Controleer altijd het netsnoer op beschadiging voordat u het apparaat gebruikt.
Om gevaarlijke situaties te voorkomen dient het beschadigde netsnoer te worden
vervangen door de fabrikant, haar dienst-na- verkoop of door gelijkwaardig
gekwalificeerd personeel.
Risico op elektrische schok! Een elektrische stroom loopt door de basiseenheid
tijdens werking van het apparaat. Dompel het apparaat nooit in water.
Gebruik nooit een defect apparaat of een apparaat met defecte toebehoren.
Controleer het deksel en de kookpot op beschadiging vóór elk gebruik. Het
deksel en de kookpot moeten worden vastgeklikt bij het plaatsen. Vervang
beschadigde onderdelen vóór gebruik.
Risico op brandwonden! Het apparaat produceert hete stoom tijdens de werking
en laat hete stoom vrij bij het openen van het deksel. Vermijd contact met de hete
stoom door uw gezicht en handen op een veilige afstand te houden.
Risico op brand! Sommige delen van het apparaat kunnen tijdens het
stoomkoken heel warm worden. Vermijd contact met de huid. Leun niet over het
apparaat.
Laat het apparaat nooit "AAN" zonder toezicht.
Laat het apparaat afkoelen gedurende ten minste 15 minuten voor het volgende
gebruik.
Meng voedsel in cycli van 10 seconden, en meng nooit langer dan 30 seconden
aan één stuk door. Vooraleer vlees en vis te mengen dient u erop te letten dat de
maximale hoeveelheid per keer niet meer dan 100 g bedraagt! Het voedsel moet
eerst met stoom worden gekookt gedurende ten minste één cyclus vooraleer te
worden gemengd!
Risico op brand! Controleer altijd eerst de temperatuur van het bereid voedsel
vooraleer uw baby te voeden.
Risico op verstikking! Controleer altijd de consistentie van het bereid voedsel om
ervoor te zorgen dat het geschikt is voor uw baby.
Laat het toestel altijd afkoelen vooraleer u het gaat reinigen
Reinig de basiseenheid niet in de vaatwasser.
Gebruik tijdens het reinigen van het apparaat geen schuursponsjes, schurende
reinigingsmiddelen of agressieve vloeistoffen zoals wasbenzine of aceton.
Zorg er na het reinigen en drogen voor dat een mes en de sluiting opnieuw
correct in het apparaat werden geplaatst.
NL
Veiligheidsinstructie
52
Hoofd-
stuk
Nr.
2.2.2
8
2.2.2
9
3.1
22
2.2.2
11
3.3
29
2.3
12
2.3
13
2.3.1
14
2.3.1
15
2.3.1
16
2.3.2
17
2.3.2
18
2.3.3
20
2.3.4
21
2.3.2
19
3.1
23
3.1
24
3.1
25
3.1
26