Recht lassen is gemakkelijker, sneller en zorgt voor een
goede penetratie. Indien mogelijk moet het werkstuk zo
worden geplaatst dat het gesmolten materiaal op een vlak
oppervlak stroomt.
3.2 Voorbereiding van gewrichten
Vóór het lassen moet het oppervlak van het werkstuk
worden gereinigd van vuil, roest, metaalschilfers, olie of
verf. Anders is de var zwak en poreus. Als het te lassen
materiaal dik of zwaar is, moeten de randen worden
bijgesneden met een slijpmachine. De randhoek moet
ongeveer 60 graden zijn. Zie de volgende afbeelding:
VERKEERD
Afhankelijk van het type laspositie zijn er verschillende
soorten lassen. Zie de volgende afbeeldingen voor een
meer gedetailleerde look:
LASSEN MET FRONTAAL LASSEN
Gesloten frontaal las
Eenzijdig schuin las
Eenzijdig V las
SOORTEN LASSEN MET HOEKLASSEN
Eenzijdige zijbalk
Eenzijdige strip las
Dubbelzijdig frontaal las
Tweezijdige strip las
3.3 Gewicht van massa clip
Verwijder vuil, roest, metaalschilfers, olie of verf van het
contactoppervlak van de klem. Controleer of de clip goed
contact heeft gemaakt met het basismetaal. Een slechte
massaverbinding leidt tot grotere verliezen aan elektriciteit
en warmte.
Zorg ervoor dat de massaclip het metaal raakt.
CORRECT
Open uiteinden las
Tweezijdig schuin las
Tweezijdig V las
Eenzijdige T las
Tweezijdige T las
3.4 Elektrode
De elektrode is een metalen staaf bedekt met een
poederlaag. Bij het lassen stroomt een elektrische stroom
tussen de punt van de elektrode (staaf) en het basismetaal
dat met de grond is verbonden. De warmte die zich
ontwikkelt in de elektrische boog tussen de punt van de
elektrode en het basismetaal, smelt de elektrode en het
poeder dat erop zit. Voor de beste prestaties van dit
toestel raden we het gebruik van elektrode 6013 aan.
3.5 De juiste keuze van elektrode
Er is geen algemene regel voor het kiezen van elektroden
en temperaturen voor individuele doeleinden. Het type
en de dikte van het lasmetaal, evenals de positie tijdens
bedrijf, is cruciaal voor de keuze van het type elektrode
en voor de temperatuur die nodig is om het lasproces
te voltooien. Zware en dikkere metalen hebben een
hogere stroomsterkte nodig. Voordat met lassen wordt
begonnen, wordt aanbevolen om een testlas uit te voeren
op een weggegooid stuk metaal dat geschikt is voor het
type metaal dat later moet worden bewerkt om de juiste
elektrodeselectie te bepalen. Zie de volgende illustratie
van lassen die als nuttig voorbeeld kunnen dienen voor
het kiezen van de juiste elektrode.
3.5.1 Bij gebruik van de juiste elektrode
1. De las moet soepel rond de uiteinden van het
hechtmateriaal worden gevormd, zonder rafelige
randen te vormen.
2. De gesmolten zone in het basismetaal moet dezelfde
diepte hebben als de lashoogte boven het metalen
oppervlak.
3. Lassen moet een "knetterend" geluid produceren, iets
wat lijkt op het geluid dat wordt geproduceerd bij het
bakken van een ei.
3.5.2 Bij gebruik van dunne elektroden
1. De cheat is te hoog en onregelmatig.
2. De vlamboog zal moeilijk te onderhouden zijn.
3.5.3 Wanneer een dikke elektrode wordt
gebruikt
1.Elektrische boog zal de lichtere metalen verbranden
2. De las wordt verzonken in het lasmetaal
3. De las zal vlak en poreus zijn
4. De elektrode wordt op het werkstuk gelijmd
Opmerking: De snelheid van de elektrode langs het
103