WAARSCHUWING:
Het installeren van een huishoudelijk apparaat kan ingewikkeld zijn, en kan, als het niet correct wordt uitgevoerd, de veiligheid
van de consument ernstig in gevaar brengen. Daarom moet een professioneel gekwalificeerde persoon de taak op zich nemen,
die hij zal uitvoeren in overeenstemming met de geldende technische voorschriften.
Indien dit advies wordt genegeerd en de installatie wordt uitgevoerd door een niet-gekwalificeerde persoon, wijst de fabrikant
alle verantwoordelijkheid af voor een technisch defect van het product, ongeacht of dit al dan niet tot schade aan goederen of
letsel aan personen leidt.
Als het fornuis op een onderstel wordt geplaatst, moeten er maatregelen worden genomen om te voorkomen dat het apparaat
van het onderstel afschuift.
1.1 GESCHIKTE LOCATIE
- Dit apparaat moet worden geïnstalleerd volgens de geldende voorschriften en mag alleen worden gebruikt
in een goed geventileerde ruimte. Lees de instructies voordat u het apparaat installeert en gebruikt.
- Een gasfornuis produceert warmte en vochtigheid in de ruimte waarin het is geïnstalleerd. Daarom moet u
zorgen voor een goede ventilatie, hetzij door alle natuurlijke luchtdoorgangen open te houden of door een
afzuigkap met een afvoerkanaal te installeren. Intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan extra
ventilatie vereisen, zoals het openen van een raam of een verhoging van de snelheid van de elektrische
ventilator, als u er een hebt.
- Als een afzuigkap niet kan worden geïnstalleerd, moet een elektrische ventilator aan een buitenwand of
raam worden gemonteerd om ervoor te zorgen dat er voldoende ventilatie is. De elektrische ventilator moet
in staat zijn om 3–5 keer per uur een volledige luchtwisseling uit te voeren in de keuken. De installateur moet
de toepasselijke nationale normen volgen.
• Alvorens het apparaat te installeren, moet de monteur:
- De compatibiliteit tussen de Trio en de gasinstallatie controleren. Het typeplaatje op het fornuis geeft aan voor
welk type gas het fornuis is ontworpen. Het aansluiten op de gasleiding of gasfles mag pas worden uitgevoerd
nadat is gecontroleerd of het fornuis is ingeregeld voor het type gas dat wordt geleverd. Als het niet correct is
ingeregeld, raadpleeg dan de instructies in de volgende paragrafen om de gasinstelling te wijzigen.
De Trio is in de fabriek ingesteld voor gebruik met het type gas zoals staat vermeld op de verpakking en wordt herhaald op het typeplaatje
op het fornuis.
Aardgas G20-20 mbar / G25-25 mbar: gasnet
- Wijzing indien nodig het gas.
Breng om de gasbranders aan te passen geschikte sproeiers aan die het nominale debiet opleveren (zoals uitgelegd in de paragraaf
over wijzigen van het gastype).
• Bij installatie moet de monteur rekening houden met het volgende:
Al het werk moet worden uitgevoerd met afgesloten stroomtoevoer.
De Trio is klasse 2 - subklasse 1; meubelen naast het toestel mogen niet hoger zijn dan de bovenkant van het apparaat.
- Als de Trio aan een van beide zijden naast een kast wordt geplaatst, moet de afstand tussen de Trio en de kast ten minste 15 cm
bedragen (zie afbeelding 1); terwijl de afstand tussen de Trio en de achterwand ten minste 5,5 cm moet bedragen. De afstand tussen de
Trio en een ander toestel of apparaat daarboven (bijv. een afzuigkap) mag niet minder dan 70 cm bedragen (afbeelding 1).
- Het fornuis heeft verstelbare poten voor een perfecte vlakstelling op de vloer.
- Maak de gasaansluiting naar de installatie in overeenstemming met de gastoevoer.
- Sluit het fornuis aan op de elektriciteit in overeenstemming met de informatie in de paragraaf over de elektrische aansluiting.
- Als het gastype is gewijzigd, moet u de minimale doorstroming van elke gasbrander afstellen (zoals uitgelegd in de paragraaf over het
wijzigen van het gastype).
- Sluit de Trio aan op de watertoevoer en op de waterafvoer (zie de paragraaf over de wateraansluiting).
ELKE WIJZIGING AAN DE GASINSTELLING MOET WORDEN GENOTEERD OP HET TYPEPLAATJE DAT OP HET FORNUIS IS
AANGEBRACHT.
• GASAANSLUITING
Dit moet gebeuren in overeenstemming met de voorschriften die gelden in het land van installatie (alleen voor het VK: bij wet moet de
gasinstallatie/inbedrijfstelling worden uitgevoerd door een in het 'Gas Safe Register' geregistreerde installateur). In alle gevallen moet de
gastoevoerleiding worden voorzien van een afsluitkraan, een regelaar of een overdrukventiel voor propaangas. Gebruik alleen ventielen,
uiteinden voor regelaars, flexibele buizen en regelaars met het officiële merk van het land van installatie.
Gasaansluiting conform de installatie:
Aardgas: robuuste, flexibele slang met mechanische fittingen (1) - Zachte rubberbuis (2)
Butaan: robuuste, flexibele slang met mechanische fittingen (1) - Zachte rubberbuis (2)
Propaan: robuuste, flexibele slang met mechanische fittingen (1) - Zachte rubberbuis (2)
1 - Op voorwaarde dat de flexibele slang langs zijn gehele lengte kan worden geïnspecteerd.
2 - Op voorwaarde dat de zachte rubberen buis langs de gehele lengte kan worden geïnspecteerd de buis niet langer is dan 1,5 meter
en aan de uiteinden is voorzien van geschikte klemmen.
1, 2 - Zachte buizen en flexibele slangen met mechanische fittingen moeten uit de buurt van eventuele vlammen worden geplaatst en
mogen niet beschadigd zijn door de verbrandingsgassen, hete fornuisdelen of gemorst heet voedsel.
De flexibele buis moet zodanig zijn gemonteerd dat de buis niet door een bepaalde ruimte loopt waar deze geplet/geknikt of op enige
andere wijze beschadigd kan raken.
INSTALLATIE
GASMODEL
NL
Afbeelding 1