Let op:
Verwijder vóór de verwarming het deksel en eventuele etiketten van het potje met gehomogeniseerd voedsel.
Het wordt aangeraden de zuigfles met de bijbehorende ring met speen (zonder dekseltje) te verwarmen, zodat
de fles na de verwarming beter vastgepakt kan worden.
**120 ml water bij de zuigflessen van de Chicco Step Up lijn en voor de potjes gehomogeniseerde voedsel; onge-
veer 150 ml water bij de zuigflessen van 150 ml van de Chicco Goed Gevoel lijn; ongeveer 220 ml bij de zuigfles-
sen van 250 ml en van 330 ml van de Chicco Goed Gevoel lijn.
1. Controleer of de kiezer op de middelste stand "O" (uit) staat en steek de stekker in het stopcontact.
2. Kies de verwarmingswijze
a. door de kiezer naar rechts naar de icoon "zuigfles" te verplaatsen om de zuigfles te verwarmen,
b. door de kiezer naar links naar de icoon "gehomogeniseerd voedsel" te verplaatsen om de potjes gehomogeni-
seerd voedsel te verwarmen.
Het rode controlelampje geeft aan dat het apparaat warm aan het worden is.
LET OP.
Tijdens de verwarming van het gehomogeniseerde voedsel wordt aangeraden vaak in de inhoud van het potje te
roeren, zodat de temperatuur gelijkmatig wordt.
4. Na enkele minuten*** werking gaat het groene controlelampje branden en gaan vijf korte geluidssignalen
af, wat betekent dat de verwarmingscyclus afgelopen is. Het wordt aangeraden de zuigfles of het potje er
meteen uit te halen, zodat de voeding niet te veel wordt verwarmd. Indien de steun voor gehomogeniseerd
voedsel/zuigflessen wordt gebruikt, kan deze worden opgetild en aan de bovenrand van het apparaat worden
vastgezet, om de grip te vereenvoudigen en brandwonden te voorkomen.
*** Let op: de verwarmingstijd en de eindtemperatuur van het eten kunnen aanmerkelijk verschillen, afhankelijk
van het type en de afmetingen van de gebruikte houder (kunststof zuigfles, glazen zuigfles, potjes...), van de
hoeveelheid die verwarmd moet worden, van de begintemperatuur (kamertemperatuur, ijskast, ...), van de con-
sistentie van de bereiding en van de soort elektrische voeding van het apparaat (in huis of in de auto).
5. Om de zuigflesverwarmer uit te schakelen, verplaatst u de kiezer op de middelste stand en haalt u de stekker
van de stroomkabel van de zuigflesverwarmer uit het stopcontact.
6. Als de zuigfles of het potje met gehomogeniseerd voedsel eenmaal uit het reservoir gehaald is, droogt u ze
zorgvuldig af, voordat u het eten aan het kind geeft.
LET OP.
Controleer altijd eerst of het eten niet te warm is, voordat u het aan het kind geeft.
Indien het eten niet warm genoeg is, doet u het in de zuigflesverwarmer en start u een nieuwe verwarmingscy-
clus. Controleer de verwarmingsstaat met regelmatige tussenpozen tot de gewenste temperatuur bereikt is en
kijk uit dat u zich niet verbrandt.
In het bijzonder:
b. GEBRUIK MET AUTOAANSLUITING
LET OP. Laat de zuigflesverwarmer niet werken als de auto rijdt. Het water dat erin zit kan erg heet worden en
kan brandwonden veroorzaken.
1. Zet de zuigflesverwarmer in zijn basis op een vlakke en stevige ondergrond. Ga te werk zoals wordt beschreven
in fase 1 van het GEBRUIK IN HUIS.
2. Controleer of de kiezer op de middelste stand "O" (uit) staat. Steek de stekker in de adapter en doe hem in de
aansluiting van de sigarenaansteker van de auto.
3. Ga te werk zoals wordt beschreven bij de punten 3 en 4 van de paragraaf "GEBRUIK IN HUIS".
4. Om de zuigflesverwarmer uit te schakelen, verplaatst u de kiezer op de middelste stand en haalt u de stekker
van de stroomkabel van de zuigflesverwarmer uit de aansluiting van de sigarenaansteker van de auto.
5. Als de zuigfles of het potje met gehomogeniseerd voedsel eenmaal uit het reservoir gehaald is, droogt u ze
zorgvuldig af, voordat u het eten aan het kind geeft.
LET OP.
Voordat u het product in de auto gebruikt, controleert u altijd of de betreffende aansluiting voor sigarenaanste-
ker van de auto compatibel is met de elektrische kenmerken van het product.
Gebruik het product niet met een aansluiting voor sigarenaansteker van de auto die met 24V gevoed wordt (bijv.
die van zware vrachtwagens): het product kan onherstelbaar beschadigd worden en schade aan de bedrading
van de auto veroorzaken.
35