Veiligheid van de batterijen
De FMHT77598 laser wordt gevoed door een Li-ion-batterij.
WAARSCHUWING:
Om het risico op letsel te beperken, moet
de gebruiker de gebruikershandleiding,
deLaserveiligheid handleiding en de Batterijveiligheid
handleiding lezen.
De accu opladen
Gebruik de oplader die met de FMHT77598 laser is
NL
meegeleverd om de Li-ion batterij van de laser op te laden.
1.
Steek de stekker van de oplader in een stopcontact
(Afbeelding
C 1
2.
Trek het deksel aan de achterkant van de laser los en
schuif het opzij (Afbeelding
3.
Steek het kleine uiteinde van de kabel in de oplader
aansluiting van de laser (Afbeelding
4.
Geef de batterij de tijd volledig op te laden. De aan/uit LED
blijft branden terwijl de batterij wordt opgeladen.
5.
Als de aan/uit LED uit is, trek dan de oplader uit het
stopcontact en uit de oplader aansluiting van de laser.
6.
Duw het deksel weer op de oplader aansluiting.
Wanneer de laser niet in gebruik is, schuif dan de Power/
Transport vergrendeling naar LINKS in de Vergrendeld/UIT
stand (Afbeelding
A 6
Het montageblok gebruiken
Aan de onderzijde van de laser bevindt zich een beweegbaar
blok (Afbeelding
).
D
• Als u de laser met behulp van de magneten aan de voorzijde
(Afbeelding
A 8
bevestigen, moet u het beweegbare blok niet uitschuiven
(Afbeelding
D 1
uitlijnen met de rand van de stalen balk.
• U kunt de laser monteren boven een punt op de vloer
(met behulp van een multi-functionele beugel of een statief)
door het beweegbare blok uit te trekken tot het op z'n plaats
klikt (Afbeelding
D 2
omlaag wijst, weergeven door het 5/8-11 montagegat en de
laser over het 5/8-11 montagegat roteren zonder dat u de
verticale positie van de laser hoeft te veranderen.
62
).
).
C 2
).
C 3
) en spaar de batterijen.
) aan de zijkant van een stalen balk wilt
). U kunt dan de punt die omlaag wijst
). Zo kunt u de punt van de laser die
De laser inschakelen
1.
Plaats de laser op een glad, vlak en recht oppervlak.
2.
Schuif de schakelaar Power/Transport Lock naar rechts
naar de stand Unlocked/ON (Afbeelding
3.
Druk, zoals wordt getoond in Afbeelding
op
voor een horizontale laserlijn, een tweede keer voor
een verticale laserlijn, een derde keer voor een horizontale
lijn en een verticale lijn, een vierde keer voor 5 punten en
een vijfde keer voor een horizontale en een verticale lijn
met de 5 punten.
4.
Controleer de laserstralen. Het laserapparaat is zo
ontworpen dat het zichzelf waterpas stelt. Als het
laserapparaat zo schuin staat dat het zichzelf niet waterpas
kan stellen (> 4°), knipperen de laserstralen steeds twee
keer en knippert
voortdurend op het toetsenblok
(Afbeelding
).
A 3
5.
Als de laserstralen knipperen, is de laser niet waterpas (of
loodrecht) en mag NIET WORDEN GEBRUIKT voor het
bepalen of markeren van een lijn waterpas of loodrecht. Zet
de laser opnieuw goed neer op een oppervlak dat waterpas
is.
6.
Test de stand Puls door op
drukken.
zal oplichten op het toetsenblok (Afbeelding
) en de laserstralen zullen lichter zijn, en dat komt omdat
5
ze op een zeer hoge snelheid knipperen. U gebruikt de
stand Puls alleen met een detector zodat u de laserstralen
over een grote afstand kunt projecteren.
7.
Als EEN van de volgende verklaringen WAAR is, ga dan
verder met de instructies voor Nauwkeurigheid van de
laser controleren EN GEBRUIK DAARNA PAS DE LASER
voor een project.
• Dit is de eerste maal dat u de laser gebruikt (in het
geval dat de laser blootgesteld is geweest aan extreme
temperaturen).
• De laser is al enige tijd niet op nauwkeurigheid
gecontroleerd.
• De laser is misschien gevallen.
).
A 7
, eenmaal
A 2
op het toetsenblok te
A