/GEBRUIKEN (afb. 13)
Lijn de draadstang van de blokkeerhendel (14) van de
voedingsas uit met het gat dat zich aan de linkerzijde van
de booreenheid bevindt en draai de hendel naar rechts.
Door de hendel (14) geheel rechtsom te draaien
blokkeert u de as. Door de hendel naar links te draaien
zet u de as vrij.
LASER CONTROLEREN EN UITLIJNEN
(afb. 14)
Controleer de uitlijning van de laser om na te gaan of het
snijpunt van de laserstralen precies overeenkomt met het
punt waar de boor in het werkstuk moet boren. Als dat
niet het geval is, stelt u de laserstralen bij met behulp van
de regelknoppen (j) van de laser die zich aan beide
zijden van de booreenheid bevinden.
Teken een "X" op een stuk hout.
■
Plaats een dunne boor in de boorhouder en lijn het
■
uiteinde ervan uit met het midden van het "X"-teken.
Zet het stuk hout vast op de tafel.
■
Zet de laser aan en controleer of de laserstralen elkaar
■
in het midden van de "X" op het stuk hout snijden.
Als dat niet het geval is, draait u met behulp van een
■
inbussleutel de schroeven van elk van de
laserbehuizingen (k) wat losser en verdraait u de
regelknoppen (j) dat de stralen elkaar snijden in het
midden van de "X". Sluit daarna weer de behuizingen
door de schroeven (l) vast te draaien.
WAARSCHUWING
Verander geen andere instellingen dan die in
deze gebruiksaanwijzing worden aanbevolen.
Gebruik de lasergeleider niet op een andere
manier dan volgens de aanwijzingen: u loopt
anders het risico te worden blootgesteld aan
gevaarlijke laserstralen.
WAARSCHUWING
Laat uw waakzaamheid niet verslappen als u
eenmaal vertrouwd bent geraakt met het
apparaat. Vergeet niet dat één seconde
onoplettendheid voldoende is om ernstig letsel te
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Draag altijd een veiligheidsbril of een
beschermbril met zijschotjes wanneer u met een
elektrisch
wegspattende deeltjes in uw ogen komen en
ernstig oogletsel veroorzaken als u zich hier niet
aan houdt.
86
GR
H
CZ
RUS
apparaat
werkt.
RO
PL
Er
kunnen