NL
en gebruikt werden. Gebruik van stofafzuiging verkleint het risico op stofgerelateerde gevaren.
Zorg ervoor dat de verworven ervaring van veelvuldig gebruik van het elektrotoestel / machine er niet toe zal leiden dat
de veiligheidsvoorschriften roekeloos worden genegeerd. Roekeloze handelingen kunnen in een fractie van een seconde
ernstige letsels veroorzaken.
Gebruik en zorg voor het elektrotoestel / machine
Overbelast elektrotoestel / machine niet. Gebruik het elektrotoestel / machine bestemd voor de gekozen toepassing.
Een geschikt elektrotoestel / machine zal een betere en veilige werking garanderen indien het gebruikt voor de ontwikkelde
belasting wordt.
Gebruik het elektrotoestel / machine niet indien de elektrische schakelaar het in- en uitschakelen niet mogelijk maakt. Het
elektrotoestel / machine dat niet controleerbaar is met behulp van de netwerkschakelaar is gevaarlijk en dient door de technische
dienst te worden hersteld. Ontkoppel de stekker van de voedingskabel van de netwerkdoos en/of demonteer de accu,
indien hij van het elektrotoestel / machine kan worden ontkoppeld alvorens het elektrotoestel / machine af te stellen,
accessiores te vervangen of op te slagen. Zulke voorzorgsmaatregelen zullen ervoor zorgen dat een toevallige inschakeling
van het elektrotoestel / machine wordt vermeden.
Bewaar het toestel op een plaats die ontoegankelijk voor kinderen is. Laat personen die niet vertrouwd zijn met de
instructie het elektrotoestel / machine niet gebruiken. Elektrotoestellen / machines kunnen in handen van ongeschoolde
gebruikers gevaarlijk zijn.
Onderhoud het elektrotoestel / machine en zijn accessoires. Controleer het elektrotoestel / machine op het gebied van
slechte aanpassingen of het klem zitten van bewegende onderdelen, beschadiging van onderdelen en om het even welke
andere omstandgiheden die de werking van het elektrotoestel / machine kunnen beïnvloeden. Schade dient te worden
hersteld alvorens het elektrotoestel / machine te gebruiken. Vele ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhoud van
het elektrotoestel / machine.
Snijdende werktuigen dienen proper en scherp te zijn. Snijdende werktuigen met scherpe randen die goed onderhouden zijn
zullen zich minder beklemmen en kunnen tijdens de werking beter worden gecontroleerd.
Gebruik elektrotoestellen / machines, accessoires en aanvullende werktuigen ed. overeenkomstig met deze instructie en
houd rekening met hun soort en de arbeidsomstandigheden. Gebruik van toestellen bestemd voor andere werkzaamheden
dan hun bestemming kan een gevaarlijke situatie veroorzaken.
Houd het handvat en de oppervlakken bestemd om te worden gegrepen altijd droog, proper en vrij van olie en vet. Gladde hand-
vaten en oppervlakken laten geen veilig gebruik toe en houden het elektrotoestel / machine niet onder controle in gevaarlijke situaties.
Herstellingen
Laat het elektrotoestel / machine herstellen enkel bij de bevoegde technische diensten die originele reserveonderdelen
gebruiken. Dit zal de gepaste veiligheid van het elektrotoestel garanderen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR VERSTEKZAGEN
Afschuine verstekzagen zijn bedoeld voor het zagen van hout en houtachtige materialen en mogen niet worden gebruikt
met slijpschijven voor het zagen van ijzerhoudende materialen zoals staven, palen, enz. Het slijpwielstof veroorzaakt vast-
lopen van bewegende delen, zoals het onderste deel van de zaagbladbescherming. Vonken van het snijden met een slijpschijf
verbranden het onderste deel van de zaagbladbescherming, de inzet van de werktafel en andere kunststof onderdelen.
Gebruik waar mogelijk klemmen om het werkstuk vast te klemmen. Als het te bewerken materiaal met de hand wordt
vastgehouden, houd dan altijd een hand van minstens 100 mm aan elke kant van de cirkelzaag. Gebruik deze zaag niet
voor het zagen van werkstukken die te klein zijn om veilig bevestigd of met de hand vastgehouden te worden. Als uw hand
te dicht bij de cirkelzaag ligt, neemt het risico op letsel door contact met de cirkelzaag toe.
Het te bewerken werkstuk moet stilstaan en gefi xeerd of vastgehouden worden door zowel de bevestigingsplaat als de
werktafel. Het te bewerken materiaal mag in geen geval met de „vrije hand" worden ingevoerd of gesneden. Een losge-
maakt of bewegend werkstuk kan met hoge snelheid worden uitgeworpen en letsel veroorzaken.
Schuif de zaag door het bewerkte voorwerp. De zaag niet door het bewerkte voorwerp trekken. Om de zaagsnede uit te
voeren, de zaagkop optillen en over het werkstuk trekken zonder te zagen, de motor starten, de kop laten zakken en de
zaag door het werkstuk duwen. Het zagen tijdens het trekken van de zaag kan ertoe leiden dat het zaagblad naar de bovenkant
van het te bewerken materiaal ontsnapt en het zaagblad plotseling in de richting van de bediener wordt uitgeworpen.
Steek nooit uw handen over met de beoogde zaaglijn of aan de voor- of achterzijde van de cirkelzaag. Het is zeer gevaarlijk
om het werkstuk vast te houden door „uw hand te kruisen", bijv. om het werkstuk aan de rechterkant van de cirkelzaag met uw
linkerhand vast te houden of omgekeerd.
Nooit achter de aanslagplaat reiken, zodat de hand zich aan weerszijden van de cirkelzaag op minder dan 100 mm van
beide zijden van de cirkelzaag bevindt om resthout te verwijderen of om een andere reden terwijl de cirkelzaag draait. De
afstand van de roterende cirkelzaag tot uw hand is misschien niet duidelijk en u kunt ernstig gewond raken.
Inspecteer het werkstuk voor het snijden. Als het werkstuk gebogen of opgerold is, fi xeer het dan zo dat het buitenste
gebogen oppervlak naar de stopplaat gericht is. Zorg er altijd voor dat er geen ruimte is tussen het te bewerken mate-
riaal, de aanslagplaat en de werktafel langs de snijlijn. Gebogen of gebogen werkstukken kunnen verdraaien of verschuiven
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
122