Aesculap
Persluchtmotor GA553
5.
Gebruik van de persluchtmotor GA553
5.1
Opstellen
Accessoires aansluiten
Combinaties van accessoires die niet in deze gebruiksaanwijzing worden
vermeld, mogen uitsluitend worden gebruikt als ze uitdrukkelijk voor de
beoogde toepassing bestemd zijn. De vermogenskenmerken en veilig-
heidsaspecten mogen daarbij niet nadelig worden beïnvloed.
►
Als u nog vragen hebt, kunt u contact opnemen met uw B. Braun/
Aesculap-partner of de Technische Service van Aesculap, adres zie
Technische dienst.
Aankoppeling van het handstuk
Handstuk met Intra-koppeling 20 en persluchtmotor 3:
►
Duw de Intra-koppeling 20 van de persluchtmotor 3 in het
micro-Line-handstuk, tot het tegen de voorkant van de motor zit en
vastklikt.
Handstuk loskoppelen
Handstuk met Intra-koppeling 20 en persluchtmotor 3:
►
Druk de ontgrendelingsknop 21 in en trek het handstuk eraf.
Persluchtvoorziening aansluiten
Brand- en ontploffingsgevaar bij gebruik van zuur-
stof als drijfgas!
►
Drijf de persluchtmotor nooit aan met zuurstof.
GEVAAR
►
Drijf de persluchtmotor aan met perslucht of
stikstof.
Beschadiging van de persluchtmotor door bedrijfs-
druk hoger dan 10 bar!
►
Stel het debiet in tussen 6 en 10 bar.
VOORZICHTIG
Opmerking
Voor een goede werking is een persluchtvoorziening van 6 bar tot 10 bar
(0,6 MPa tot 1,0 MPa) nodig.
Bedrijf met centrale gasvoorziening conform DIN 13260 en EN 737
en met laagdruk-slangleidingsystemen voor gebruik met medische
gassen conform DIN EN ISO 5359
64
®
De gastoevoer moet droge, zuivere lucht leveren en als volgt worden inge-
steld:
Nominale bedrijfsoverdruk
Maximum-bedrijfsoverdruk
Minimum-bedrijfsoverdruk
Bij luchtafvoer maximum-stuwdruk in de afzuiglei-
ding tijdens de werking van de motor
Minimumdebiet van de gastoevoer
Werking met gasflessen volgens DIN EN ISO 11117
Aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan:
■
Perslucht of stikstof gebruikt
■
Voldoende voorraad volle gasflessen beschikbaar
■
Flesdruk van ongeveer 150 bar tot 200 bar met drukregelaar
(b.v. GA099) gereduceerd tot een nominale bedrijfsdruk van 8 bar
►
Lees de bedrijfsdruk af op de meter aan apparaatzijde en stel deze met
de knevelschroef in.
De uitlaatlucht wordt bij gebruik van gasflessen niet uit de operatiezaal
afgevoerd; ze ontsnapt buiten het operatieveld aan het slanguiteinde.
Aansluiting van de motor aan de persluchtvoorziening
Opmerking
Lange slangen kunnen een opstuwing van de uitlaatlucht veroorzaken,
waardoor het vermogen van de persluchtmotor afneemt.
►
Gebruik zo kort mogelijke slangen.
►
Zorg ervoor dat de slangleidingen niet worden geknikt of afgekneld.
►
Gebruik eventueel een passende verlengslang.
Aansluiting van de motor aan de voetbediening
►
Zorg ervoor dat de ring voor de keuze van de draairichting 22 op de
persluchtmotor in stand "0" staat.
►
Trek de huls 5 aan de motorslang 7 terug en sluit de motorslang met
snelsluitkoppeling 4 op de motor 3 aan.
►
Steek de stekker 8 van de motorslang 7 in de voetbediening.
Aansluiting van de voetbediening op de persluchtvoorziening
►
Kies afhankelijk van het persluchtsysteem een slang die geschikt is
voor het Aesculap-Dräger-systeem, DIN-systeem of Schrader-systeem.
►
Trek de huls 12 op de motorslang 10 terug en sluit de slang met
snelsluitkoppeling 13 op de voetbediening aan.
►
Steek de stekker 8/14/15 van de slang 10 in de contactdoos van de
persluchtvoorziening 16/17/19.
8 bar
10 bar
6 bar
0,4 bar
300 l/min