(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)
Deze machine mag op een helling
van maximaal 10° rijden, ongeacht de
rijrichting.
Neem gas terug op hellingen en wan-
neer u scherpe bochten maakt, om te
voorkomen dat de machine kantelt of u
de controle over de machine verliest.
Wanneer u op de maximumsnelheid
rijdt, het stuur niet volledig draaien. De
machine kan dan kantelen.
Blijf met uw handen en voeten uit de
buurt van de scharnierende koppeling
van de stuurinrichting en van de drager
van de zitting. Gevaar voor verwonding
door beknelling.
Niet met de machine rijden met de
maaisysteemgroep in transportstand,
op deze manier kan de aandrijfriem van
het maaidek beschadigd worden..
7.2
GECOMBINEERD GEBRUIK VAN AC-
CESSOIRES
Zie voor het gecombineerde gebruik
van accessoires de "TABEL VOOR DE
JUISTE COMBINATIE VAN ACCESSOI-
RES" in hoofdstuk "0 TABEL TECHNI-
SCHE GEGEVENS"
7.3
BIJVULLEN MET BENZINE
Alvorens benzine bij te vullen, de motor
uitschakelen, de parkeerrem inschake-
len en de contactsleutel uit het bedie-
ningspaneel trekken.
Gebruik altijd loodvrije benzine. Meng
de benzine niet met olie.
Zie voor de inhoud van de tank "0 TABEL TECHNI-
SCHE GEGEVENS". De tank is doorzichtig, zodat
het peil gemakkelijk gecontroleerd kan worden.
LET OP! De benzine mag niet langer
dan 30 dagen in de tank blijven, anders
bederft hij.
Het is mogelijk om milieuvriendelijke benzine te
gebruiken, bijvoorbeeld alkylaatbenzine. Door zijn
speciale samenstelling heeft deze benzine een
minder slechte uitwerking op het milieu.
Er zijn geen negatieve effecten van het gebru-
ik ervan bekend. In de handel bestaan echter
soorten alkylaatbenzine waarvoor geen precieze
NEDERLANDS
indicaties ten aanzien van het gebruik kunnen
worden gegeven.
Raadpleeg voor meer informatie de instructies en
gegevens die worden geleverd door de fabrikant
van de alkylaatbenzine.
U mag de tank niet volledig vullen.
Laat wat ruimte over (tenminste de volledige
vulmond + 1 - 2 cm boven in de tank) zodat de
benzine, wanneer hij warm wordt, kan uitzetten
zonder over te stromen.
Wanneer u de machine voor de laatste
keer gebruikt voordat u hem voor een
lange periode opbergt (bijvoorbeeld
voor de winter), dient u ervoor te zor-
gen dat er precies genoeg brandstof in
de tank zit voor dat gebruik.
Alvorens de machine voor lange tijd op
te bergen, dient de brandstoftank volle-
dig te worden geleegd (zie 11).
7.4
CONTROLE VAN HET OLIEPEIL VAN DE
MOTOR (18; 19; 19A)
Bij de aflevering zit er genoeg olie in de motor van
de machine.
Alvorens de machine te starten, het
oliepeil van de motor controleren.
Zie voor controleren / bijvullen van de
motorolie 9.5.1.
7.5
VEILIGHEIDSCONTROLES
Controleer, wanneer u de machine uitprobeert, of
de resultaten van de veiligheidscontroles overeen-
stemmen met hetgeen vermeld is in onderstaande
tabellen.
De veiligheidscontroles moeten voor
ieder gebruik worden uitgevoerd.
Als één van de resultaten van de con-
troles afwijkt van hetgeen in onder-
staande tabellen is aangegeven, mag u
de machine niet gebruiken!
Breng de machine naar een servi-
cewerkplaats voor de noodzakelijke
controles en reparaties.
NL
17