• Gebruik de rubberen riem rond een paal, 2"×4", of een ander
verticaal voorwerp.
• Gebruik de magneten aan de achterzijde tegen een metalen
balk.
• Haak het schroefgat aan de achterzijde over een spijker of
een schroef aan de wand.
• Bevestig het apparaat aan de plafondklem aan een verlaagd
plafond/plafondconstructie.
• Bevestig de 5/8-11 of 1/4-20 schroefdraad op een statief.
Onderhoud
• Wanneer u de laser niet meer gebruikt, maak dan de externe
onderdelen ervan schoon met een vochtige doek, veeg
vervolgens het apparaat droog met een droge doek en berg
het vervolgens op in de meegeleverde gereedschapsdoos.
• De externe onderdelen van de laser zijn wel bestand tegen
oplosmiddelen, maar u mag de laser NOOIT met dergelijke
middelen schoonmaken.
• Berg het laserapparaat niet op bij temperaturen lager dan
-20 °C of hoger dan 60 °C.
• Zorg ervoor dat u nauwkeurig werk kunt blijven leveren,
controleer regelmatig de kalibratie van de laser.
• Controles van de kalibratie en andere
onderhoudswerkzaamheden kunnen ook door Stanley-
servicecentra worden uitgevoerd
Oplossen van problemen
De laser kan niet worden ingeschakeld
• Zorg ervoor dat de Li-ion batterij van de laser volledig is
opgeladen.
• Let er vooral op dat de laser droog blijft.
• Als het laser-apparaat warmer wordt dan 50 °C, kan het niet
worden ingeschakeld. Als het laser-apparaat is opgeborgen
bij extreem hoge temperaturen, laat het dan afkoelen. De
laser-waterpas zal niet beschadigd raken wanneer u de
schakelaar Power/Transport Lock bedient voordat u het
apparaat tot de juiste laatste temperatuur laat afkoelen.
De laserstraal knippert
De lasers zijn ontworpen om zichzelf waterpas af te stellen tot
op gemiddeld 4° in alle richtingen. Als de laser zo ver wordt
gekanteld dat het interne mechanisme zichzelf niet waterpas
kan afstellen, zullen de laserstralen knipperen ten teken dat
het kantelbereik is overschreden. ALS DE LASERSTRALEN
KNIPPEREN, IS DE LASER NIET WATERPAS OF
LOODRECHT EN MAG NIET WORDEN GEBRUIKT VOOR
HET BEPALEN OF MAREKEREN VAN EEN LIJN WATERPAS
OF LOODRECHT. Zet de laser opnieuw goed neer op een
oppervlak dat beter waterpas is.
De laserstralen blijven in beweging
De laser is precisie-instrument. Daarom zal de laser, als
het apparaat niet op een stabiel (en stilstaand) oppervlak is
geplaatst, blijven proberen het waterpaspunt te vinden. Blijft
de straal in beweging, plaats de laser dan op een stabieler
oppervlak. Controleer ook dat het oppervlak betrekkelijk vlak en
recht is, zodat de laser stabiel staat.
NL
67