Preventief onderhoud
Alle onderdelen op deformatie en beschadiging controleren;
zo nodig vervangen.
OPGELET
De zelfborgende moer op het kogelscharnier van de masker/
helm-adapter niet aandraaien of verwijderen. Anders is de
functie van de masker/helm-adapter beperkt.
De kogelscharnieren van de twee masker/helm-adapter kun-
nen verschillend beweegbaar zijn. Hierdoor is de functie ech-
ter niet beperkt.
OPMERKING
Tijdens de instandhouding kan de klep van de kap losraken
(afb. A1, 10 en 11). De klep kan eenvoudig weer in de kap
worden ingehangen.
Na onderhoudswerkzaamheden en/of vervanging van onder-
delen de lektest nog een keer uitvoeren.
Ruit vervangen
Kap op beide zijden uit de spanraam loshaken (afb. F1-1).
Met de duim op de onderkant van de kap drukken en de kap
van de bevestigingsneuzen loshalen (afb. F1-2).
Kap naar boven heen van de ademaansluiting afhalen.
Schroeven van het spanraam eruit draaien.
Masker/
Masker/helm-adapter afzetten.
helm-com-
binatie
Spanraam uit elkaar trekken, naar voren kantelen en dan zij-
delings verwijderen.
Vizier uit de rubberen pakking halen (afb. F2).
OPMERKING
De montage wordt vergemakkelijkt door het maskerlichaam of
het spanraam te bevochtigen.
Let op de middenmarkering van de voorzetruit.
Nieuwe vizier gecentreerd en vormsluitend in het maskerli-
chaam plaatsen.
Volgelaats-
Spanraam aanpersen tot het in het midden
masker
van het vizier vergrendeld en met nieuwe zelf-
borgende schroeven vastschroeven, tot geen
spleet meer te zien is.
Masker/
Spanraam aanpersen tot het in het midden
helm-com-
van het vizier vergrendeld. Masker/helm-
adapter op het samengebouwde spanraam
binatie
monteren en met nieuwe zelfborgende
schroeven zolang vastschroeven, tot geen
spleet meer te zien is.
44
Kap op het aansluitstuk schuiven, met de bevestigingsneu-
zen vergrendelen en in het spaanraam inhangen.
OPMERKING
Afhankelijk van de ademaansluiting verschilt de uitsparing
voor het aansluitstuk. Controleer of er gebruik gemaakt wordt
van de volgende kappen,
voor P- en RA-ademaansluitingen: kap R 56 278
voor PE- en ESA-ademaansluitingen: kap R 56 378
Binnenmasker vervangen (afb. H)
Voor demontage het binnenmasker bij de punt van de neus
vasthouden, van de nok trekken en uit de gleuf van het aan-
sluitstuk eruit halen.
Voor montage het binnenmasker op de nok plaatsen en in de
gleuf van het aansluitstuk persen.
Spreekmembraan vervangen
Binnenmasker demonteren.
Spreekmembraan met stiftsleutel losmaken en eruit halen.
Spreekmembraan en O-ring visueel controleren en zo nodig
vervangen.
O-ring plaatsen en spreekmembraan inschroeven
(aanbevolen draaimoment: 400 ±50 Ncm).
Binnenmasker monteren.
Uitademventiel vervangen
Rooster openen.
RA
Ventielschijf demonteren.
Ventielschijf en zitting moeten schoon en onbescha-
digd zijn. Zo nodig reinigen of vervangen.
Ventielschijf monteren.
PE
De rechte been van de veerbrug naar buiten trekken
en de veerbrug verwijderen (afb. G).
ESA
P
Ventielschijf eruit halen.
Ventielschijf en zitting moeten schoon en onbescha-
digd zijn. Zo nodig reinigen of vervangen.
Ventielschijf plaatsen.
Veer op het midden van de ventielschijf plaatsen,
hoekvormige been plaatsen en veerbrug met beide
benen laten inklikken.
Klep sluiten.
Inademventiel vervangen
P
Knop op het aansluitstuk indrukken.
P
Inademventiel uit het aansluitstuk trekken.
RA
Hierbij het aansluitstuk niet beschadigen.
PE
ESA
Een schroevendraaier onder de rand van de ventiel-
houder schuiven om de ventielhouder eruit te halen.
Hierbij het aansluitstuk niet beschadigen. Niet met
een tang de dragers van de ventielhouder trekken
Ventielschijf en zitting moeten schoon en onbeschadigd zijn.
Zo nodig reinigen of vervangen.
Inademventiel in de ademaansluiting plaatsen.
Stuurventielschijven vervangen
Ventielschijven en -zittingen moeten schoon en onbescha-
digd zijn. Indien dit niet het geval is: schoonmaken of ventiel-
schijven vervangen.
Aansluitstuk vervangen
Binnenmasker demonteren.
Kap op beide zijden uit de spanraam loshaken (afb. F1-1).
Met de duim op de onderkant van de kap drukken en de kap
van de bevestigingsneuzen loshalen (afb. F1-2).
Kap naar boven heen van de ademaansluiting afhalen.
Klemband met een schroevendraaier openwrikken en verwij-
deren.
Oud aansluitstuk eruit halen.
Nieuw aansluitstuk op de middenmarkering uitlijnen en vorm-
sluitend plaatsen.
Nieuwe klemband uitlijnen en monteren: Haak zodanig inhan-
gen dat de klemband zo strak mogelijk zit. Neus van de beu-
gel met behulp van tang R 53 239 samendrukken tot de
gelaatstukaansluiting in het maskerlichaam vastzit.
Kap op het aansluitstuk schuiven, met de bevestigingsneu-
zen vergrendelen en in het spaanraam inhangen.
OPMERKING
Afhankelijk van de ademaansluiting verschilt de uitsparing
voor het aansluitstuk.
Controleer of er gebruik gemaakt wordt van de volgende kap-
pen:
voor P- en RA-ademaansluitingen: kap R 56 278
voor PE- en ESA-ademaansluitingen: kap R 56 378
Binnenmasker monteren.
Hoofdtuig vervangen
Hoofdtuig zoals volgt verwijderen ( afb. J1):
Hoofdtuig wegdraaien van de strip op het masker.
Clip van het hoofdtuig in richting voorzetruit duwen.
Hoofdtuig zoals volgt beschreven op het masker bevestigen
( afb. 2):
Clip op de strip van het masker schuiven en op de sluiting
persen.
Waarborg dat de neus van de strip goed in het gat van de clip
ingeklikt is.