BENAMING VAN DE COMPONENTEN
1.
Bedienveld
2.
Controlelamp
3.
Luchtuitlaatrooster
4.
Wandadapter
5.
Luchtslang
6.
Bovenste condenswaterafloop met rubberen dop
7.
Draaggrepen
BEDIENVELD
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
1.
[POWER]
Druk op deze knop om het apparaat in- en uit te schakelen
2.
[FUNC]
Druk deze toets om tussen de functies "Cooling" (koelen), "Heating" (verwarmen) of "Dehumidity"
(ontvochten) te kiezen.
3.
[TEMP+]
Druk deze toets in de koelfunctie om de gewenste kamertemperatuur met telkens 1 °C tot een hoogste
temperatuur van 30°C in te stellen.
Druk deze toets in de verwarmfunctie om de gewenste kamertemperatuur met telkens 1 °C tot een
hoogste temperatuur van 25°C in te stellen.
4.
[TEMP-]
Druk deze toets in de koelfunctie om de gewenste kamertemperatuur met telkens 1°C tot een minimum
temperatuur van 17°C in te stellen.
Druk deze toets in de verwarmfunctie om de gewenste kamertemperatuur met telkens 1°C tot een
minimum temperatuur van 15°C in te stellen.
8. Verbindingsstuk voor de luchtslang
9. Actief koolfilter boven
10. Grove filter boven
11. Filterrooster
12. Grove filter onder
13. Onderste condenswaterafloop met rubberen stop
54